Mao betekent in de eerste
plaats de overwinning van de derde Chinese revolutie, de
omverwerping van de macht van de burgerij en de
grootgrondbezitters in het meest bevolkte land ter wereld, het
breken van de omsingeling van de U.S.S.R. door de
imperialistische landen, de fundamentele verandering van de
krachtsverhoudingen op wereldschaal. Hoezeer wij ook gekant zijn
tegen het bureaucratisch regime dat op dit ogenblik heerst in
China, wij moeten de rol van Mao in de geschiedenis van de 20ste
eeuw beoordelen in de eerste plaats in functie van zijn
verhouding met de fundamentele klassen in de hedendaagse wereld.
De overwinning van de derde
revolutie — waarvan hij de voornaamste bewerker was — is de
belangrijkste gebeurtenis van de 20ste eeuw, na de
oktoberrevolutie in Rusland in 1917. China is niet om het even
welk land. Het is een land dat eens het rijkste en meest
ontwikkelde land ter wereld was, en waarin het wanbeheer van het
buitenlandse kapitalisme vanaf de 19de eeuw de overgang tot de
vorming van een autonome imperialistische macht heeft afgeremd.
Tientallen miljoenen arme
boeren en ambachtslui werden jarenlang onderworpen aan een
regime van miserie, onderdrukking en vernedering. Dit gaf
aanleiding tot de opstanden van Tall-Ping en Boxer en de
revoluties van 1911 en l925/27. Maar deze revoltes konden geen
politieke gevolgen hebben totdat het proletariaat machtig genoeg
was om de politieke en organisatorische leiding van de
agrarische revolutie op zich te nemen. De greep van het
imperialisme breken, het land moderniseren, de boeren bevrijden
van het juk van de grootgrondbezitters en woekeraars, dit alles
kon slechts gebeuren nadat het proletariaat de hegemonie had
veroverd in de schoot van de Chinese revolutie, en de
democratisch-burgerlijke revolutie overging in de socialistische
revolutie met de instelling van de dictatuur van het
proletariaat.
De tweede Chinese revolutie
kende een tragische afloop in 1927 omdat Stalin de jonge
communistische partij opdracht gaf zich politiek te onderwerpen
aan de burgerlijke Kwomintang van Tchang Kai Tchek. De derde
Chinese revolutie overwon omdat Mao — ondanks verkeerde
teksten zoals b.v. in de “Nieuwe Democratie” — in de
praktijk weigerde het volksbevrijdingsleger te onderwerpen, en
de boerenopstanden op te offeren op het altaar van een
coalitieregering met de burgerij .
De derde Chinese revolutie liep
uit op de oprichting van de Chinese Volksrepubliek, een
arbeidersstaat, waardoor het Chinese volk een onafhankelijke
natie op wereldvlak is geworden, ontworteld aan de uithongering
en de armoede. Wat achteraf ook is gebeurd, de historische rol
die Mao heeft gespeeld in de overwinning van de socialistische
revolutie in China, blijft bestaan.
De derde Chinese revolutie was
geen “normale” socialistische revolutie. Zij greep plaats na
een lange, verwoestende oorlog van het Japanse imperialisme
tegen China, met als gevolgen een economisch verval en het
uiteenvallen van het stadsproletariaat. Dit objectief feit,
samen met de bewuste oriëntatie van Mao om de strijd van het
stadsproletariaat te verstikken, heeft als gevolg gehad, dat
tijdens de derde Chinese revolutie de arbeidersklasse geen
autonome rol heeft kunnen spelen. De leiding van het
revolutionair proces was in handen van een in sterke mate
gebureaucratiseerde KP die de ontwikkeling van arbeidersraden in
China heeft belet. De Chinese revolutie was van in den beginne
een gebureaucratiseerde revolutie.
Mao is noch Lenin, noch Stalin,
juist omdat hij een revolutie heeft geleid en geen
contra-revolutie, maar de revolutie die hij leidde was in haar
organisatievorm geen authentiek proletarische revolutie,
alhoewel zij er wel de historische inhoud van bevatte : de
vernietiging van de macht van de burgerij, van de burgerlijke
staat.
Maar als Mao noch Lenin, noch
Stalin was, dan vertoont zijn regime toch sterke overeenkomsten
met het stalinisme van Rusland : de verstikking van de
proletarische democratie, de afwezigheid van het beheer van de
bedrijven door de arbeiders, de pragmatische vervorming van het
marxisme, de personencultus van Mao, de materiële voorrechten
van de bureaucratie. Als we deze fenomenen enkel verklaren door
de achterlijkheid van China — wat zeker één van de wortels
van de bureaucratisering is — dan onderschatten we het belang
van de subjectieve factor, en de dynamiek van de massabeweging
in de Volksrepubliek China.
Het is daar dat de werkelijke
tragedie schuilt van de ouder wordende Mao. Hij was ongerust
over de gevolgen van de bureaucratisering van de partij en de
depolitisering van de massa’s. Hij werd in de minderheid gezet
in de leiding van de partij en richtte zich dan tot de massa’s
boven het partij-apparaat uit. Dit was het begin van de
culturele revolutie, die gemeenschappelijke trekken vertoonde
met de jeugdradicalisatie in de rest van de wereld. Zij barstte
los onder de slogan : “In laatste analyse komen de lessen uit
de geschiedenis hierop neer : de opstand is gerechtvaardigd” .
Maar toen de massamobilisaties
meer en meer ontsnapten aan de maoïstische controle en
aanleiding gaven tot het ontstaan van linkse oppositiestromingen
die de arbeiders op hun hand kregen, gooide Mao het roer om en
verenigde zich opnieuw met de meerderheid van het apparaat. De
“rode garden” werden opnieuw tot discipline getracht. De
regel was nu : “Elke opstand is gerechtvaardigd, behalve de
opstand tegen de gedachte van Mao Tse-toeng”.
De rechtse draai op binnenlands
vlak liep uit op een nog meer uitgesproken rechtse draai op het
vlak van de buitenlandse politiek. Nadat ze de Russiscne leiders
hun gebrek aan steun aan revolutionaire bewegingen en hun teveel
aan toegevingen aan het imperialisme hadden verweten, ontdekte
de Chinese leiding het bestaan van het
“sociaal-imperialisme” in de U.S.S.R. van de twee
“supermachten” op hetzelfde niveau en tenslotte van het
“jonge” sovjet-imperialisme dat agressiever en dus
gevaarlijker was.
Herinneren we ook aan het
cynisch verraad van de revolutionaire bewegingen in Ceylon, in
Soedan, in Ethiopië, de steun aan de Iranese beul, de
uitgestoken hand naar de Europese imperialisten om hun legers te
versterken tegen de U.S.S.R.
Het sino-sovjet geschil
waarvoor de Kroechtchevistische bureaucratie de zwaarste
verantwoordelijkheid draagt door de beslissing alle economische
en militaire hulp aan de Volksrepubliek China stop te zetten, en
de culturele revolutie, hebben een werkelijke aantrekkingspool
gevormd voor een deel van de nieuwe voorhoede op wereldschaal.
Het maoïsme verscheen als een links alternatief t.o.v. de
officiële communistische partijen, dat in zich een soort
“vrijheidsidee” droeg. Het einde van de culturele revolutie,
de rechtse draai van de buitenlandse politiek van China, de
omvorming van de maoïstische organisaties in neo-stalinistische
sekten hebben dit beeld bezoedeld. Mao is gestorven op het
ogenblik dat het maoïsme over heel de wereld in verval is.
Mao laat een Chinese
volksrepubliek in volle beroering achter. In tegenstelling tot
de U.S.S.R. in de jaren ‘40 en ‘50, zijn de massa’s niet
gedemoraliseerd, noch passief.
De interbureaucratische strijd
voor de opvolging zal niet gebeuren zonder tussenkomst van deze
massa’s. De crisis van het maoïsme staat daarom voor de deur.
Zij zal uitlopen op de overwinning van de antibureaucratische
politieke revolutie, waardoor de macht zal worden uitgeoefend
door de Chinese arbeiders en boeren wat de verworvenheden van de
grote Chinese revolutie zal verstevigen en onoverwinnelijk
maken.
|