Onlangs zijn in de Canadese provincie Quebec
de conservatieven bij de verkiezingen voor het provinciaal
parlement verpletterd. Het bewind zal worden uitgeoefend door
een ruime liberale meerderheid. Het zal onmiddellijk duidelijk
worden waarom dit voor ons interessant is: Canada is een
federale staat waarin de provincies over uitgebreide
bevoegdheden beschikken en de inzet van de strijd in Quebec was
de nationalisatie van de elektriciteitsnijverheid. De liberalen
hebben eindelijk een definitief overwicht gekregen ten koste van
de conservatieven, omdat zij deze naturalisatie hebben bepleit.
Het is wel degelijk om deze reden dat zij de volstrekte
meerderheid veroverden en voor Noord-Amerika is dit een unicum.
Deze merkwaardige stap vooruit kon worden
gedaan omdat Quebec met zijn aartsreactionaire regering steeds
verder achterop was geraakt en de industrie grotendeels in
Amerikaanse en Engelse handen was. De liberale oppositie zag
haar kans en heeft niet geaarzeld.
Men moet wel onverbeterlijk zijn om niet te
begrijpen dat hieruit iets te leren valt voor ons, maar laat ons
ten overvloede herinneren aan een andere merkwaardigheid: kort
voor Quebec heeft de katholieke regering van Italië besloten de
elektriciteitsnijverheid te nationaliseren, en al gaat de
rechtervleugel geweldig te keer, het is een feit dat deze
burgerlijke regering sedert dit moment staat dan in lange jaren
het geval is geweest. Als men dit nu vergelijkt met de
aftakeling van de socialistische posities in diverse
West-Europese landen (SFIO in Frankrijk, enz.) dan verdient dit
toch wel de meeste aandacht. De West-Duitse SPD heeft maar één
hoop: dat Adenauer of zijn opvolger zo vriendelijk zal zijn haar
in de regering te willen opnemen - doch katholieken en liberalen
weigeren, want de SPD is geen gevaar als oppositie: zij
verdedigt geen enkele eis van structuurhervormingen, van
alternatieve koers. In Engeland regeren de conservatieven zonder
onderbreking sedert ruim elf jaar en ze zijn nooit zo onpopulair
geweest - maar Labour profiteert hier weinig of niet van, want
handelt nagenoeg zoals de SPD leiding. In Nederland staat het er
ongeveer net zo voor.
Overal blijkt dat een rechtse koers van
socialisten in de oppositie geen winst oplevert, integendeel.
Maar nu blijkt bovendien uit Canada en Italië, dat
structuurhervormingen weldegelijk bijzonder populair zijn,
zozeer zelfs dat burgerlijke partijen winst zonder voorgaande
boeken als ze nationaliseren.
Moeten we er nog aan herinneren dat de BSP
een nog veel indrukwekkender programma van structuurhervormingen
heeft? Dat ons land het voordelige beeld biedt van een bevolking
die voor 70 % uit loon- en weddentrekkers bestaat? Maar dat de
leiding van de partij nog de allereerste stap moet doen om de
werkers in te lichten over, laat staan te mobiliseren voor de
structuurhervormingen.
Dit is echter niet alles. De nationalisatie
in Quebec zal mogelijk worden ondanks het bestaan van een
conservatieve bondsregering: men hoeft daar niet aan te
twijfelen, want in de provincie Ontario is de elektriciteit
reeds lang genationaliseerd. Wat Quebec betreft, hebben de
liberalen reeds duidelijk gezegd dat zij het eventueel niet bij
de energie zullen laten, de kredietsector komt vermoedelijk ook
aan de beurt. Welnu, men hoort bij ons zo dikwijls beweren dat
het federalisme niet deugt als middel om het doorvoeren van
structuurhervormingen te vergemakkelijken. Deze bewijzen is
nimmer op bewijzen gebaseerd, doch veeleer op vreesachtige
vermoedens. Mag men nu niet hopen dat deze vrees uit de weg is
geruimd door het voorbeeld van Canada? Is het niet duidelijk,
dat wat liberalen in een Canadese provincie doen, niet buiten
het bereik ligt van Wallonië, waar de socialisten zich eenparig
hebben uitgesproken voor federalisme met een nauwkeurig
programma voor structuurhervormingen?
Als wij onze Waalse kameraden daarin steunen
zal zulks ons trouwens in Vlaanderen zeer belangrijke diensten
bewijzen bij het openen van socialistische perspectieven, die nu
eenvoudig niet aan de orde komen. Slechts één voorbeeld nog om
dit te illustreren. Ook Zwitserland is een bondsstaat en
alhoewel zeer overwegend burgerlijk zijn de verschillen
naargelang de kantons belangrijk. Dit federalisme heeft de
kantons van de spits toegelaten de achterblijvende mee te
trekken zoals het tijdschrift ‘Socialisme’ van maar jl. terecht
opmerkte ‘en daardoor voordelen gebracht aan bevolkingen door de
weldaden van sociale wetten, waar zij anders achter zouden
gebleven zijn’. |