De militaire bezetting van de Socialistische Republiek van
Tsjecho-Slowakije door de legers van het Pakt van Warschau,
onder voorwendsel ‘de gevaren voor de verworvenheden van het
socialisme te bezweren’, is in feite een zware slag voor het
socialisme, zowel in Tsjecho-Slowakije als elders in de wereld.
De sovjetleiders kunnen niet langer hetzelfde voorwendsel
aanhalen als toen de Hongaarse revolutie werd onderdrukt, nu ze
de plechtige verbintenis hebben geschonden om de soevereiniteit
van de CSSR te respecteren, zoals opgenomen in het Verdrag van
Warschau en bevestigd tijdens de jongste conferentie van
Bratislava. Niet enkel gaat het hier om een wettelijke regering,
zowel volgens de Grondwet van Tsjecho-Slowakije als volgens de
wil van de overgrote meerderheid van het Tsjechische en
Slowaakse volk. Tevens hebben we te maken met een homogeen
communistische regering.
Men zag zich verplicht een cynische formule boven te halen:
het was een interventie ‘op vraag van staatsmannen’. Het Kremlin
was niet eens in staat om een tegenregering te vormen die aan
deze repressieve operatie een half legale dekmantel kon geven.
De komende jaren zal men er dan ook van uitgaan dat, wanneer het
Kremlin een verdrag afsluit, het zich blijkbaar het recht
toeeigent om zelf te bepalen of het de wettelijke regering is
van het ‘geallieerde’ land dan wel om het even welke groep
marionetten die het recht heeft om beroep te doen op de
sovjettroepen, en dit tegen het eigen volk of tegen de eigen
regering! Zo kan men niet beter op een gouden schotel argumenten
aanreiken aan alle anticommunistische krachten ter wereld.
Na wat nu in Tsjecho-Slowakije voorgevallen is, tijdens
mei-juni 1968 in Frankrijk en in Vietnam bevestigt nog eens dat
de bureaucraten aan de macht in Moskou in paniek geraken bij
iedere revolutionaire opstand, waar ook ter wereld, zelfs
wanneer die geleid wordt door een communistische partij.
Beslist, vandaag is de sovjetregering een van de belangrijkste
bastions van het internationale anticommunisme.
Het cynisme dat gepaard gaat met de interventie in de CSSR
springt des te meer in het oog als we een vergelijking maken met
de verdachte en lauwe houding van de sovjetleiders tegenover
Vietnam. ‘Nooit zullen we dulden dat er een schakel wordt
weggeknipt uit de socialistische gemeenschap’, luidt het
communiqué van het persagentschap TASS dat de interventie
rechtvaardigt. Niemand die ter goeder trouw is zal stellen dat
men in de CSSR bezig was ‘een schakel weg te knippen uit de
socialistische gemeenschap’. Doch in Noord-Vietnam zijn de
Amerikaanse imperialisten al jaren bezig ‘een schakel van de
socialistische gemeenschap’ te breken onder een regen van
napalmbommen en dodelijke giftgassen. Dat de sovjetlegers nu
eens van die gelegenheid gebruik maken om tussen te komen ...
maar om Vietnam ter hulp te snellen gebeurt dit niet, echter wel
om twintig kilometer van huis een ander socialistisch land te
treffen. Wat voor hypocrieten!
We hebben het gezegd en herhaald: wat de sovjetleiders
verontrust zijn niet de handelsakkoorden die de CSSR heeft
afgesloten met de westerse kapitalisten of de kredieten van de
Wereldbank; ze doen immers hetzelfde, evenals al hun handlangers
betrokken bij de misdaad begaan te Praag; ze vrezen dat de
socialistische democratie zou kunnen binnendringen in de
Sovjet-Unie en in de andere landen van Oost-Europa.
De echte misdaad die de Tsjechoslowaakse KP in de ogen van
het Kremlin heeft begaan, zijn niet haar rechtse koers op
economisch of diplomatie vlak, waarin ze enkel het voorbeeld van
de sovjetleiders heeft gevolgd. Het is het congres van de Partij
dat op een meer democratische basis was samengeroepen; dat de
afgevaardigden bij geheime stemming waren verkozen; dat
minderheidsstromingen het recht hadden om op het congres van de
Partij een eigen programma voor te stellen en hun standpunten
kunnen blijven verdedigen binnen de Partij, zelfs wanneer die
door het congres waren afgewezen. Met andere woorden, er was
teruggekeerd naar de normen die de Communistische Partij van de
Sovjet zelf hanteerde ten tijde van Lenin. De Sovjetleiders
beroepen zich in woorden op Lenin doch lachen met al die
principes, zowel binnen de eigen politieke partij als op gebied
van internationale politiek.
Onze sympathie gaat volledig uit naar de arbeiders van
Tsjecho-Slowakije. Wij steunen hun strijd om zelf hun lot in
handen te nemen, hun onomkeerbaar recht om zelf te bepalen,
vrijelijk, welke weg naar het socialisme ze verkiezen. Zij die
dit recht vorm geven versterken in Tsjecho-Slowakije de zaak van
het socialisme. Zij die dit recht vertrappen, onder welk
voorwendsel ook, ondermijnen het socialisme in Tsjecho-Slowakije
en elders in de wereld.
De misdaad tegen het socialisme in Tsjecho-Slowakije is niet
begaan door het sovjetvolk of door de arbeidersklasse van de
Sovjet-Unie. De leiders die voor hun privileges beven dragen de
volledige verantwoordelijkheid. Ze zullen door de geschiedenis
gevonnist worden, zoals Stalin werd gevonnist.
Het Amerikaans imperialisme dat elke dag nog smeriger
misdaden begaat in Vietnam en elders; het westerse kapitalisme,
een regime vol uitbuiting en onderdrukking, komen niet versterkt
uit de crisis van Tsjecho-Slowakije.
Het is de taak van de arbeiders in België en Europa, het is
de taak van de socialisten en communisten van over heel de hele
wereld om de vlag van het revolutionaire socialisme hoger te
heven dan ooit, de vlag die het omverwerpen van de heerschappij
van het Kapitaal in zich draagt. Terwijl we die taak volbrengen
zullen we onze broeders een dienst bewijzen in de CSSR, in
Polen, in Hongarije en de USSR, zullen we hen helpen om zich te
ontdoen van hun onwaardige leiders en om bij hen de waarachtige
socialistische democratie uit te bouwen. |