Frans Buyens
|
Hier
volgen uittreksels uit de VRT-documentaire die Frans Buyens in
1972 maakte over Ernest Mandel. De volledige documentaire zal in
avant-première getoond worden op zaterdag 19 november 2005 naar
aanleiding van een colloquium in Brussel over Ernest. De
documentaire zal vanaf november beschikbaar zijn op DVD, samen
met een tweede DVD die in de maak is over het leven van Ernest
Mandel. (Chris Den Hond)
Mijn
ambitie is de wereld te helpen veranderen, de fundamentele
verandering van de maatschappij. Dat is een grootse ambitie,
omdat de verandering die wij willen teweegbrengen de grootste,
de diepste maatschappelijke omwenteling is in de geschiedenis
van de mensheid; we willen een maatschappij scheppen waarin al
degenen die tot nu toe uitgebuit en onderdrukt werden in de
rechtstreekse, onmiddellijke en dagelijkse zin van het woord de
meesters, de bazen worden.
Bliksemafleiders,
daar kan men tegen. Mensen die kritiek uitbrengen op de
maatschappij, scherpe wetenschappelijke kritiek, die de euvels
van de maatschappij ontleden, die zelfs profeten van onheil
zijn, dat speelt allemaal een positieve rol. Dat kan allemaal in
de maatschappijsystemen worden geïntegreerd. Waar het
gevaarlijk wordt, waar men zegt: "Tot hier en niet
verder", dat is het punt waar revolutionaire en kritische
theoretici niet alleen zeggen wat er slecht is, maar ook zeggen
dat je daar iets tegen moet doen. Oproepen tot actie, oproepen
tot handelen. Ik ben dus in de ogen van de heersenden een
gevaarlijk iemand, omdat ik mij er niet toe beperk te zeggen wat
iedereen weet en voelt, dat er fundamenteel dingen zijn in deze
maatschappij die niet kloppen, maar dat ik een stuk verder ga.
Waar zouden we naartoe gaan, wanneer al degenen die ervan
overtuigd zijn dat wij in een slechte maatschappij leven, zouden
beginnen te handelen tegen die maatschappij. Ik geloof niet dat
die lang zou blijven leven.
Waar
het regeringen in werkelijkheid om gaat, is niet zozeer de ideeën
per se te bevechten. Ideeën die in de lucht zweven, die op
papier staan, die gedrukt worden of alleen maar door het
gesproken woord gedragen zijn, dat vrezen die heren niet zo
sterk. Wat zij vrezen is de organisatie. Wat zij vrezen is de
georganiseerde actie, het georganiseerd trachten die ideeën te
verwezenlijken.
Waarom
is het belangrijk de maatschappij radicaal en globaal te
veranderen? Niet alleen om betere verhoudingen te kennen dan de
huidige, niet alleen om redenen van meer rationaliteit,
rechtvaardigheid en broederlijkheid, maar omdat het
voortwoekeren van een ten dode opgeschreven maatschappij
geweldige gevaren met zich meebrengt. Marx heeft 125 jaar
geleden reeds voorspeld dat, wanneer de mensheid zou toelaten
dat het kapitalisme overleeft, dat we dan een tendentiële
omvorming zouden kunnen krijgen van productiekrachten in
destructiekrachten. Wij zien vandaag op verschrikkelijke wijze
de potentiële verwezenlijking van die dramatische voorspelling.
We leven allemaal in de schaduw van een kernwereldoorlog en een
kernenergie die alle hogere vormen van leven op aarde zou kunnen
vernietigen. Wij leven nu in de schaduw van een permanente
milieuverontreiniging die de atmosfeer, het water, de
elementaire levensvoorwaarden voor de mens binnen een eeuw of
een halve eeuw reeds in vraag kan stellen. Wij leven ook in een
inwendige milieuverontreiniging van de mens door de
verschrikkelijke gevolgen die de kapitalistische vervreemding,
vervreemding van de producent, van de verbruiker, van de burger
in de individuen verwekt. De vreselijke toename van
geestesziekten, van verstoring van geestelijk en moreel
evenwicht in de individuen, kortom de gevaren die op ons
toekomen zolang wij in zulke maatschappij blijven leven. Die
gevaren groeien exponentieel. Ze nemen veel sterker toe dan de
economische groei, groeien veel sterker dan de materiële
rijkdom. Nu reeds hebben ze verschrikkelijke zaken tot gevolg,
de honger in de derde wereld, miljoenen mensenlevens worden elk
jaar vernietigd niet ten gevolge van de absolute verarming van
de mensheid, maar van de slechte verdeling of verkeerd gebruik
van de materiële hulpbronnen. Al die verschrikkelijke dingen
dreigen zich te vermenigvuldigen wanneer die irrationele
maatschappij verder blijft bestaan.
Als
je acht uur voor een baas werkt, als je acht uur aan de band
staat, als je acht uur mechanisch werk doet, dan kan je niet het
gevoel hebben dat je voor de ontplooiing van je eigen
persoonlijkheid werkt. Daarin kan het kapitalisme niet slagen en
daarom krijg je dus periodische uitbarstingen van ontevredenheid
tegen die vervreemding, tegen die arbeidsorganisatie, tegen die
bedrijfsstructuur. Dat is vandaag misschien de hoofdbron van
opstandigheid in de werkende klasse en de belangrijkste
verklaring waarom er gebeurtenissen zoals mei ‘68 komen. Dat
is ook de reden waarom mijn vrienden van de Revolutionaire
Arbeidersliga en ikzelf sinds jaren onder andere propaganda
maken voor de leuze van de arbeiderscontrole op de productie.
Che
Guevara
De
ontmoeting met Che Guevara in 1964 is voor mij een belevenis
geweest; de ontmoeting met een groot revolutionair leider die
zich in dezelfde traditie van Marx, Lenin, Trotsky
vereenzelvigt, die geen enkele persoonlijke machtswellust of
berekening of behoud van materiële voordelen nastreeft. Zijn
gedachten, beslommeringen en dromen draaiden uitsluitend om de
revolutie. Terzelfdertijd zou het zeer verkeerd zijn in hem een
romanticus te zien, iemand die alleen maar droomde en met zijn
hoofd in de wereldrevolutie of in de revolutie van Zuid-Amerika
leefde. Che, zoals trouwens Trotsky in Rusland tijdens de
opgaande jaren van de Russische revolutie, werd als een knappe
administrator beschouwd. Zijn ministerie was het enige waar de
mensen op tijd binnenkwamen, waar alles normaal functioneerde.
In de discussie, waar wij het vooral hadden over de
wetmatigheden en de perspectieven van de Zuid-Amerikaanse
revolutie heeft hij op een bepaald moment buitengewoon fier een
pakje met lucifers getoond, het eerste pakje lucifers dat in
Cuba zelf was gefabriceerd met brevetten van de revolutie en
waar elk lucifertje ook echt ontbrandde. Hij zei: "Even
belangrijk als de revolutie in Zuid-Amerika om het socialisme op
te bouwen is de zekerheid te hebben dat de zaken even goed
werken als onder het kapitalisme, dat het eten niet op vuile
borden wordt opgediend, dat de lucifers ontsteken als je een
sigaret wil aansteken." In die zin was dat een buitengewoon
rijke en rijpe persoonlijkheid. De latere geschiedenis en zijn
tragische dood kunnen alleen maar verklaard worden - zoals de
latere geschiedenis van Trotsky in de Russische revolutie - uit
de inwendige tegenstellingen van een zegevierende socialistische
revolutie, opgesloten in een economisch achterlijk land, waar op
zuiver sociaal-economische basis wel vooruitgang mogelijk is,
maar geen definitieve oplossing van de problemen die de
revolutie heeft gesteld.
Die
definitieve oplossing kan er maar alleen komen door de
internationale uitbreiding van de revolutie en het verschil
tussen Castro en Stalin of tussen Castro en de Russische
staatsleiding van de jaren 20 is dat die Russische staatsleiding
aan Trotsky in de jaren 20 niet de toelating heeft gegeven om
naar Duitsland te gaan om te proberen een rol te spelen in de
socialistische omwenteling in de rest van Europa en de wereld,
terwijl Castro nog altijd revolutionair genoeg was om aan Che
die kans wel te geven, namelijk de uitbreiding van de revolutie
in de rest van Zuid-Amerika te bevorderen met zijn eigen actie.
De
mens en het socialisme
Het
zal u misschien verwonderen wat ik u nu ga zeggen als orthodox
marxist, maar er zit in de mens een vonk die je niet kan
onderdrukken, die in elke maatschappij periodisch altijd weer
begint te springen. Dat is een vonk van zucht naar
rechtvaardigheid en gelijkheid, een vonk van opstand en
opstandigheid tegen onrechtvaardige, uitbuitende, ongelijke
toestanden. Wanneer ik zo overtuigd ben van de uiteindelijke
overwinning van het socialisme onder modellen van echt
arbeiderszelfbeheer en echte socialistische democratie, dan is
het in laatste instantie om die reden. Omdat er geen reden is
aan te nemen dat de mens van de 20ste of de 21ste eeuw zich
anders zal gedragen dan de mens van de eerste eeuw van onze
tijdsrekening, of dan de mens van de 15e, 16e, 17e of 18e eeuw.
“Als Marx zegt, de geschiedenis van de mensheid is de
geschiedenis van klassenstrijd, dan zegt hij ook - want dat zit
daar impliciet in: de geschiedenis van de mensheid is de
geschiedenis van de opstanden en revolutie tegen
klassenheerschappij. Dat gaat als een rode lijn in heel de
geschiedenis van de mensheid. Dat zal in de toekomst evenzo het
geval zijn als in het verleden. Die vonk van opstandigheid en
van zucht naar rechtvaardigheid kan geen manipulatie,
machtsapparaat of terreur werkelijk voor altijd dooddrukken.”
Ik
zeg niet - en dat is een misverstand dat dikwijls opduikt in
discussies tussen marxisten en katholieken - ik zeg niet dat het
socialisme op zichzelf alles oplost. Wij beloven niet het
paradijs op aarde. Integendeel, wij beloven maar kleine dingen.
Uitschakeling en verhindering van oorlog, honger, onderdrukking,
uitbuiting, ellende, ongelijkheid. Al de rest, wat Marx zeer
treffend "het menselijk drama" heeft genoemd, dat zal
pas beginnen onder die omstandigheden. Wat dat zal geven, welke
problematieken dat zal opleveren, kan geen mens nu al duidelijk
uitstippelen. Het enige wat we kunnen zeggen is dat het drama
dat we in de jongste duizenden jaren hebben gekend, een
onwaardig drama is voor de mens. Dat is een onmenselijk drama.
Dat is een drama op dierlijke basis, the struggle for life, de
strijd van allen tegen allen, homo homine lupus. Dat kunnen we
uitschakelen, daar ben ik vast van overtuigd. De rest, wel, de
rest zal dan beginnen. Dat is dan een uitdaging aan alle
geestesstromingen, morele stromingen, wijsgerige stromingen om
te zien wat er dan van de mens zal kunnen worden gemaakt, wat de
mens van zichzelf zal kunnen maken als zijn maatschappelijke en
zijn economische ellende zijn uitgeschakeld. Maar dat lijkt mij
toch wel een lovenswaardig doel om dat eerst uit te schakelen,
zelfs als we er vast van overtuigd zijn dat daarmee alle
problemen nog niet zijn opgelost.
Wanneer
ik mij dus trotskist noem of leninist of revolutionair-marxist,
dan is dat allemaal hetzelfde. Dan betekent dat dus dat ik
aanknoop bij die democratische traditie van de klassieke
socialistische en communistische arbeidersbeweging; dat ik
geloof dat geen machtsapparaat, geen éénpartijstelsel, geen
censuur, geen onderdrukking van het stakingsrecht, van de vrije
ontplooiing van de arbeiders nodig of mogelijk is bij een
werkelijke opbouw van een klasseloze, een socialistische
maatschappij.
Ik
geloof dat wij in het begin leven, in het beginstadium van de
poging tot een socialistische verandering van de wereld. De
eerste zegevierende socialistische omwenteling heeft pas een
halve eeuw geleden plaatsgevonden. Het tijdperk van de
socialistische revolutie heeft tot nu toe maar 50 jaar geduurd.
De fundamentele omvorming van de maatschappij vergt over het
algemeen meer tijd. Het tijdperk van de omvorming van de
feodaliteit tot het moderne kapitalisme nam 3 tot 4 eeuwen in
beslag. Ik geloof niet dat het 3 tot 4 eeuwen zal duren
vooraleer we in een socialistische wereld leven.
|