Ernest Mandel (E.
Germain) was pas levend teruggekeerd uit de gruwel van de
nazi kampen. Hij had meer geluk gehad dan zijn vriend en
revolutionaire medestander A. Leon. Die was als militant van
de IVde Internationale door de Duitsers aangehouden en in
Auschwitz vermoord. E. Mandel zou de uitgave verzorgen van
diens studie over de geschiedenis van het joodse volk: ‘La
conception matérialiste de la question juive’, waarvan
volgende tekst het nawoord is. Het boek zal overal geprezen
worden als een toonaangevend werk op het gebied van het
vraagstuk van het judaïsme. Over het joodse probleem zou E.
Mandel het er na deze tekst gedurende veertig jaar het
zwijgen toe bewaren, zoals Enzo Traverso terecht opmerkt.
[1] Ernest Mandel was 22 jaar
oud toen hij dit neer schreef.
Valeer Vantyghem
Jaren van niet aflatende vervolgingen en
ontelbare vernederingen, leven als een opgejaagd dier, dat was
hun normale manier van bestaan; deporaties, de ‘treinen des
doods’, de gaskamers, de verbrandingsovens, de antitank wallen
vol lijken; een volledig volk afgeslacht, geen enkele familie
was gespaard gebleven; een hallucinant beeld in heel zijn
simplisme: 5 miljoen doden op 6 miljoen Europese Joden, dat was
op het oude continent wat de Tweede Wereldoorlog voor de joodse
bevolking in petto had.
De verbeelding van de mens, nochtans heel
goed in staat om welke gruwel dan ook te vatten, kan zich
moeilijk concreet voorstellen wat hier de balans was. Het is
onmogelijk om in enkele heldere beelden te vatten wat die
calvarietocht zonder voorgaande van miljoenen menselijke wezens
wel betekende. Los van de algemene situatie van een wereld in
stervensnood, lijkt het noodlot dat de Joden heeft getroffen
oneindig wreed: hun onheil lijkt ongerijmd. De rede weigert te
erkennen dat materiële belangen, volgens een kille logica,
bepalend waren bij het uitroeien van deze talloze menselijke
wezens zonder verweer. Het fanatisme van de SS'ers, de blinde
onderwerping aan de bevelen van de chefs, werden ingeroepen in
een poging tot verklaring voor deze tragedie die Europa heeft
doorstaan. Maar deze verklaringen blijven ver beneden het niveau
van de verschrikking zoals die in werkelijkheid was, ze stoelen
op de veronderstelling dat de vernietiging van het Europese
judaïsme een onverhoedse en eenmalige catastrofe was in de
bewogen geschiedenis van dit volk. Het onbegrip voor het
verleden wordt een illusie voor de toekomst. Maar hoe dan ook
doemt er een vreselijke dreiging op voor de overlevende Joden in
de rest van de wereld.
Het lot van de Joden,
symbool voor het lot van de mensheid
Harder getroffen dan om het even welk ander
volk, toch hebben de Joden de meest tragische uren uit hun
geschiedenis juist beleefd in een periode waarin de hele
mensheid worstelt met een vreselijke crisis. Een crisis die als
een vloedgolf alles dreigt mee te sleuren wat de beschaving
gedurende 20 eeuwen langzaam heeft opgebouwd. Naast de 5 miljoen
vermoorde Joden hebben we de 60 miljoen slachtoffers van de
imperialistische oorlog. De barbaarse manier waarop de Joden
door het Hitler imperialisme werden behandeld waren enkel de
barbarij tot een toppunt gedreven, de manier waarop het
imperialisme in onze tijd gewoonlijk te werk gaat.
Na de deportatie van de Joden worden nu
miljoenen Duitsers uit Polen en Tsjecho-Slowakije weggevoerd. Na
de gele ster moeten de Duitsers in talrijke landen van Centraal
Europa een witte armband dragen. De treinen des doods rijden
weer, dit keer in omgekeerde richting, met een andere menselijke
lading. De brandstapels waarop boeken werden verbrand worden
weer aangestoken, dit keer door de Amerikanen. Alle vreselijke
misdaden van het nazisme, van de executie van gijzelaars tot het
afbranden van volledige dorpen ‘uit vergelding’, worden trouw
nog eens overgedaan door de afgezanten van het Angelsaksische
imperialisme, weze het in Indonesië, op de Filippijnen of in
Korea. De tragedie van de Joden, ver van los te staan van, of
tegengesteld te zijn aan de bestemming van de mensheid, kondigde
enkel het toekomstige lot aan van de andere volkeren, zo de
decadentie van het imperialisme zich aan het huidige ritme
doorzet.
Bedwelmd door het bloed van miljoenen
slachtoffers heeft het imperialisme meer en meer hele sociale
groepen tot op een punt van sociale degradatie gebracht waarbij
het menselijk leven niet de minste waarde meer heeft. De dood
van een mens wordt als even gewoon ervaren als het oversteken
van een straat in een grote stad. En het is niet zo dat deze of
gene natie meer voorbestemd zou zijn om het gedrag van de mensen
in die zin te stuwen. Van dezelfde rust die een SS'er aan de dag
legt wanneer hij als middagmaal een gebraden kip oppeuzelt
terwijl 50 meter verder duizenden vrouwen en kinderen levend in
de ovens worden verbrand de Britse officier wanneer hij de
lijken een trap geeft die hem voor zijn nachtclub in Calcutta de
weg versperren. Readers Digest, de Amerikaanse ‘verslaggever’
die als eerste de ruines van Hiroshima betrad zond naar zijn
krant een sensationeel telegram. Hierin beschreef hij met veel
humor de bizarre glinsterende platen die zich tussen het puin
hadden gevormd als gevolg van het effect van de radioactiviteit
op sommige metalen en plastieken voorwerpen. Geen moment kwam de
gedachte bij hem op dat hij over de tot stof herleide resten aan
het lopen was van 100.000 menselijke wezens. De mensheid heeft
een lange weg afgelegd sinds er werd gerevolteerd tegen het lot
van de slachtoffers op de Krim...
Alle regeringen zijn
verantwoordelijk voor wat de Europese Joden is overkomen
Zo de manier van optreden van het Amerikaanse
imperialisme, met zijn wrede onderdrukking en de barbaarse
mentaliteit meer en meer op dat van het nazi imperialisme gaat
lijken zo ook is het lot zelf van de Europese Joden evengoed
beklonken geweest door hun berekeningen. Net zoals door de
slachtpartijen van Hitler die hen rechtstreeks hebben getroffen.
Gedurende maanden was er tijd geweest om miljoenen mensen uit
Roemenië te redden, uit Bulgarije, Hongarije en niet bezet
Frankrijk. Deze ongelukkige mensen, klem als in een muizenval,
hadden hun ogen gericht op de enige uitkomst die hen restte: de
overkant van de oceaan. Bij elke stem die de misdaden van Hitler
aanklaagt moet zich de stem voegen die de misdaden van Londen en
Washington aanklaagt: terwijl die regeringen heel nauwkeurig op
de hoogte waren van wat de Joden te wachten stond en deze
informatie gebruikten voor propaganda doeleinden hebben ze niet
de minste moeite gedaan om deze Joden te redden, toen het nog
kon, ze hebben hen ronduit de overtocht naar de overkant
geweigerd. Tegenover de enkele duizenden die zich wisten te
redden, de rijken, zij die een ‘bescherming’ of ‘banden’ hadden
in de Verenigde Staten, staan de honderdduizenden die afgewezen
werden: hen voor wie men brutaal de deur gesloten heeft, zij die
aan de kusten van Palestina werden verdreven en naar de hel van
de nazi’s werden teruggestuurd. Zo Hitler voor de Joden een
muizenval heeft opgezet, dan zijn het de Anglosaksen die deze
muizenval hebben dicht geklapt. Het bloed van deze onschuldige
mensen treft hen evenzeer, ze zijn even schuldig als de nazi’s.
Maar de verantwoordelijkheid van de
imperialisten gaat nog verder, veel verder dan de weigering tot
directe hulp. Er bleef in Duitsland een diplomatieke missie tot
in 1941. Het Internationale Rode Kruis zond regelmatig
afgezanten en controleurs naar de Duitse krijgsgevangenkampen.
Ondanks die gevallen waarin het ‘internationaal recht’ werd
geschonden valt het niet te loochenen dat in het algemeen het
lot van de krijgsgevangenen van alle nationaliteiten, met
uitzondering van de Russen, ‘draaglijk’ was. Het benaderde sterk
de situatie van de Duitse krijgsgevangene in Engeland en de
Verenigde Staten. Dit was vooral zo voor de officieren. De
onderverdeling in klassen was nergens zo uitgesproken als in de
kampen. De imperialisten hielden zich aan de regels in de mate
dat ze er zelf belang bij hadden. Waarom gold die
wederkerigheid niet voor de Joden? Waarom lieten de Britse
en Amerikaanse regeringen, die er nochtans in geslaagd waren om
de enkele honderden Britse Joden die op het vasteland verbleven
als ‘ariërs’ te laten erkennen, aan de Duitse regering niet
weten dat de wederkerigheid eveneens gold voor alle burgerlijke
geïnterneerden? Liep het aantal Duitse burgers dat in de
geallieerde landen was opgesloten niet in de honderdduizend? De
waarheid gebiedt te zeggen dat de Angelsaksische imperialisten
compleet niet geïnteresseerd waren in het lot van deze
ongelukkige Europese Joden, ternauwernood een goed element voor
hun propaganda. Ze hebben geen enkel van de talloze
drukkingsmiddelen waarover ze beschikten aangewend om die Joden
te redden of om hun lot te verlichten.
De volledige pers van de ‘democratische’
wereld heeft over het epos van de opstand van het getto van
Warschau geschreven. Doch de strijders van Warschau, in hun
laatste oproep die ze aan de wereld hebben doorgestuurd, klagen
de Britse, Poolse en Sovjet regeringen aan, beschuldigen de
‘officiële’ leiders van het Poolse nationalistische verzet
dat ze hen wetens en willens de wapens geweigerd hebben waarnaar
ze zonder ophouden vroegen om nog enkele weken hun strijd voort
te zetten tegen de SS beulen. Deze laatste pathetische
woorden, ‘broeders, alle regeringen zijn verantwoordelijk’,
mogen ze gegrift blijven in het hart van iedere joodse arbeider
waar ook ter wereld! De verantwoordelijkheid van de slachting
onder de Joden wordt gedragen door, naast het nazisme, alle
regeringen op aarde, door gans het imperialisme, door heel het
kapitalisme in verval, dat leidt naar het barbarendom zelf.
[2]
Het tragische lot van hen
die het in Europa hebben overleefd
Zij die de kans hebben gezien of de moed
hebben gehad om naar ‘huis’ terug te keren of om hun individuele
schuilplaats te verlaten, zien zich omringd door een heimelijke
stilte. Het ware belachelijk om hiervoor de propaganda van
Hitler verantwoordelijk te stellen. Heel zeker heeft dit sporen
nagelaten binnen de primitieve geesten van talrijke lagen van de
boerenbevolking of van de minder ontwikkelde groepen arbeiders.
Maar de voedingsbodem van het antisemitisme, helder beschreven
in dit boek van A. Leon, geplaatst in zijn sociale context en
verwijzend naar de historische herkomst die de houding van de
kleine burgerij bepaald heeft, blijft meer dan ooit dezelfde,
zeker na deze verwoestende oorlog. ‘Het verdwijnen van Hitler
kan niks ten gronde veranderen aan de situatie van de Joden. Een
kortstondige verbetering van hun lot zal niettemin de diepe
wortels van het 20ste eeuws antisemitisme niet doen verdwijnen’.
Deze profetische woorden door Leon in 1941 geschreven worden op
een tragische manier bevestigd door een ononderbroken reeks
pogroms die sinds de ‘bevrijding’ Polen, Hongarije, Slowakije
door elkaar hebben geschud en reeds meer dan 20.000 slachtoffers
hebben gemaakt.
De imperialistische politiek had tijdelijk de
verschrikkelijke crisis wat kunnen ‘verbeteren’ waarin de
ambachtslui en de ‘arische’ kleinhandelaars in Centraal en West
Europa waren verzeild geraakt. Maar dezelfde imperialistische
politiek, ingegeven door de belangen van het monopolie kapitaal,
heeft op haar beurt met alle kracht deze middengroepen
aangevallen. De ‘mobilisatie voor de totale oorlog’ had tot
gevolg dat meerdere honderdduizenden ‘arische’ ondernemingen
verdwenen zijn. De deportatie van alle arbeidskrachten naar
Duitsland heeft miljoenen kleinburgers ontworteld. De
ontberingen, strenge controles, de vrije markt aan grondstoffen
en consumptiegoederen die voortdurend kleiner werd, de
desastreuze gevolgen van de inflatie, dat alles heeft tijdens de
laatste jaren van de oorlog en de eerste maanden na de oorlog de
situatie van de ambachtslieden en kleine neringdoeners in
Centraal en Oost Europa almaar hachelijker gemaakt. Maar des te
onzekerder hun toestand werd des te heftiger hebben ze zich
verzet tegen de terugkeer van hun vroegere joodse concurrenten.
De kranten hebben onlangs gemeld dat alle kleine winkels in
Budapest verplicht waren hun deuren te sluiten omdat ze niet
langer de duizelingwekkende stijging van de inflatie konden
volgen. Verwondert het dat onder dergelijke omstandigheden de
haat tegen de kleine joodse handelaar almaar groter wordt? De
Jood, teruggekeerd uit de concentratiekampen, probeert zijn
winkel te heropenen en betwist hen aldus een al schamel deel van
het nationaal inkomen dat naar zij menen hen toekomt. De
algemene economische stagnatie na de oorlog, samen met de lichte
afname van de industre belet dat de Joden die de oorlog
overleefd hebben arbeider kunnen worden of naar een ander beroep
kunnen overschakelen. Het verhindert tevens dat ze hun vroegere
bezigheden terug kunnen opnemen. Hun toestand is uitzichtloos.
Waar de hoge geestelijkheid, de ten gronde gerichte landjonkers
en andere reactionaire elementen erin slagen om brede lagen van
de Poolse, Slowaakse en Hongaarse bevolking tegen de ‘Joden’ op
te ruien onder het voorwendsel dat deze een belangrijke rol
spelen in de rangen van de communisten en het Russische agenten
zijn, kan dit enkel omdat de sociale basis van het antisemitisme
meer dan ooit aanwezig is.
Een planeet zonder visa
De Poolse, Hongaarse, Slowaakse Joden die dit
alles overleefd hebben zoeken vertwijfeld naar een uitkomst uit
deze rampspoed, ver weg van deze landsstreek, getuige van de
tragedie van hun families. Nog droeviger is het lot van de meer
dan 100.000 Joodse vluchtelingen die in Duitsland zijn gebleven
en die één jaar na hun ‘bevrijding’ verder moeten leven in
de smadelijke omstandigheden van de kampen en zijn onderworpen
aan duizenden vitterijen van de kant van de militaire overheden.
Dit heeft voor opschudding gezorgd tot in het bankiersmilieu van
New York, en de regering van de Verenigde Staten zag zich
verplicht om een onderzoekscommissie ter plekke te sturen. De
commissie is vertrokken en teruggekeerd, het rapport werd
gelezen en besproken, maar de 100.000 Joden, zwevend tussen een
gruwelijk verleden en een onzekere toekomst, zonder vaderland of
die niet van plan zijn om naar Polen terug te keren, bleven
verweesd in de kampen achter.
Het probleem van de joodse overlevenden en
vluchtelingen is een probleem dat dringend een oplossing
vereist. De imperialistische regeringen hebben echter niet eens
een begin van een oplossing gevonden. Voor militaire doeleinden
hadden de imperialistische hoofdkwartieren niet eens 48 uren
nodig om, vrijwillig of gedwongen, miljoenen mensen te
verplaatsen. Maar één jaar was niet voldoende voor deze
‘specialisten’ van het kapitaal om op aarde een plaats te vinden
waar enkele honderdduizenden slachtoffers van de nazi-barbarij
een nieuw bestaan zouden kunnen opbouwen. Iedere regering
gebruikt de zaak van de joodse overlevenden als een schandelijk
argument in de chantage met een concurrerende mogendheid.
Engelsen en Amerikanen manen elkander aan om hun gastvrijheid te
tonen en om voor de vluchtelingen de poorten te openen van de
landen onder hun controle, maar zorgvuldig houden ze zich op de
vlakte als ze zelf het voorbeeld moeten geven. In de
berekeningen van de imperialistische politiek komt een oplossing
voor dit menselijke probleem pas op de duizendste plaats.
Maar, een toevluchtsoord vinden voor hen die
de nazi kampen hebben overleefd is in de eerste plaats een
sociaaleconomisch probleem. Onder de huidige omstandigheden is
het dus uitgesloten dat de Joden hun vroeger beroep terug
opnemen. De vraag van hun professionele herscholing is gesteld.
Dit kan economisch enkel opgelost worden in de industrieel
gevorderde landen waar 200.000 of 300.000 mensen opnemen in het
productieproces heel gewoon is. Zo het barbaars kapitalisme
weigert om ‘dit risico te nemen’ uit schrik voor de werkloosheid
die reeds aan de horizon opdoemt, dan is het aan het
proletariaat, aan de arbeidersbeweging van deze landen, om
volgende elementaire humane eis tot de hare te maken: 'open
voor de slachtoffers van de nazi vervolging de grenzen van de
Verenigde Staten, Canada, Australië, van de vijf continenten'.
De arbeidersklasse heeft in haar strijd tegen de plaag van de
werkloosheid de eis voor glijdende werkuren gesteld en zal geen
moeilijkheden op haar weg vinden om enkele honderdduizenden
Joden in haar rangen op te nemen. Integendeel, ze zal deze Joden
tot bondgenoten maken die van grote waarde zullen zijn in de
strijd tegen het kapitalisme, ze zal zich heel goed bewust zijn
hoe tragisch het lot van deze mensen is en tevens van de impasse
waarin het hele mensheid zich bevindt.
Het antisemitisme steekt weer de kop op, het
gevolg van specifieke sociale en historische omstandigheden, en
binnen de massa’s kleinburgerlijke Joden, zonder hoop en aan
lager wal, wint het zionistisch nationalisme aan invloed. De
brutale ‘gelijkschakeling’ in de concentratiekampen, ongeacht
rang en stand, heeft onvermijdelijk dit nationalisme versterkt,
zelfs onder de joodse arbeiders. Komt daarbij dat de
internationalistische solidariteit vanwege de arbeiders uit
andere naties ondermaats is gebleken. Het is nu aan hen die meer
bevoorrecht zijn dan de joodse arbeiders om het voortouw te
nemen. Ze moeten aan hun landen opleggen dat ze deze
overlevenden vrij laten immigreren. Dat is het beste middel om
de joodse arbeiders ervan te weerhouden zich bij de zionistische
utopie aan te sluiten.
De immigratie in Palestina
blijft meer dan ooit een utopie
Wanneer nu honderdduizenden Europese Joden
dringend naar Palestina willen emigreren komt dat in de eerste
plaats omdat in de rest van de wereld de deuren voor hen
gesloten bleven. De vreselijke vervolgingen van de laatste jaren
hebben hun bewustzijn danig getekend. Daar het
wereldproletariaat relatief passief is gebleven richten ze nu
hun blikken naar dit ‘Beloofde Land’ omdat alle landen ter
wereld hen werden verboden.
De oorlog heeft in Palestina, zoals in het
hele Midden-Oosten gezorgd voor een korte periode van snel
groeiende welstand. Dit was het gevolg van de geïsoleerde
positie waarin die landen waren terecht gekomen alsook waren ze
omgebouwd tot een uitgestrekt militair arsenaal van het 8ste
Leger. Ook in de Verenigde Staten had de welvaart die tijdens de
oorlogsjaren was gegroeid aanleiding gegeven tot het opstellen
van die onwezenlijke plannen van de heren Wallace en C°. Die
plannen voorzagen in tenminste ‘60 miljoen jobs’. Zo ook was de
kortstondige voorspoed van Palestina de start voor het opstellen
van een ambitieus plan om een systeem in te voeren gelijk aan
het Amerikaanse ‘TVA’. [3] Men
wilde het land leefbaar maken voor 1,5 tot 3 miljoen nieuwe
inwoners. Nauwelijks was de oorlog beëindigd of de prognoses van
A. Leon bleken punt per punt juist te zijn. Het probleem is niet
om plannen uit te werken om de woestijn in ene of gene land
herbergzaam te maken. Het probleem is die maatregelen ten
uitvoer te brengen, te komen tot een vernieuwde en buitengewone
aangroei van de productiekrachten. En dit moet gebeuren binnen
de algemene context van het kapitalisme in verval, met zijn
wereldmarkt gewurgd door een voortdurende overproductie. De
grote internationale monopolies staan altijd klaar om iedere
schuchtere concurrentie van de kaart te vegen, op welke plaats
op aarde die ook maar de kop zou opsteken. Eén jaar na de oorlog
kent de ‘bloeiende’ industrie van Egypte al een werkloosheid die
relatief hoger ligt dan die van de meest geïndustrialiseerde
landen. Elk stapje dat de economie in Palestina vooruit zou
zetten, zolang de omstandigheden waarin de wereldmarkt verkeert
nog niet ‘genormaliseerd’ zijn, wordt morgen de oorzaak van
bijkomende economische crisissen. Het centrale en concrete
probleem van de economie in Palestina zal in de komende jaren
niet zijn hoe ‘het land in staat te stellen om 100.000 mensen
per jaar op te nemen’. Het probleem zal zijn een bestaan te
verschaffen aan honderdduizenden Palestijnen getroffen door de
economische crisis. Wij durven te voorspellen dat ondanks de
artificiële toevloed van Amerikaanse kapitalen, dit probleem op
zich onoplosbaar zal blijken.
Het is een illusie, niet enkel economisch,
maar meer nog politiek en sociaal, om de emigratie naar
Palestina te zien als een ‘oplossing’ voor het probleem van de
Europese Joden die de oorlog hebben overleefd. De krachten die
gekant zijn tegen de aanwezigheid van de Joden in Palestina en
zich verzetten tegen het wereldzionisme hebben een verpletterend
overwicht. Een overwicht dat met de tijd enkel groter kan
worden. De zionistische leiders weten dit heel goed, en logisch
met zichzelf gaan ze juist daarom over tot uitzichtloze
guerrilla aanslagen.
Men herleze de heldere paragraaf waarin A.
Leon de onoverkomelijke hinderpalen analyseert die het zionisme
op zijn weg zal vinden. Dan zal men beseffen hoezeer dit door de
gebeurtenissen van de laatste maanden punt per punt werd
gestaafd. ‘In Palestina botst het joods nationalisme op een
Arabisch nationalisme dat steeds agressiever wordt. Door de
joodse immigratie begint Palestina zich economisch te
ontwikkelen waardoor het Arabisch nationalisme aan intensiteit
wint. Deze economische bloei van het land had zelfs tot gevolg
dat de Arabische populatie aangroeit, dat er een sociale
differentiatie ontstaat en een nationaal kapitaal het licht
ziet’. Men zal opwerpen dat in Palestina de verschillende
Arabische feodale partijen er nauwelijks in slagen om hun
wederzijdse grieven aan de kant te schuiven, om tot een eenheid
te komen tegenover de joodse ‘gemeenschappelijke vijand’. Maar
het is de Arabische burgerij uit Egypte, Libanon, Syrië en zelfs
Palestina, die meer en meer de leiding neemt van de
antizionistische stroming, die voor een grotere eenheid zorgt.
Een nieuwe economische groei in het Midden-Oosten kan enkel de
vorming van een Arabische burgerij bespoedigen, een Arabische
burgerij die nauw verbonden is door gemeenschappelijke belangen.
Ze zal niet nalaten om de stichting van een ‘joodse staat’ te
dwarsbomen. De illusie dat je een ‘welvarend land’ kan opbouwen
te midden een wereld in verval wordt hier de absurde illusie dat
je een ‘joodse staat’ kunt opbouwen midden een Arabische natie
die twintigmaal meer inwoners telt en meer en meer ontwikkeld
raakt.
Het zionisme en de
grootmachten
In het verleden, zelfs tijdens de oorlog,
verlieten de zionisten zich op de steun van het Britse
imperialisme. Echter, deze laatste ‘bedient zich gewoon van de
Joden als tegenwicht voor de Arabische dreigingen en stelt alles
in het werk om de joodse immigratie te dwarsbomen’. Niemand
twijfelt er heden ten dage nog aan hoe juist deze analyse wel
is. Op het ogenblik dat de centrale positie die het Britse
Imperium in de wereld inneemt - de belangrijkste schakel tussen
India en de Middellandse Zee - wordt bedreigd door zowel het
Amerikaanse imperialisme als de Sovjetbureaucratie is het voor
de City een kwestie van leven of dood om de Arabieren aan ‘haar
zijde’ te scharen. Onvermijdelijk zullen de Britten in de
toekomst minder en niet meer aan de Joden tegemoet komen. Niet
omwille van de ‘rechtvaardigheid’, niet omwille van het ‘gegeven
woord’, niet uit schrik voor terroristische ‘dreigingen’ zullen
de Britten het risico lopen om de controle te verliezen over het
Suez kanaal of over de laatste petroleumbronnen die hen nog
resten.
Teleurgesteld in de houding van de Engelsen,
richten de zionistische leiders zich tot de Amerikanen, zijn
zelfs bereid om zich morgen, in ruil voor tijdelijke steun, in
de armen te gooien van de stalinistische bureaucratie. Al deze
pogingen zijn tevergeefs. Waar het Amerikaanse imperialisme
heden ten dage veinst dat het de zionistische zaak genegen is,
is dit niet zozeer omdat Truman electorale overwegingen
koestert, dan wel omdat de Verenigde Staten systematisch in het
Midden-Oosten willen binnendringen. De magnaten van de Yankee
petroleum hebben zich al serieus genesteld in Saoedie Arabië en
lonken begeerlijk naar Irak, Transjordanië en de hele Arabische
wereld. Ze willen er vaste voet aan de grond krijgen op de rug
van de zionistische beweging. Ze willen dat de Britten bij de
Arabieren in de problemen komen door hen te dwingen in te gaan
tegen de belangen van de plaatselijke bevolking. Toch blijft hun
doel niet zozeer de steun aan de zionistische zaak dan wel de
wedijver met het Britse imperialisme om de ‘vriendschap’ van de
Arabieren, dus om het recht de Arabieren uit te buiten. Grosso
modo kunnen we hetzelfde zeggen van de Sovjetbureaucratie. De
keuze tussen 20 miljoen Arabieren en minder dan 1 miljoen Joden
is vlug gemaakt. Voor alle grootmachten betekent een in de tijd
beperkte ‘steun’ aan de zionisten niks anders dan een
springplank om zich in Palestina te installeren en zo de steun
van de Arabieren te verwerven. Op het internationale schaakbord
is het zionisme een op voorhand verloren zaak.
De arbeidersbeweging en het
Palestijnse vraagstuk
Zolang de Arabische wereld onderontwikkeld
was leek de dominantie van het Britse imperialisme verzekerd. Al
die tijd kon de City haar klassieke bedrevenheid demonstreren,
buitengewoon behendig hierin door haar eeuwenlange ervaring, om
de tegengestelde belangen uit te spelen tussen de verschillende
koninklijke families, de religieuze sekten, de families van
grootgrondbezitters en de onderscheiden woestijnstammen. De
Arabische wereld heeft zich nooit tegen het imperialisme kunnen
verenigen louter op basis van een prekapitalistische
samenleving.
De snelle industrialisatie van het
Midden-Oosten en de opkomst van de Arabische burgerij hebben de
gegevens volledig omgegooid. Het imperialisme moest zich
verschansen in de stellingen van de achterhoede. Dit kwam
duidelijk tot uiting in het vertrek van de imperialistische
troepen uit Egypte en Libië, een aanwijzing dat er in dit deel
van de wereld iets aan het veranderen is. Maar zo de Arabische
burgerij tegen het zionisme tot een eenheid is kunnen komen gaat
dit niet zo gemakkelijk tegenover het imperialisme. Op haar
beurt komt die burgerij klem te zitten tussen de Britse
overheersers en een jong Arabisch proletariaat dat snel
aangroeit. De grote stakingen in Egypte, de Joods-Arabische
staking in Palestina, de oproerige algemene staking in Iran,
hebben het de burgerij duidelijk gemaakt welke dreiging er
uitgaat van het proletariaat. Niet alleen is ze er, in
economische omstandigheden die almaar slechter worden, niet toe
in staat om de situatie van de werkende massa’s te verbeteren,
ze ziet zich bovendien zelfs gedwongen om de levensstandaard te
drukken. Maar de fellah, eeuwenlang verdoofd door een miserabele
apathie, was een proletariër geworden, zich bewust van zijn
menselijke kwaliteiten, en hij weigerde naar zijn dorp terug te
keren. De verschrikkelijke sociale crisis die als een schokgolf
door de Midden-Oosten trok kan enkel als resultaat hebben dat er
tegen de dreiging die uitging van het volk een bondgenootschap
ontstond tussen de Arabische hoge burgerij, de grondadel en het
Britse imperialisme. Enkel het Arabische proletariaat is in
staat om de volkse massa’s van zo’n zes landen rond zich te
scharen en de imperialistische posities te bestormen. Enkel het
Arabische proletariaat kan de strijd voor de volledige en
onmiddellijke onafhankelijkheid van de Arabische wereld tot een
goed einde brengen.
Dit geeft meteen aan wat de arbeidersklasse
in Palestina te doen staat: zich in het Midden-Oosten integreren
in de schoot van de arbeidersbeweging tegen het Britse
imperialisme. Het is echter juist het zionisme dat de weg tot
deze eenheid tussen Joodse en Arabische arbeiders verspert en
zodoende de integratie onmogelijk maakt. Het verhindert elke
eenheid van de arbeidersbeweging in Palestina, een eenheid rond
de ordewoorden: dadelijke en totale onafhankelijkheid van
Palestina - onmiddellijk vertrek van alle Britse troepen -
verkiezingen voor een grondwetgevende vergadering op basis van
een directe en geheime stemming. Alle hybride formules
zoals die van een ‘binationale staat’
[4] weerspiegelen eigenlijk niks anders dan de weigering om
het nationalistisch standpunt te laten vallen. En dit gaat in
tegen het algemeen belang van het proletariaat, keert zich
direct tegen hen die zoiets formuleren. Enkel door een vrank
standpunt waarbij de voorhoede van de joodse arbeidersklasse het
opneemt voor een dadelijke en totale onafhankelijkheid van
Palestina, kan in een volgend stadium, in een soeverein
Palestijns parlement, het probleem van de joodse immigratie
gesteld worden. Enkel het Arabische volk, eenmaal bevrijd van de
imperialistische voogdij, zal het recht hebben om te beslissen
of het al dan niet gekant is tegen de immigratie van joodse
arbeiders. Doch de arbeidersbeweging in Palestina is opgedeeld
volgens nationalistische demarcatielijnen en het kan niet anders
of de Arabieren verzetten zich tegen die immigratie. Mogen de
joodse arbeiders in Palestina op hun hoede zijn! Indien ze zich
niet tijdig integreren binnen de arbeidersbeweging van het
Midden-Oosten zou het kunnen dat het eenheidsfront van de
Arabieren, dat nu gericht is tegen het imperialisme, zich keert
tegen de Joden zelf! Gekneld tussen het Britse aambeeld en de
Arabische hamer is het judaïsme in Palestina veroordeeld tot de
verdoemenis, ten minste als het joodse proletariaat geen
duidelijk klassenstandpunt begint in te nemen.
De toekomst is bedreigd
Verdelgd in Europa en met de ondergang
bedreigd in Palestina heeft het judaïsme zo te zien enkel nog
kans op overleven in de Verenigde Staten en Oost Europa. Maar
zelfs in de twee resterende centra dient de toekomst zich somber
aan.
Sinds in Rusland het eerste vijfjarenplan
werd doorgevoerd hebben de joodse winkeliers en ambachtslieden
zich massaal ingeschakeld binnen de lagere regionen van de
bureaucratie. Zo komen ze bloot te staan aan de gevoelens van
haat van de minder ontwikkelde lagen van de landbouwbevolking en
het proletariaat. Het antisemitisme dat in de USSR in
vloedgolven de kop opsteekt en door Stalin af en toe werd
misbruikt in zijn strijd tegen de linkse oppositie, dat alles is
al voldoende beschreven geweest om er nog op terug te komen. En
op een tragische manier, tijdens de invasie door de nazi’s van
het westen van de Oekraïne, bleek dat antisemitisme maar al te
echt toen er slachtpartijen plaatsvonden onder de joodse
bevolking nog voor de SS'ers er het joodse vraagstuk op hun
manier hadden opgelost.
Het conglomeraat van rijke boeren en
hooggeplaatste bureaucraten die mogelijks samen de kern vormen
van een nieuwe klasse van uitbuiters, telt in zijn rangen
slechts een onbeduidend aantal Joden. Het kan niet anders of ze
zullen, in een burgeroorlog tegen het regime, de antisemitische
gevoelens ten nutte maken. Het antisemitisme zal zich met geweld
tegen Stalin keren, net als de andere reactionaire krachten die
het heeft wakker geschud. Het antisemitisme zal gegalvaniseerd
worden door de haat die de kandidaat uitbuiters koesteren tegen
de ‘scheppers’ van de Oktoberrevolutie en zal gestimuleerd
worden door een nieuw soort religieus mysticisme. Moest het zo
ver komen dat het regime zou ineenstorten onder de gezamenlijke
slagen van het imperialisme en de binnenlandse vijand, zal
geheel de joodse bevolking in het westen van Rusland vernietigd
worden. Men mag met zekerheid stellen dat het Sovjetregime dan
zal neerploffen op het lijk van het Russische judaïsme.
In het Amerika van na de oorlog zijn de
georganiseerde arbeiders een gigantische kracht van 15 miljoen
aangeslotenen geworden die zich voortdurend meten met Wall
Street, de grootste kapitalistische kracht ter wereld, in
schermutselingen die het begin inluiden van een oorlog tussen de
beide klassen. Dit zal tenslotte beslissen over het lot van de
mensheid. Op het ogenblik dat de arbeidersklasse georganiseerd
tot de politieke actie zal overgaan wordt het voor de burgerij
een kwestie van leven of dood om de minder ontwikkelde lagen van
de bevolking en de kleine burgerij tegen de arbeiders op te
zetten. Hoewel erfgenamen van de ‘liberale’ en ‘humanistische’
geest van Jefferson en Lincoln zal ze geen ogenblik aarzelen om
eigen stoottroepen te vormen. Ze zal een beroep doen, zoveel het
kan, op de laagste instincten, de stinkende uitwasemen van het
meest ontaarde racisme en duistere obscurantisme, die heden ten
dage nog sluimeren in de schoot van de Amerikaanse samenleving.
Dat die krachten potentieel aanwezig zijn wordt voldoende
bewezen door bewegingen als de Ku-Klux-Klan, de organisaties van
de priester Caughlin en van Gerald K.L. Smith.
In de ‘society’ als dusdanig en ook binnen de
60 families heerst er een sfeer die afwijzend staat tegenover de
Joden, zo tenminste het militant antisemitisme nu al niet de
bovenhand heeft. [5] Het is voor
een Jood praktisch onmogelijk om zich te laten inschrijven aan
sommige ‘deftige’ universiteiten. Hij kan geen lid worden van
sommige clubs of in dienst treden bij sommige handelshuizen of
banken. Binnen de ondergeschikte lagen van de bevolking, de
middenklasse of de kleine burgerij, zij die morgen het
gevaarlijkste krijgsvolk zullen leveren aan het Amerikaanse
fascisme is die stemming minder uitgesproken. Tijdens de oorlog
heeft het antisemitisme een enorme vlucht genomen binnen het
leger en in het land als dusdanig. De Amerikaanse Joden werden
opgesloten binnen bepaalde sectoren, ware het als handelaar,
intellectueel, ambachtsman of arbeider. Wanneer er een zware
sociale crisis zou uitbreken en in deze sectoren de concurrentie
en de werkloosheid hoge toppen zou scheren, dan kan het militant
antisemitisme van deze groepen uitgroeien tot een potentiële
kracht die heel hard kan optreden en enkel nog wacht op een
politieke partij om zich om te vormen tot een verschrikkelijke
pletwals.
Wie durft er te beweren dat ‘de Amerikanen
nooit zo ver zullen gaan als de nazi’s’? Zelfs een schuchtere
semi-liberaal als Sinclair Lewis heeft goed begrepen dat ‘dit
evengoed kan voorvallen’ in de Verenigde Staten. Een heersende
sociale klasse, enorm rijk en al even cynisch, zal geen enkele
schanddaad of wreedheid uit de weg gaan om haar heerschappij in
stand te houden, ware het maar voor enkele jaren. Moge men de
honderden rapporten lezen over de ‘systematische opleiding tot
gewelddaden’ die werd gegeven aan Amerikaanse soldaten om de
Japanners aan te pakken, Dezelfde instructies als in de
opleidingskampen van de Duitse SS'ers om de Joden onder handen
te nemen. Moge men in de feiten de vernederingen bestuderen, het
sadisme doorgedreven tot op een hoogte die je niet zou
verwachten bij de Amerikaanse bezettingstroepen in Duitsland en
Japan. Al vlug komt men tot het besluit dat niet enkel de kans
groot is, maar meer dan waarschijnlijk dat een Amerikaanse
fascistische beweging in zijn technische ‘vervolmaking’ de
brutaliteiten van de nazi antisemieten ver zal overtreffen. Zo
we tijdens de volgende tien jaar in de Verenigde Staten niet de
getuige zijn van een proletarische revolutie dan wacht het
Amerikaanse judaïsme slachtingen die Auschwitz en Majdenek
zullen doen verbleken.
Het joodse vraagstuk kan
enkel opgelost worden door de crisis op te lossen
Deze vooruitzichten kunnen somber lijken, te
afschrikwekkend. Er wordt gezegd dat binnen tien of twintig jaar
het joodse volk volledig zou kunnen vernietigd worden. Maar wat
Auschwitz en Majdenek betekenen voor de Joden, dat betekent de
atoombom voor de hele mensheid. Immers, het vooruitzicht dat de
Joden van de aardbol zullen verdwijnen sluit aan bij de kans dat
de menselijke soort volledig kan uitgeroeid worden.
Waar de joodse tragedie symbool staat, en in
zekere zin ‘de spiegel op de toekomst’ is van de tragedie
waarmee de hele mensheid worstelt, zo ook is de uitweg die voor
de mensheid open blijft, diezelfde weg waarlangs het joodse
vraagstuk kan opgelost worden. Deze sombere kijk op de toekomst
die hierboven werd geschetst is slechts een van de alternatieven
die aan de volkeren van de vijf continenten worden geboden. Er
wordt verondersteld dat het wereldproletariaat en in de eerste
plaats haar sterkste wereldmacht, de Amerikaanse
arbeidersklasse, vooraf een nederlaag heeft geleden. De
klassenstrijd die op wereldschaal de komende tien jaar over de
toekomst van de mensheid zal beslissen, zal ook in min of
meerdere mate het lot van elk volk afzonderlijk bepalen. Het
bijzondere karakter van de joodse geschiedenis is enkel maar een
specifiek en ondergeschikt kenmerk van wat elk volk te wachten
staat, het resultaat van de sociale strijd waarin we verwikkeld
zijn. De klassenstrijd maakt de lotsbestemming van de Joden niet
minder afhankelijk van een overwinning of een nederlaag van het
Amerikaanse proletariaat als Rusland of China.
Het is echt niet nodig om nog eens terug te
komen op de oplossing die A. Leon voor het joodse vraagstuk
heeft geschetst in het besluit op het einde van zijn boek. Dat
het socialisme voor de Joden in de eerste plaats een ‘nationale
of culturele renaissance’ zou betekenen, of assimilatie, of een
combinatie van beide, zoals Leon denkt, dit is nog enkel een
voorwerp van discussie voor ongeneeslijke warhoofden. Ze zijn
nog aan het redetwisten over de sekse van de engelen op de
vooravond van hun ‘atomisering’. De problemen waarmee het
judaïsme wordt geconfronteerd zijn dezelfde problemen die zich
stellen voor de hele mensheid. Ze vereisen een zo radicale en zo
dringende oplossing dat men zich niet langer kan beperken tot
het propageren van voorlopige of halve maatregelen. Allen die de
revolutionairen ‘illusionisten’ noemen zullen echter ervaren dat
er geen grotere illusie bestaat dan te wachten tot diegenen die
de macht hebben met een uitvoerbare oplossing op de proppen
komen. Deze laatste doen immers niks anders dan bedenken hoe op
de meest geraffineerde manier de mensheid om zeep kan worden
geholpen.
De beproevingen die de mensheid zojuist heeft
doorstaan hebben de geesten met verstomming geslagen en heel wat
goede bedoelingen bleven ontredderd achter. De kleine burgerij,
in het bijzonder de intellectuelen, werden het meest getroffen.
Wie de gewoonte had om de wereld als ‘redelijk’ te aanzien
verloor zelf de rede bij al die absurde decadentie. Maar het
zullen deze sceptici niet zijn die het lot van de mensheid
zullen bepalen. De wil tot strijd van de arbeiders over heel de
wereld heeft zich gedurende het jaar dat volgde op de oorlog,
duidelijk gemanifesteerd. Het is op deze wil tot strijd dat de
revolutionaire voorhoede haar hoop moet vestigen om leden te
werven en te overwinnen.
Het meest getroffen onder alle volkeren, nog
in de verf gezet door hun speciale sociale structuur, hebben de
Joden zich het meest laten meeslepen in de psychose van wanhoop
en demoralisatie. Maar na enkele jaren zullen de onmiddellijke
gevolgen van deze nachtmerrie verdwenen zijn. Dat hun hoop om in
Palestina een nieuw leven op te bouwen tot een ruïne zal herleid
worden spreekt voor zich. Dan resten er voor hen op enkel de
negatieve polen die hen afstoten. De positieve pool, die van het
internationale revolutionaire proletariaat, zal hen echter na de
schitterende overwinningen die er zijn behaald, duidelijk hebben
gemaakt hoe sterk diens aantrekkingskracht wel is. Zo we geen
enkele reden hebben om te wanhopen in de toekomst van de
mensheid, zo hebben we geen enkele reden om te twijfelen aan de
joodse arbeiders. Zij zullen, na de reeks teleurstellende
ervaringen die ze hebben doorstaan, erkennen dat hun toekomst
onverbrekelijk verbonden is met de toekomst van het proletariaat
en de revolutionaire beweging. Zij zullen zoals in het verleden
terug een bijzondere en opmerkelijke plaats innemen binnen deze
beweging, en de prijs die ze bereid zullen zijn te betalen zal
er een zijn van hardnekkige toewijding, voor de zaak van het
socialisme.
15 juli 1946
E. Germain
Nota’s
[1]
Enzo Traverso: Understanding the Nazi Genocide, Londen
- Amsterdam, 1999, p. 51.
[2] ‘Enkele minuten voor ze
kompleet worden uitgeroeid hebben in Polen de laatste onder het
joodse volk een oproep gelanceerd aan de hele wereld om hulp te
vragen. Die oproep is niet aanhoord geworden. Wij weten dat
jullie, joodse arbeiders in Palestina, verschrikkelijk lijden
onder ons onvoorstelbaar martelaarschap dat zonder voorgaande is
in de geschiedenis van de mensheid. Moge zij die middelen niet
hadden om ons te helpen en die niets gedaan hebben weten wat we
van hen denken. Het bloed van 3 miljoen vermoorde joden
schreeuwt om wraak en het zal gewroken worden! En die kastijding
zal niet enkel de nazi kannibalen treffen maar ook al die
regeringen die niks deden om een volk te helpen dat veroordeeld
was tot de complete vernietiging door Hitlers gangsters. Ze
hebben zich beperkt tot mooie woorden. Dit zal geen van ons, de
laatste om te sterven, ooit vergeten en vergeven.
Moge deze laatste Stem uit de afgrond aan de oren komen van de
volledige mensheid!’
(L’extermination des Juifs de Varsovie, uitgegeven te
Brussel, februari 1945, E. Botte verantwoordelijk uitgever, geen
auteursnaam, p.p. 58-59)
[3] TVA: Tennessee Valley Authority.
VS regeringsagentschap in 1933 opgericht om overstromingen onder
controle te krijgen, scheepvaart te verbeteren, de
levensstandaard van de boeren op te krikken en om elektrische
stroom te produceren langs de Tennessee River. Een groots
programma om stuwdammen te bouwen, waterkrachtstations en
projecten om de vloedgolf te controleren vloeiden hieruit voort.
[4] Deze formule wordt voorgesteld
door de organisatie ‘Haschomar Hazaïr’ die zopas in Palestina
een onafhankelijke centristische partij heeft opgericht.
[5] Zo publiceerde autobouwer Henry
Ford The International Jew. The World’s Foremost Problem.
Het origineel bestaat uit vier delen en is samengesteld uit een
reeks artikels die zijn verschenen in het dagblad The
Dearborn Independent gepubliceerd tussen 1920 en 1922.
Geïnspireerd door het meest brutale antisemitisme had het een
aanzienlijke impact in Duitsland waar het al eind 1921 werd
vertaald. In Mein Kampf dat twee jaar later verscheen
verheerlijkt Hitler zowel de stellingen als de persoon van Henry
(Heinrich) Ford ‘het enige individu dat in Amerika weerstand
biedt tegen de Joden’. Meer nog, sommige passages zijn
letterlijk weggeplukt uit The International Jew zoals
de rol van de joodse samenzweerders in de Duitse en Russische
revolutie. |