René Groslambert is op zesentachtigjarige
leeftijd rustig ontslapen te Brussel. De SAP verliest daarmee
haar oudste militant, zowel in leeftijd als in jaren
lidmaatschap. René Groslambert is één van de laatste
overlevenden van een generatie arbeidersmilitanten wier
klassenbewustzijn getekend werd door de grote economische crisis
van de jaren ‘30 en de politieke weerslag ervan, de opkomst van
het fascisme, de noodzaak zich tijdig te verzetten tegen de
overwinning van het fascisme, de toebereidselen voor de Tweede
Wereldoorlog, de koortsachtige strijd voor een socialistische
wisseloplossing voor de crisis, het fascisme en de oorlog.
Hoe hij trotskist werd
In de loop van die strijd — René vocht
hardnekkig tegen rexisme in Brussel — begreep hij snel de
nefaste rol van het stalinisme. Op bevel van de Communistische
Internationale, het Kremlin dus, verwierp de KP stijfhoofdig
elke echte actie-eenheid tussen socialisten en communisten tegen
het fascisme. Het voorwendsel was dat eerst de
sociaal-democratie moest worden verslagen vooraleer het fascisme
kon overwonnen worden. Nadien stelde de KP het “Volksfront” met
de liberaalimperialistische burgerij tegenover het
arbeiderseenheidsfront. Daardoor trachtte ze meteen iedere
uitbreiding van de arbeiders- en volksstrijd te verhinderen die
het voortbestaan van de burgerlijke orde bedreigde.
In die periode ook drong het tot René door
hoe verpletterend de verantwoordelijkheid was van de
sociaal-democratie voor de reeks nederlagen die de belangrijkste
bewegingen van de arbeidersklasse één na één opliepen in Europa.
Het ongedaan maken van de campagne voor het Plan van de Arbeid,
de weigering van de algemene staking, de regeringsdeelname, het
sociaal-democratisch beheren van de crisis, de draai van Spaak
en De Man naar het “nationaal” en autoritair socialisme, dat
alles bereidde de weg voor de ramp van 1940 de uitschakeling van
vrijwel alle arbeidersorganisaties tegen — over de stormloop van
de nazibezetter en de Belgische patroons, zonder slag of stoot,
zonder onder te duiken in de clandestiniteit, zonder het verzet
onmiddellijk te organiseren.
René Groslambert
René Groslambert trok zijn besluiten uit dit
dubbele politieke bankroet van de sociaaldemocratie en van het
stalinisme en sloot zich aan bij de revolutionaire marxisten die
destijds in de RSP (Revolutionair Socialistische Partij)
verenigd waren. Het klare inzicht waarvan René Groslambert op
dat ogenblik getuigde, wist maar een heel kleine minderheid van
arbeidersmilitanten in België en in de rest van Europa op te
brengen. De geschiedenis vandaag wijst uit dat zij het gelijk
aan hun kant hadden.
Een voorbeeldig internationalistisch
weerstander
Dit heldere inzicht spaarde René Groslambert
aan een buitengewone persoonlijke toewijding en moed die hij
voor zijn internationalistisch socialistisch ideaal opbracht. In
de RKP, onze clandestiene organisatie onder de nazi-bezetting,
bestond de activiteit van René geheel uit de hulpverlening aan
onderdrukten en vervolgden. Zijn voorbeeldige
internationalistische reflex deed hem inzien dat het voor alles
belangrijk was de uitverkoren doelwitten van de nazi-barbarij in
bescherming te nemen : clandestiene revolutionaire militanten en
joden. Het kleine huis dat hij in Oudergem huurde, was een
toevlucht voor velen onder hen. Ze hebben letterlijk hun leven
aan hem te danken. Uit erkenning voor de uitzonderlijke
verdiensten waarvan hij blijk had gegeven in die omstandigheden
— de moeilijkste die de arbeidersbeweging in ons land sinds haar
ontstaan kende — verkoos onze partij hem in haar Centraal Comité
op het eerste congres dat tijdens de clandestiniteit werd
gehouden. Hij werd nadien op ieder daaropvolgend congres in die
functie herkozen, en dit gedurende dertig jaar.
De kleine metalen doos
In het Centraal Comité vervulde René de in
een kleine en arme organisatie de o zo ondankbar taak van
schatbewaarder. Ook daarin belichaamde René op typerende wijze
de kwaliteiten van zijn klasse.
René had een diepe socialistische
overtuiging. Door zelfstudie verwierf hij een solide
marxistische vorming. Hij was een voorbeeldig strijder van de
arbeidersbeweging, en militeerde lange jaren in de sector
parastatalen van de ACOD. Hij spande zich in om zijn zoon en
dochter een socialistische klassenopvoeding te geven.
De vasthoudendheid in zijn overtuiging en in
zijn activiteit strekt de jongeren tot voorbeeld. Heel vroeg
echter begreep hij dat die eigenschappen alleen, die duizenden
militanten van de arbeidersbeweging met hem gemeen hebben,
vandaag de dag niet meer volstaan om de strijd voor het
socialisme met succes te bekronen.
Het hoogste klassenbewustzijn, het verleden
van de arbeidersbeweging, de continuïteit in de strijd, dat
alles wordt belichaamd in een voorhoedepartij. Daarom besteedde
hij een zo groot deel van zijn tijd en zijn inspanningen aan de
opbouw, het standhouden en de ontwikkeling van onze partij.
Niets symboliseert beter dat aspect van de
persoonlijkheid van René dan de kleine metalen doos waarin hij
het geld van de partij en de zorgvuldig bijgehouden staat van
uitgaven besloten hield.
Onze partij ontving en ontvangt geen enkele
subsidie van eender welke staat of overheidsinstantie. Alles wat
we hebben is door de inspanningen van leden en sympathisanten
opgebracht . Het respect voor de leden en het beeld van de
maatschappij die we willen opbouwen, wordt weerspiegeld in de
ernst waarmee het geld wordt beheerd en de keuze van de
doelstellingen waaraan het wordt besteed.
De kleine metalen doos die wijlen mijn
gezellin Gisela “erfde” van René toen ze hem verving als
schatbewaarder van de partij, situeert zich in de traditie van
de sigarenkisten waarin de Gentse arbeiders, de pioniers van de
arbeidersbeweging in ons land, het schaarse geld bewaarden voor
hun eerste zekerheidskassen, waaruit de machtige vakbonden en
partijen van vandaag ontstaan zijn.
Onze stroming is de enige die deze
continuïteit van eerlijkheid, helder inzicht, warsheid van
geknoei en compromissen, onvoorwaardelijke inzet voor de klasse,
belichaamt. Daarom sluiten militanten zoals René bij onze partij
aan, gisteren zowel als vandaag. Daar zijn we trots op. De
toekomst behoort ons met zekerheid toe, omdat ze aan de
arbeidersklasse toebehoort. |