Het progressieve deel van de mensheid heeft
zojuist een verschrikkelijk verlies geleden: Ernesto ‘Che’
Guevara is niet meer. Hij is gevallen in de strijd, zoals Jaurès,
zoals Rosa Luxemburg, zoals Durrutti en Trotski. Zo heeft hij
geleefd, hij verwachtte geen andere dood.
De Cubaanse en Latijns Amerikaanse revolutie
verliest een van haar belangrijkste leiders, wij verliezen een
zeer dierbare kameraad. Allen die van ver of van dichtbij met
hem in aanraking zijn gekomen werden getroffen door zijn
idealisme, zijn moed, zijn oprechtheid en zijn eenvoud. Met
Fidel Castro en meer dan wie ook ter wereld heeft hij heden ten
dage weer gestalte gegeven aan de revolutionaire deugd waarvan
het stalinisme een karikatuur had gemaakt: op de eerste plaats
stelde hij alles in dienst van de verschoppelingen, scherpzinnig
erkende hij geen enkel dogma; verwoed vastberaden bracht hij
zijn daden in overeenstemming met zijn overtuiging. Toen hij
directeur was van de Nationale Bank van Cuba tekende hij de
bankbiljetten gewoon met zijn synoniem ‘Che’, zo liet hij
duidelijk blijken welke grondige minachting iedere socialist
moest hebben voor het geld. Hij was ervan overtuigd dat in
Latijns Amerika de guerrilla de enige weg was naar de
overwinning van de revolutie en zo trok hij zelf ten strijde aan
de zijde van zijn Boliviaanse kameraden. Marx, die heel zijn
leven heeft gevochten voor het samengaan van theorie en praktijk
zou op hem fier zijn.
Cynici die hun illusies verloren zijn staan
verbaasd dat een leidinggevende figuur als de ‘Che’ op de eerste
rij gaat strijden en ze vermoeden een ‘politieke samenzwering’;
zo tonen ze enkel dat ze mensen als Che Guevara niet kennen en
niet kunnen begrijpen. Anderen zien in zijn dood dat hij niet
meer was dan een ‘onverantwoordelijke avonturier’; die
‘verantwoordelijke heren’ die alle lof verdienen zijn dan
ongetwijfeld hen die in hun fauteuil gezeten nooit risico’s
nemen.
Nog anderen zullen zeggen dat ‘daar waar hij
geweld gebruikt heeft hij met geweld gestorven is’. Ze zullen
nooit begrijpen dat hij gestorven is omdat hij zo passioneel
veel hield van de mensen en van het leven, dat hij gestorven is
om de inwoners van Vietnam te vrijwaren van deze regen aan
moordende bommen die maar geen einde leek te kennen, dat hij
gestorven is om op zijn continent miljoenen kinderen te redden
van de hongerdood, om honderden miljoenen mensen te vrijwaren
van onmenselijk en nutteloos lijden, daartoe veroordeeld door
een regime dat reeds zelf door de geschiedenis veroordeeld is.
De reactionairen triomferen. De Boliviaanse
generaals, de handen rood van het bloed van de mijnwerkers van
hun eigen land, vieren de dood van de ‘vreemde indringer’. De
Boliviaanse arbeiders zullen de herinnering aan deze
‘vreemdeling’ nauw aan hun hart drukken, want hij heeft zijn
leven gegeven voor hun bevrijding.
Uit de overwinningskreten van de agenten van
het imperialisme blijkt heel duidelijk hoe bang en hoe laf ze
waren. ‘De guerrilla was een gevaar; de guerrilla is
overwonnen’. Idioten! Ge kunt een mens doden. Maar ge kunt geen
gedachte doden die haar wortels heeft heel diep in de sociale
realiteit.
Duizenden Bolivianen, Peruanen, Colombianen,
Argentijnen, arbeiders, studenten, boeren en intellectuelen in
Latijns Amerika zullen het geweer grijpen dat ‘Che’ uit zijn
handen heeft laten ontglippen. Nu al is zijn naam een vlag en
een programma geworden, een kreet tot de opstand die weergalmt
over de vijf continenten. Uw miserabele maskeraden zullen uw
ondergang geen dag vertragen. Het voorbeeld van de ‘Che’ zal
miljoenen revolutionairen van over heel de wereld ertoe brengen
om dubbel zo hard te vechten tegen het imperialisme en het
kapitalisme.
We betreuren een grote vriend, een
voorbeeldige kameraad, een heldhaftige militant. Maar we weten
dat de zaak waarvoor hij streed onoverwinnelijk is. Hijzelf is
levend de geschiedenis ingegaan die de naam van zijn moordenaars
met misprijzen zal overladen. Want hij is het zinnebeeld van
deze Revolutie, deze definitieve ontvoogding van de Arbeid en
van de Mens, van datgene wat de totale realiteit van de periode
waarin wij leven uitschreeuwt en dat tot grafschrift werd van
dat ander groot slachtoffer van stompzinnige beulen, Rosa
Luxemburg:
Ik was. Ik ben, ik zal er altijd zijn! |