De dood van Marcel Liebman is een groot verlies voor de
Belgische arbeidersbeweging. De meest beslagen marxistische
historicus en één van de meest integere revolutionair
socialistische militanten ging heen. La Gauche verliest een oud
medewerker en een politieke vriend.
Met zijn doctoraatsthesis over de oorsprong van de Belgische
communistische beweging bewees Marcel Liebman dat hij een
objectief marxistisch historicus was. Hij liet zich niet
beïnvloeden door de stalinistische vervalsingen, noch door de
pogingen van sociaal-democraten en academici om de gevolgen van
de definitieve politieke draai van de BWP te verdoezelen, toen
deze zich integreerde in het burgerlijk staatsapparaat, op het
moment dat de eerste wereldoorlog uitbrak.
In dezelfde optiek schreef Liebman “Les Socialistes Belges
1885-1914”, het derde deel van de monumentale “Geschiedenis van
de Belgische Arbeidersbeweging”, uitgegeven door de Editions Vie
Ouvrière en nog niet voltooid. Marcel bereidde in die reeks een
ander werk voor, toen zijn lange en pijnlijke ziekte hem velde.
Maar Marcel Liebman was meer dan een historicus van de
Belgische arbeidersbeweging. Hij schreef ook over de Russische
revolutie en over Lenin. Zijn werk “Le Léninimse sous Lénine”
kreeg terecht internationale erkenning. Dat boek, uitgegeven bij
Editions Le Seuil, behoort tot de zeldzame werken, die op een
correcte manier de ideeën en praktijk van Lenin weergeven. Het
vernietigt heel wat mythen en bevestigt dat Stalin helemaal geen
“produkt van het leninisme” is (om niet te zeggen een product
van het marxisme), maar precies het tegengestelde van de grote
Russische revolutionair, waarvan hij het werk en de doctrine
ontaardde.
Marcel Liebman was geen salontheoreticus. Hij engageerde zich
als militant, hij nam deel aan de politieke strijd in de laatste
dertig jaar. Veel van die gevechten voerden we samen; de
verdediging van de Algerijnse, Vietnamese en Cubaanse
revolutionairen, de strijd van de linkerzijde in de BSP tussen
1954 en 1965, de strijd tegen de wetsontwerpen op de
ordehandhaving tijdens de regering Spaak-Lefèvre in 1961, de
strijd tegen het dictaat van het congres van de
“onverenigbaarheden” van de BSP In 1964, dat leidde tot onze
uitsluiting in 1965, de oprichting van de UGS, de strijd tegen
de NATO en de bewapeningswedloop, de strijd voor het recht op
zelfbeschikking van het Palestijnse volk enzovoort...
Na de crisis van de UGS, die leidde tot de oprichting van de
RAL en later de S.A.P., gingen onze wegen enigszins uiteen,
tenminste voor wat de Belgische politiek betreft (voor de
internationale problemen zat het anders). Maar onze vriendschap
is blijven bestaan. Tot het einde hadden we dezelfde overtuiging
; de toekomst van de arbeidersklasse, de toekomst van de
mensheid hangen af van de verwezenlijking van het revolutionair
marxistisch programma tegenover de jammerlijke mislukkingen van
het reformisme en het stalinisme. |