De val van de Beurs werd gevolgd door een
koersstijging van de waarden. De verliezen werden echter niet
goedgemaakt. Het zijn immers niet dezelfde personen die verloren
en weer gewonnen hebben. De grote meerderheid van de kleine en
middelgrote aandeelhouders heeft enkel verlies geleden. De
brutale val van de koersen op alle beurzen van de wereld
weerspiegelt het enorme monetaire onevenwicht van de
internationale kapitalistische economie. De aanhangers van de
methode “als je maar wil dan kan het” zoals Mevr. Thatcher en
zij die beweren dat niemand zich ongerust hoeft te maken omdat
de “reële economieën” het goed stelt, zijn blind of willen het
publiek, bewust bedriegen.
Het is immers typisch voor de beursspeculatie
dat zij nooit de toestand van het ogenblik weerspiegelt. De
speculatie anticipeert, zij is de uitdrukking van de
vooruitzichten voor overmorgen. In dit
opzicht weerspiegelt de val van de beursnoteringen de steeds
sterker om zich heen grijpende angst voor een nieuwe
veralgemeende economische recessie. Die angst heeft net
betrekking tot de “reële economieën”, tot de productie, echt
reden van bestaan. Gaat de val van Wall Street een economische
crisis opgang brengen even erg als die welke volgde op de krach
van oktober 1929 ? Zo mag men de vraag niet stellen, en wel om
twee redenen.
Vooreerst kan een ineenstorting van de
Beurskoersen pas een ernstige crisis van overproductie op gang
brengen wanneer zij gepaard gaat aan andere feiten. De Beurs is
weliswaar de zwakste schakel, maar er moeten ook andere schakels
moe worden voor de hele ketting het begeeft. De financiële
instellingen moeten een dodelijke klap krijgen die de
uitbreiding van het krediet stopzet; de grote industriële
firma’s moeten in faling gaan; de bestellingen, de lopende
productie en de tewerkstelling moeten zienderogen achteruitgaan.
Dit alles is nog niet gebeurd. Dit alles kan in de komende
maanden gebeuren.
Vervolgens veroorzaakte de “zwarte donderdag”
van 1929 ook niet van de ene dag op de andere 30 procent
werklozen in de Verenigde Staten en 40 procent in Duitsland. Die
catastrofe kwam pas twee jaar later.
Paradoxaal genoeg hebben de imperialistische
regeringen een middel gebruikt om de val van Wall Street tegen
te houden dat erger is dan die val zelf : een nieuwe
kredietinjectie,
een nieuwe toename van de geldvoorraad, een
nieuwe verhoging van de schuldenberg. Dit alles ging gepaard,
tegen elke logica in, aan een tijdelijke daling van de
rentevoeten, dus van de prijs van het krediet. Het kapitalisme
wordt in stand gehouden door kwakzalvers met als wapenspreuk “na
ons de zondvloed”.
De spiraal van de schuldenlast zal groter dan
ooit worden. Op korte termijn kan men zich verwachten aan een
daling van de koopkracht van de consumenten, dus weer een stap
naar de recessie toe. Vervolgens zullen de schulden van de Derde
Wereld, van de Verenigde Staten, van de Japanse banken en
beurzen, van de openbare instellingen en van de sociale
zekerheid in Europa beginnen tuimelen. Deze sneeuwbal is al een
jaar aan het rollen. Al de rest is een kwestie van timing : een
veralgemeende crisis in 1987 of 1988! |