Cédric
Lomba: "Goede
avond, allemaal. Bedankt voor uw deelname aan deze conferentie. Allereerst wil
ik namens de Cercle Débat, Culture et Action plurielle Ernest Mandel en Abraham
Serfaty bedanken omdat ze aanvaard hebben aan dit debat hun medewerking te
verlenen.
Onze
Cercle kiest resoluut voor een socialistisch perspectief. We denken dat het
kapitalisme gelijk is aan oorlog, zoals in Joegoslavië, en synoniem voor
hongersnood, zoals in Somalië. We denken niet dat dit het einde van de
geschiedenis is en geloven bovendien dat we zelfde verandering mee kunnen
bewerkstelligen.
Ik
laat u nu in het gezelschap van Ernest Mandel en Abraham Serfaty."
Eric
Toussaint: "Welkom
iedereen. De bedoeling van deze avond is niet de polemiek maar de dialoog. Op
het podium hebben we immers twee revolutionaire militanten, marxisten,
internationalisten die sinds tientallen jaren hun ideologisch engagement
omzetten in daden wat hen, Abraham nog meer, vaak duur is komen te staan. We
prijzen ons nogmaals gelukkig dat hij in september 1991 is vrijgelaten. Een
eerste keer was hij al in Luik om over Marokko te praten en over zijn strijd
aldaar.
Ook
heb ik het vanavond eerder over een dialoog, omdat het dit keer niet over
Marokko gaat, om Europa of over actuele thema's, maar over een ruimere kwestie,
die daarom niet minder controversieel is. Niet voor onze kameraden weliswaar,
maar voor anderen, namelijk: over welk socialisme hebben we het na het
ineenstorten van de bureaucratische regimes in Oost-Europa, na het einde van het
zogeheten reëel bestaande socialisme. Is er nog een socialistisch perspectief
of een project die naam waardig?
Mag
ik aan beide sprekers vragen in enkele woorden te schetsen wat socialisme voor
hen betekent?"
Ernest
Mandel: "Voor
mij gaat het om een samenleving zonder
uitbuiting, onderdrukking of geweld,
gebaseerd op samenwerking
en solidariteit, waarin, zoals Marx bepaald heeft, zij die produceren, de
overgrote meerderheid van de mensheid, dus, verenigd zijn en hun lot in eigen
handen nemen. Een samenleving waarin zij zelf, op democratische wijze, de
prioriteiten bepalen bij het gebruik van de schaarse natuurlijke rijkdommen, de
zorg voor het milieu. het wegwerken van ongelijkheid en discriminatie tussen de
sociale klassen maar ook tussen volkeren, rassen, ethnieën, tussen man en
vrouwen tussen alle grote groepen van mensen die deze aarde bewonen."
Abraham
Serfaty: "Mijn
visie verschilt niet wezenlijk van
die van Ernest. Ook voor mij blij ft de essentie van wat Marx geschreven heeft
overeind. Toch wil ik enkele nuances aanbrengen. Voor mij is het socialisme eerder
de overgangssamenleving tussen het kapitalisme, of beter de kapitalistische
productiewijze en de communistische productiewijze. De definitie die Ernest
gegeven heeft slaat voor mij eerder op het begrip communistische productiewijze.
Het socialisme vormt er de overgang naar en is nog getekend door het
kapitalisme, zoals Marx trouwens zelf ook schreef.
Socialisme
voor mij betekent dan dat de arbeiders hun eigen lot in handen hebben. Ze dragen
nog de stigmata van het kapitalisme, er zijn nog kapitalistische kernen, we
komen er later op
terug, maar ze bepalen reeds hun
eigen lot en bijgevolg de te volgen weg voor deze samenleving. Dit wil
natuurlijk niet zeggen dat die hele toekomst al uitgetekend is en vastligt. Er
zullen nog crisissen volgen, vooruitgang en terugval, maar dit lijkt me de
essentie. Vanaf dat ogenblik kan het voornaamste van wat Ernest zei reeds geïntegreerd
worden: een humanistische, echt democratische samenleving die opbouwend is in
plaats van destructief, zoals het kapitalisme. "
Eric
Toussaint: "Ondertussen
zitten we toch maar met zware twijfels omtrent de mogelijkheden van het
socialisme. Dit zijn de erfenis van ervaringen in het voormalig Oostblok en van
het sociaal-democratische beheer van de crisis dat we momenteel meemaken. Daarom
vraag ik aan Ernest Mandel hoe hij de toekomst van het socialisme ziet, de
actualiteit ervan en wat zijn politiek engagement ter zake bepaalt?"
In
essentie komt de crisis niet voort uit het ineenstorten van de bureaucratische
dictaturen in het Oostblok
Ernest
Mandel: "We
moeten een realistische kijk nastreven, zonder overdreven opwinding
in de ene noch in de andere richting,
op wat ik de geloofwaardigheidcrisis zou willen noemen van het socialisme op
wereldschaal. Deze crisis ziet diep. Het zal de kameraden misschien verwonderen
dat ik dit zeg, maar ik ben ervan overtuigd dat deze crisis in essentie niet
voortkomt uit het ineenstorten van de bureaucratische dictaturen in het
Oostblok. Dit is slechts één aspect van een veel algemener malaise. Ik zou
zeggen dat de crisis al een decennium aansleept, zoniet langer. Er zijn er die
de oorsprong ervan zelfs leggen bij het mislukken van '68 in het Westen en de
inval van de troepen van het Warschaupact hetzelfde jaar, met het neerslaan van
de Praagse lente. Een precieze chronologie is van weinig nut. Belangrijk is te
zien dat die crisis niet van recente datum is en dat hij wortelt in
twee fundamentele aspecten van de economische,
politieke en sociale evolutie in
de loop van de laatste twee decennia.
Enerzijds
is er het begin van een lange economische recessie, die al begint in '73-'74.
Het kapitalisme zette naar aanleiding daarvan een grootscheeps offensief in
tegen, laten we maar algemeen zeggen de arbeidersklasse, de loontrekkenden, de
onderdrukten, de volkeren die in de Derde Wereld vechten voor bevrijding. De
massaorganisaties van de arbeidersbeweging en in de Derde Wereld zijn, op
enkele uitzonderingen na, niet in staat gebleken tegen dit offensief enigszins
efficiënt weerwerk te bieden. In veel gevallen zijn hun leiders bovendien
medeplichtigen geworden aan. zo al niet de uitvoerders van dit offensief. En
daar moeten we onmiddellijk aan toevoegen, om realistisch te blijven, dat de
werkende klasse, noch de volkeren inde Derde Wereld. evenmin spontaan een
adequaat antwoord hebben weten te vinden.
Was
dit adequaat antwoord er wel gekomen, dan had de wereld er nu helemaal anders
uitgezien. Antwoorden zijn er gekomen, soms indrukwekkend, maarniet opgewassen
tegen een dergelijke uitdaging. Dit is de eerste en wellicht belangrijkste
ontstaansreden voor de geloofwaardigheidcrisis van het socialistisch project.
We
moeten de vraag durven stellen naar een van de meest fundamentele stellingen van
het marxisme: de mogelijkheid tot zelforganisatie en zelf emancipatie van de
werkende klasse, een term die ik in de ruimst mogelijke betekenis wil gebruiken:
namelijk al zij die economisch verplicht worden hun arbeidskracht te verkopen.
De
twijfel wortelt in een realiteit die we niet kunnen ontkennen. Het initiatief op
wereldvlak, laten we het brutaal stellen, is in handen van de vijanden van onze
klasse. Op een of twee landen na, ligt het initiatie fin het andere kamp. Hun
successen zijn niet verpletterend, zoals in de jaren '30. Het fascisme staat
niet te trappelen voor de deur, de arbeidersklasse, de bevrijdingsbewegingen
zijn niet onder de voet gelopen, enkele uitzonderingen daar gelaten. Die
vergelijking gaat niet op, maar we moeten toch vaststellen dat de
krachtsverhoudingen veranderd zijn en blijven veranderen in het nadeel van de
uitgebuite en onderdrukte meerderheid, in de breedste zin.
En
daarop ent zich een tweede aspect van die realiteit: de massa's van werkenden
zijn zich bewust geworden, met veel vertraging, wat men kan betreuren, maar het
is zo, van het failliet van wat men hen had voorgesteld als het reëel bestaande
socialisme in het Oostblok. het beheersocialisme in het Westen en het
pseudo-socialisme van een aantal Afrikaanse en Aziatische regimes.
Voor
ons is het geen debat over de terminologie. Er heeft nooit socialisme bestaan,
noch daar noch hier. Zoveel is duidelijk. Daarginds, en ik wil graag Abrahams
formulering gebruiken ging het om een overgangsmaatschappij, maar dan
bureaucratisch scheefgegroeid. Fundamenteel antidemocratisch en in steeds
mindere mate in staat ook maar de fundamenteelste behoeften van de massa's te
bevredigen. En bij ons zijn socialisten de managers van de crisis en de
inlevering geworden.
Het
samengaan van die twee ontgoochelingen heeft, nog eens een diepe twijfel
veroorzaakt: loont het na twee mislukkingen. de moeite om het nog eens te
proberen'! En om wat te doen? Dit zijn de twee dieperliggende oorzaken van de
geloofwaardigheidcrisis van het socialisme op wereldschaal.
Nu wil
ik evenwel enkele bijkomende opmerkingen formuleren om deze vaststelling
enigszins te nuanceren.
Ten
eerste zijn mijn stellingen niet absoluut. Er bestaan uitzonderingen. Wat ik zeg
is vooral van toepassing voor die landen die al een oudere arbeiders- of
bevrijdingsbeweging hebben, die al heel wat watertjes doorzwommen heeft.
Daardoor zijn de ontgoocheling en het scepticisme des te groter. Waar de
werkende klasse relatief jong is sleept ze niet die resem van ontgoochelingen
met zich mee.
Het Braziliaans voorbeeld
Ik
denk aan het indrukwekkendste en welbekende Braziliaanse voorbeeld. Daar kan men
absoluut niet zeggen dat de werkende klasse of de arbeidersbeweging er de
laatste tien of twintig jaar op achteruit zou zijn gegaan. Het tegendeel is
waar. Ze zijn actiever geworden, beter georganiseerd. Dit wil ook weer niet
zeggen dat de strijd gestreden is, verre van daar, het kan nog slecht aflopen,
maar de situatie is er helemaal anders, de hoop is gebleven.
Het Zuid-Afrikaans voorbeeld
Een
tweede voorbeeld is precies van dezelfde aard: Zuid-Afrika. Ook daar
kan men niet zeggen dat de zwarte arbeiders er minder actief, minder goed
gehuisvest of georganiseerd zijn dan tien jaar geleden. De vooruitgang is er nog
spectaculairder dan in Brazilië. ~ Het ging dan ook om de meest verdrukte,
vernederde, rechteloze ~ arbeidersklasse ter wereld. Ze genoten niet eens
burgerrechten in hun eigen land. Ze hadden gewoon geen rechten. Ze verdienden in
de grote orde van twaalf keer minder dan hun blanke collega's. Op enkele jaren
tijd zijn ze er niettemin in geslaagd zich syndicaal en politiek te organiseren.
Ze hebben hierdoor democratische vrijheden verworven. Natuurlijk wordt er nog op
hen geschoten, het blijft een Derde- Wereldland met een semi-dictatuur, maar ze
betogen, en niet zoals vroeger. Ze betogen en ze staken met tienduizenden
tegelijk en ze krijgen zelfvertrouwen, want de resultaten liegen er niet om: het
verschil met de blanke lonen is van één tegen twaalf herleid tot één tegen
drie. Maar nog eens, ik wil geen te rooskleurig beeld ophangen. Ook hier kan het
nog zeer slecht aflopen. Maar vooruitgang is er, in te Tegenstelling tot de rest
van de wereld.
Zuid-Korea
Een
derde voorbeeld is Zuid-Korea waar een jonge, gekwalificeerde arbeidersklasse
zich begint te organiseren in machtige syndicaten die, ondanks de repressie
(heel wat syndicale leiders zitten in de gevangenis), de confrontatie aangaan
met de dictatuur. Als we de situatie overal ter wereld aandachtig volgen, zijn
er nog dergelijke voorbeelden aan te halen, maar ik laat het hierbij. Er zijn
dus uitzonderingen.
Ook het neoliberalisme is in crisis
Een
andere vaststelling, die ook een nuancering inhoudt van de
geloofwaardigheidcrisis van het socialistisch project, is dat ook het
neoliberalisme, of neoconservatisme niet meer is wat het in de jaren '70, begin
'80 was. Ik steek mijn leedvermaak niet onder stoelen of banken bij de
vaststelling dat Reagan, Thatcher, Bush, Kohl, die dachten gewonnen spel te
hebben, zich vergisten. Ze moeten een toontje lager zingen nu. Iemand beschreef
de wereldsituatie in termen van chaotische productieverhoudingen, hetgeen
uiteraard een boutade is. Chaotische productieverhoudingen bestaan niet. Maar
toch is de wanorde op wereldschaal indrukwekkend. En de dominantie van het
Amerikaanse imperialisme dat dit alles beheert, is in verval. Niet zomaar in
verval: de militaire suprematie van het yankee-imperialisme blijft overeind,
maar het land verloor zijn financiële en zijn industriële superioriteit en
zijn technologisch overwicht staat op zijn minst ter discussie. Maar nog
belangrijker is het feit dat geen enkel ander land die plaats heeft ingenomen.
Op
verschillende momenten in de geschiedenis werd de ene kapitalistische hegemonie
opgevolgd door de andere. Dit keer is dit niet het geval. Noch Japan, noch
Duitsland zijn in staat de V.S. als imperialistische gangmaker af te lossen en
over Groot-Brittannië of de Frans-Duitse alliantie hebben we het al helemaal
niet.
Van
die kant is er dus toenemende wanorde, waarmee een zeker onvermogen om te
handelen overeenstemt, dat samenvalt met oorzaken van eerder economisch
structurele aard, namelijk het feit dat we i n een lange periode van economische
depressie beland zijn, hetgeen ik een lange golf-depressie noem en die op korte
termijn, en ik zeg dat met veel overtuiging, geen enkele kans maakt om te worden
opgevolgd door een periode van expansie, vergelijkbaar met die van de jaren' 50
en '60. In de onmiddellijke toekomst zal deze depressie blijven voortduren, met
fases weliswaar van zeer beperkte heropflakkering waarin de economische
kringloop weer begint te functioneren. En essentieel daarbij is dat noch de
werkloosheid, noch de armoede zullen worden uitgebannen. Zelfs in de periodes
van economische heropleving blijft de werkloosheid stijgen. De armoede, de
marginalisering blijven uitbreiding nemen. Dit wil zeggen dat het imperialisme
en kapitalisme op wereldschaal zijn ware, barbaarse gelaat moest laten zien. De
massa's zijn niet idioot en evenmin blind. Het tegendeel geloven getuigt van een
elitaire visie en druist in tegen de realiteit. De massa's zijn sceptisch,
ontgoocheld, in zekere zin zijn ze in de war, maar ze zijn niet blind. Men kan
hen niet blijven op de mouw spelden dat alles is zoals in de 'beste aller
werelden'. Dat gelooft niemand, absoluut niemand.
Groeiende
miserie en barbaarsheid
Enkele
cijfers, ik zou er nog heel wat kunnen geven. Alleen al in de imperialistische
wereld tellen we momenteel al meer dan 50 miljoen werklozen. Dit is het
werkelijke cijfer, niet de vervalste statistieken waarmee regeringen, met
medeplichtigheid van de sociaal-democratie en de syndicale leiders hun blazoen
oppoetsen. Ik twijfel er niet aan dat dit cijfer de komende jaren zal stijgen
tot 60, 70, 75 miljoen.
Armoede
en marginalisering treffen, afhankelijk van het land, tussen de 5 en de 15% van
de bevolking. In de V.S., het zogeheten rijkste land van de wereld, hetgeen
trouwens niet klopt, treft dit fenomeen tussen de 35 en de 40 miljoen mensen.
Indrukwekkende cijfers. De barbaarse toestanden in de Derde Wereld worden
explosief, op zo'n manieren op zo'n schaal dat zelfs extreem-links in Europa de
omvang er niet helemaal kan van vatten. Alleen al in het vlak van de
werkloosheid tellen we waarschijnlijk meer dan 500 miljoen mensen zonder of met
maar een heel beperkte tewerkstelling. In de imperialistische wereld zijn dit er
50 miljoen. Dit zijn afgrijselijke cijfers, er bestaat geen ander woord voor.
Over
de gevolgen van deze barbaarse toestand voor de voedselsituatie kan ik zeggen
dat de genetische implicaties weerzinwekkend zijn. In het Noordoosten van
Brazilië, nog lang niet het armste gebied van de Derde Wereld is bij de armste
lagen van de bevolking als een gevolg van 3 generaties
devitaminose een nieuw ras van pygmeeën verschenen. Een nieuw pygmeeënras
dat gemiddeld 35 centimeter kleiner is dan de doorsnee Braziliaan. Ondenkbaar!
De Braziliaanse bourgeoisie en hun ideologen hebben bovendien het lef om deze
ongelukkigen de 'rattemannen' te noemen en wat met ratten moet gebeuren weten we
allemaal. Doorheen een ontmenselijkt taalgebruik wordt een vreselijke repressie
voorbereid, bij voorbaat gerechtvaardigd. Dit maakt misdaden mogelijk zoals ze
vroeger door de nazi's werden gepleegd.
De
idiotie van de imperialistische bourgeoisie, er is geen ander woord voor,
bestaat erin te denken dat een dergelijke ontwikkeling kan zonder weerslag voor
hun eigen situatie. De gevolgen zijn er nu al. Typische armoede-epidemieën
zoals cholera en T.B.C. steken opnieuw de kop op en zullen niet halt houden voor
de grenzen van de rijke landen
of gebieden of stadsdelen. Zo was
het vroeger niet en zo zal het
ook nu niet zijn. Wie het tegendeel
beweert versterkt de huidige idiotie alleen maar.
Nog
een schrikbarend cijfer dat goed illustreert in wat voor een wereld we leven.
Voorspellingen van de Wereld Gezondheidsorganisatie spreken van 30 miljoen
seropositieven bij het begin van de volgende eeuw, dus over iets meer dan 5
jaar. Terwijl 95% van die seropositieven in de Derde Wereld leven is 98% van de
preventie-inspanningen gericht op de imperialistische landen en niet op de derde
wereld.
Volgens
diezelfde WGO waren er in 19909 miljoen seropositieven waarvan 80% in de derde
wereld. In Thailand is 1 volwassene op 50 besmet. In een aantal Afrikaanse
landen beneden de Sahara is dat al 1 op 40 en in enkele Afrikaanse steden gaat
het om I op 3 personen (Rapport van de Wereldbank. 1993, p. 103).
Wie de
ware aard van het imperialisme kent hoeft zich hier niet over te verwonderen.
Maar nog eens, deze situatie is suicidair, ook voor de imperialistische landen.
Ziekten van een dergelijke omvang houden niet halt voor staats- of
klassengrenzen. De imbecielen die voor deze situatie (mede)verantwoordelijk zijn
graven hun eigen graf, letterlijk, en ik herhaal het, een flink gedeelte van de
wereldbevolking is zich bewust van de~e realiteit. Reacties zijn dus
onvermijdelijk.
De antwoorden op deze barbaarse toestand zijn
jammer genoeg beperkt
Maar
bij gebrek aan een geloofwaardig socialistisch project zijn deze reacties vaak
tijdelijk of beperkt, beperkt tot een facet, wat men in het Engels 'single issue
movements' noemt, bewegingen die zich op één enkel thema vastpinnen. In eigen
land bijvoorbeeld zagen we tegen de installatie van kernraketten een half
miljoen mensen op straat komen. Dit was enorm, uniek in de geschiedenis. Maar
dan is de beweging uitgedoofd. Waar zit dat half miljoen nu?
De
V.S.: prachtig voorbeeld! Een miljoen vrouwen voeren actie wanneer het Opperste
Gerechtshof het recht op abortus wil inperken. Ook dat was nooit gezien, maar
vandaag is er niets van overgebleven.
Zo zou
ik nog tal van voorbeelden kunnen geven. Vaak indrukwekkende reacties, zonder
weerga, maar ze doven uit na verloop Valt tijd. Ze worden niet gedragen door een
coherent en globaal maatschappijproject. Dit is voor ons allen een uitdaging én
een kans.
Het
socialistisch project opnieuw geloofwaardig maken zal niet vanzelf gaat. Het is
een werk van lange adem. Ik waag mij niet aan voorspellingen. Over het algemeen
beschuldigt men mij eerder Valt overdreven optimisme dan van pessimisme. Maar ik
denk dat er tientallen jaren nodig zullen zijn om de geloofwaardigheid van het
socialisme bij de grote massa te herstellen. Ik heb het niet over de
avant-garde. die evenwel ook weer niet zo klein is. Vroeger verstond men onder
avant-garde gewoonlijk splintergroepjes Valt enkele tientallen of honderden
personen. De avant-garde die vandaag de dag het socialisme blijft aanhangen telt
honderdduizenden aanhangers over de hele wereld. Maar uiteindelijk gaat het erom
de grote massa's weer tot het socialisme te bekeren en dat zal tijd vergen.
Vijftien, twintig, dertig jaar. Als we geluk hebben, zoals de generatie van de
1ste wereldoorlog die de Russische revolutie heeft meegemaakt, als we een
dergelijke meevaller zouden kennen zal het misschien iets vlugger gaan. Maar met
onvoorzienbare omstandigheden kunnen we geen rekening houden. Het proces moet
zijn eigen logica vinden, zijn eigen samenhang en dat vergt veel tijd.
We zijn in zekere zin terug bij het begin
aanbeland
We
staan in zekere zin terug bij het begin. Dergelijke woorden choqueren maar
lijken me realistisch. We bevinden ons in een situatie die doet denken aan die
van de eerste socialisten in de jaren '80 en '90 van vorige eeuw en de periode
tot midden de jaren '20 en voor een aantal landen bleef die zelfs voortduren tot
na de 2e Wereldoorlog.
We
staan weer aan het begin, maar gewapend met twee troeven waarover onze
grootouders absoluut niet konden beschikken. De eerste troef wordt vaak over het
hoofd gezien: de groei namelijk van de werkende klasse, numeriek, cultureel,
opleiding. Er is geen vergelijking mogelijk met de werkende ~ klasse van het
einde van vorige eeuw. We zijn nu met één miljard loontrekkenden, mannen en
vrouwen, over de hele wereld, die uiteraard geografisch ongelijk verspreid
leven.
Mythes
blijven een hardnekkig leven leiden. Gisteren was ik nog in discussie met een
kameraad uit Italië, Luciana Castellina, extreem-linkse afgevaardigde in het
Europarlement voor de Partito della Rifondazione Communista. Ik stelde haar de
vraag die ik in debatten en op meetings zo vaak krijg: "Men zegt dat de
grote bastions van de Italiaanse arbeidersklasse, te beginnen bij Fiat in Turijn
niet veel meer voorstellen." "Ah, zegt ze, dat is zo." En ik stel
haar mijn tweede vraag: "Hoeveel loontrekkenden werken er nog bij
Fiat?" Zij antwoordt: "150.000". "Héhé", zeg ik dan,
"niet veel voorstellen ...! Honderdvijftigduizend arbeiders bij één baas.
Noem je dat niet veel voorstellen"? Verzwakt zijn ze misschien wel, daar
heb ik het niet over. Maar zo'n aantallen bestonden vroeger niet, zelfs niet
tijdens de grote bezettingsgolf in Italië in de jaren 1919- 1920 en ook niet in
'45 of in '48. Men moet er zich goed bewust van zijn dat onze grootouders
numeriek niet zo sterk stonden. En daar moet je dan nog, ik herhaal het, de
stijging van het opleidings- en cultureel niveau bijtellen.
En
onze tweede troef is dat onze tegenstanders het opgegeven hebben en dan spreek
ik nog niet over de bourgeoisie maar over de arbeidersbeweging en de nationale
bevrijdingsbewegingen die in de bourgeoismaatschappij geïntegreerd zijn. We
hebben het uitzonderlijke geluk bijna zonder concurrentie de: verdediging van de
onmiddellijke belangen van de werkenden te willen overnemen: de arbeiders en
arbeidsters verdedigen tegen de inleveringen, tegen onderdrukking, tegen de
aantasting en inkrimping van de mensenrechten. Dit is niet niks.
Het socialisme heeft een toekomst, zij het een
onzekere
Het
samengaan van die twee troeven biedt het socialisme een toekomst, zij het een
onzekere toekomst. Het socialisme moet zich opnieuw definiëren en dan veel
gesofistikeerder en genuanceerder als vroeger. Het moet internationalistisch
zijn, solidair met de volkeren in de Derde Wereld, feministisch, ecologisch. Het
moet aandacht hebben voorzelfbeheer, voor mensenrechten, het moet pluralistisch
zijn en vooral trouw aan zichzelf: de praktijk en de principes moeten
samenvallen. Als de mensen vaststellen dat aan al deze eisen voldaan is, zoals
eind vorige eeuw het geval was, en met de communisten tussen 1917-1925. dan is
daar geen enkele leugen van de bourgeoisie tegen opgewassen. De hele
anticommunistische en antisocialistische propaganda, het hele
repressie-apparaat, de verleidingen van de consumptiemaatschappij dienen dan
nergens meer toe. Absoluut nergens.
Hoofdvoorwaarde
is trouw aan zichzelf te blijven, de eigen principes toepassen, niet bezwijken
voor de verleidingen van de Realpolitik die pseudo-realistisch is maar in
feite totaal onrealistisch. Indien deze voorwaarde vervuld is kunnen we aan onze
numerieke meerderheid een morele meerderheid toevoegen die ons feitelijk
onoverwinnelijk zal maken. "
Abraham
Serfaty: "Beste
kameraden. Ik wil om te beginnen zeggen hoe blij ik ben hier te kunnen zijn,
naast Ernest Mandel, hier in Luik dat een van de centra is van de Europese en
zelfs internationale arbeidersbeweging. Daarom heb ik met plezier de uitnodiging
aanvaard om hier vanavond bij jullie te zijn.
Over de toekomst en het waarom van het
socialisme
Allereerst.
voor ons, militanten uit de Derde Wereld. is het kapitalisme zonder meer het
wilde kapitalisme waarvan Ernest daarnet enkele voorbeelden heeft gegeven, zoals
het griezelige verschijnsel in het Noordoosten van Brazilië. Ze zijn niet van
die aard en omvang, maar ook in Marokko kennen we barbaarse toestanden. Jongeren
riskeren met kleine bootjes de oversteek naar Spanje, ook al is de kans dat de
zee hun graf wordt één op twee. De wanhoop is zo groot dat ze geen andere
uitweg zien. Dat is barbaars. Het model van het triomfantelijke kapitalisme van
het Noorden is voor de Derde Wereld totaal onaanvaardbaar. Dit is het
uitgangspunt.
Opgang van het fundamentalisme
Zoals
Ernest zopas al zei is het over de hele wereld momenteel één en al verwarring
wat betreft het alternatief van het socialisme. In de Arabische landen
bijvoorbeeld biedt de Islamitische beweging momenteel een alternatief dat heel
wat meer aanslaat, ondanks zijn ontwikkeling in de richting van wat men het
integrisme noemt, dit wil zeggen zijn meest fanatieke karakter. Dit geldt niet
voor alle landen. In Marokko hebben we nog lang niet het niveau van
strijdbaarheid van Brazilië of Zuid-Afrika bereikt, maar er bestaat een
democratische beweging waarvan de voornaamste motorde arbeidersklasse is.
Dit
democratisch alternatief bestaat dus. De oplossing die erin bestaat het hele
Noorden, en niet alleen het kapitalisme maar het hele Westen, overboord te
gooien alszijnde barbaars is een wanhoopsoplossing. Terugkeren naar onze
vroegere waarden in hun integraliteit, zonder onderscheid tussen wat waardevol
was en wat momenteel als achterlijk moet worden beschouwd, deze
wanhoopsoplossing botst met het alternatief dat ik eerst schetste en dat aan
belang wint.
In de
mate dat we kunnen werken vanuit de realiteit van onze landen, vanuit de strijd
van onze volkeren en trouw blijvend, zoals Ernest terecht zei, aan onszelf, tot
elke prijs trouw blijvend aan onze principes, is er nog toekomst. Ik kan ju
zeggen dat er in Marokko ook studenten zijn die niet wanhopig zijn, die niet
louter achterom kijken hoe het was. De arbeidersklasse durft ook nog de blik
richten op de toekomst. Al zijn ze vaag, ze heeft ideeën daaromtrent. En dit is
maar een klein voorbeeld tussen de grote voorbeelden van Brazilië en
Zuid-Afrika.
Verder gaan dan de weerstand tegen de dictatuur
Het
spreekt vanzelf dat dit voor de revolutionaire militanten in de Derde Wereld
niet volstaat. In Marokko is alleen al het ten allen prijze weerstand bieden aan
de tirannie de belangrijkste aantrekkingspool van dit alternatief voor het
Marokkaanse volk. Maar we moeten verder gaan. We moeten een maatschappelijk
project uitwerken, concreet voor onze samenlevingen, dat geloofwaardig is, dat
meteen in werking kan treden als de politieke voorwaarden vervuld zijn, een
uitvoerbaar, betrouwbaar project, dat rekening houdt met de mislukkingen van het
socialisme in Oost-Europa en met het ineenstorten van wat lange tijd hét model
was, namelijk de Sovjet-Unie. We kunnen ook leren van andere mislukkingen, niet
alleen van revolutionaire regimes maar ook van vastgelopen revolutionaire
ondernemingen en partijen die op het marxisme een beroep deden. God weet hoeveel
we er daarvan gekend hebben in
de Arabische wereld, communistische partijen die verzandden omdat ze
onder de voogdij bleven van de KPSU. Ze konden in Irak de macht grijpen maar
hebben er op last van Moskou van afgezien. Ze waren antizionistisch, maar hebben
hun antizionisme onder druk van de KPSU afgezwakt. Dit moest verkeerd gaan
en dit moest nog een aantal anderen in diskrediet brengen. We moeten oplossingen
uitwerken die gebaseerd zijn op onze onafhankelijkheid, op de realiteit in onze
landen, die rekening houden met alle mogelijke lessen maar verankerd zijn in
onze realiteit en geworteld in onze geschiedenis.
Verwijzen
naar Marx maar niet als naar de bijbel
We mogen natuurlijk onze principes niet
overboord gooien. En deze principes vinden we hoofdzakelijk bij Marx, op
voorwaarde dat we hem analyseren, erover nadenken en hem niet lezen als een
bijbel. Daarentegen moeten we ook een keuze maken uit wat de grote meesters
genoemd worden van het marxisme-leninisme uit de 20ste eeuw. Natuurlijk spreek
ik niet over Stalin. Ik wil trouwens een hulde brengen aan de internationale
trotskistische beweging, aan zij die vanaf de jaren '20 het stalinisme aan de
kaak hebben gesteld. Maar we moeten verder gaan. Ik vind persoonlijk dat Lenin
voor alle revolutionairen ter wereld een van de meesters blijft. Maar geen
meester die integraal moet nagevolgd worden. We moeten begrijpen hoe hij de
politieke conjunctuur in Rusland en vooral de dialectiek wist te beheersen. Dat
moeten wij ook leren, willen wij een revolutie voeren. Het marxisme is voor mij
vooral, zoniet uitsluitend, een methodologie van sociale dynamiek. Geen dogma,
dat weten alle echte marxisten. En Marx zelf heeft het natuurlijk al gezegd, dat
hij geen marxist was.
Het is niet alleen geen dogma, maar zelfs geen
verzameling recepten. Er bestaat geen revolutionairmodel. Elke revolutie moet
zijn eigen proces ontwikkelen. We moeten de sociale dynamiek leren beheersen en
gelukkig leren we dat nooit helemaal want de sociale dynamiek is altijd veel
rijker dan datgene dat we kunnen voorzien. We moeten ons op zijn minst leren oriënteren,
weten hoe te reageren, hoe de sociale dynamiek aan te moedigen of preciezer te
ontwikkelen.
En wat dit betreft moeten we terugkomen op een
fundamenteel probleem voor de internationale marxistische beweging: dat van de
revolutionaire partij. Van de modelpartij uit "Wat te doen?" van Lenin
weten we dat hij zelf later zei dat het niet dé weg is om een revolutionaire
partij op te bouwen. Maar toch blijft er iets van overeind. Dit model werkte om
de oktoberrevolutie te voeren. De toenmalige bolsjewistische partij was niet
bureaucratisch. anders had deze revolutie nooit kunnen slagen.
Gelukkig is de wereld ondertussen geëvolueerd.
De arbeidersklasse in jullie landen is veel ontwikkelder, de arbeidersklasse in
de ruime zin. volgens Marx' definitie van al zij die bijdragen tot het creëren
van meerwaarde. de ingenieurs op de research-afdeling en de computertechnici
inbegrepen. en niet alleen de handarbeider van vroeger. Ten opzichte van deze
arbeidersklasse als geheel moet elk in zijn land een maatschappijproject
uitwerken. Maar in ons land. terwijl velen van ons nog analfabeet zijn, terwijl
de arbeiders en de jongeren Marx niet hebben gelezen. is de cultuur wel
veranderd. Ik heb jongeren gekend die zich marxist noemden alleen omdat Marx de
klassenstrijd heeft gepredikt. Zo circuleren een aantal dingen, worden ze
verspreid. Er bestaat dus een cultuur die de arbeiders van vorige eeuw niet
kenden. De lessen van voorgaande revoluties, hun mislukkingen raken verspreid.
Ook het ontluisteren van de mythes hoort daaronder, zoals de mislukking van het
integrisme in Iran. Zelfs als zou morgen het integrisme in een of ander Arabisch
land de overhand halen, dan weten wij dat het zijn beperkingen heeft en dat de
revolutionairen uiteraard hun
alternatief moeten naar voor schuiven.
Momenteel
is een ontwikkeling bezig van de actie van de massa’s
Dat
zien we in Marokko, maar ook bijvoorbeeld in andere landen. Het Braziliaanse
voorbeeld is in dit verband zeer belangrijk. We kunnen niet meer zoals vroeger
beweren dat het marxisme van buiten uit, via de intellectuelen, de kennis in de
arbeidersbeweging binnenbrengt. Dit was verkeerd (zelfs toen was het niet Lenins
opvatting, maar hij heeft het beroemde citaat van Kautsky overgenomen), maar de
illusie bleef lang overeind. Het was verkeerd, nu is het bovendien onzin: er
bestaat geen kennis voor altijd, er kan er geen bestaan.
En als de massa's zich bewust zijn van de noodzaak om strijd te voeren -
dat zal natuurlijk niet vanzelf gaan-
dan komt een hele dynamiek op gang, een dialectiek, tussen de massa's en de
revolutionaire kernen. Ik spreek van revolutionaire kernen en niet per se van DE
Partij met een hoofdletter P. Ten onrechte zei men ons binnen de communistische
partijen: "De Partij heeft gezegd..." en het enige mogelijke ~
antwoord was "naam sidi", ofwel we buigen het hoofd en
berusten. Gelukkig is deze situatie nu verleden tijd.
In de
landen van de Derde Wereld waar dictatoriale en onderdrukkende regimes
bestaan, kan men geen gestructureerde partij uitbouwen met een Centraal Comité
dat regelmatig vergadert, dat een absoluut heilige politieke lijn uittekent,
enz. Dat is niet mogelijk. Er kunnen daarentegen wel revolutionaire kernen
bestaan die maar kunnen
overleven als ze zich weten vrij te maken van alle beperkingen van de
communistische partijen van het oud model die de massaorganisaties controleren,
die hun basis de te volgen politieke lijn dicteren..Men moet in tegendeel de
massa's zichzelf laten organiseren, studenten, arbeiders en waar men kan de
boeren hun weg van bevrijding laten
bewandelen, hetgeen in een Derde-Wereldland niet makkelijk
is. Men moet de weg openen voor de bevrijding via de ideeën, via
projecten, via een programma en allerlei soorten taboes ontheiligen. Op dat
moment zijn de massa's vrijer om zich te organiseren, er zijn militanten,
georganiseerd of niet, maar die via allerhande kanalen verbonden zijn met de
revolutionaire ideeën.
De
revolutionaire waarheid komt tot stand via stapsgewijze benadering
De
zelforganisatie van de massa's ontwikkelt zich dan verder. En de dialectische
verhouding tussen deze revolutionaire kernen en de zelforganisatie van de massa
is niet langer eenrichtingsverkeer. Dat kan ze ook nooit zijn. Maar men dacht
dat men er toe zou komen binnen het Centraal Comité de revolutionaire waarheid
uit te werken door het democratisch centralisme binnen de Partij en tussen
Partij en massa, waarbij de Partij de beweging synthetiseert. Dat is niet zo. De
revolutionaire waarheid komt geleidelijk tot stand, door stapsgewijze
benadering, door een permanente dialectiek tussen kernen en massa's. Niet een
partij die in haar eentje alles domineert, maar revolutionaire kernen, waarvan
de ene duidelijker marxistisch
kan zijn, de andere eerder getekend door het leninisme,
nog een ander neigend naar wat men in de Arabische wereld het Arabisch
socialisme noemt, enz. In de mate dat we globale doelstellingen weten uit te
werken rekening houdend met de historische situatie, in de mate dat we onze
sectarismes weten te overstijgen
omdat we beseffen dat we de waarheid nu eenmaal niet in pacht hebben, kunnen de
krachten gebundeld worden, voortgestuwd en verrijkt door beweging
van de massa's, hun ervaringen en hun strijd.
Die
gebundelde krachten zullen de beweging van de massa' s op hun beurt verrijken
met hun overwegingen en ideeën en zo zal de revolutionaire dynamiek zich
ontwikkelen. Ik ga nog verder.
De mislukkingen zijn niet alleen de revolutionaire mislukkingen maar ook de
postrevolutionaire.
We weten allemaal welke impact
het ineenstorten van de Sovjet-Unie heeft gehad.
Voor ons. Marokkaanse marxisten,
die reeds sinds de jaren '60 dit model in vraag begonnen te stellen was die
impact minder groot. Maar toch blijft het een project dat daadwerkelijk ten
onder gegaan is.
De
macht grijpen en dan de impasse
Ook grepen
revolutionairen de macht om
daarna in een impasse te belanden. Bekijken we het voorbeeld van dé revolutie
bij uitstek voor de Derde Wereld, de Sandinistische revolutie in Nicaragua. Deze
is niet alleen gestrand. min of meer mislukt zelfs, omwille van het Amerikaanse
imperialistische complot, maar ook omwille van de verhouding tussen het Frente
en de massa's. Eerst was er een formidabele dialectiek tussen beide. de
massaorganisaties
waren aanvankelijk autonoom en onafhankelijk, maar na de machtsovername zijn de
krachtsverhoudingen snel veranderd in dominantie van het Frente over de
massa-organisaties. Ook na een eventuele machtsovername moet de
onafhankelijkheid van de massaorganisaties, de levendige dialectiek, de
zelforganisatie van de massa's en de revolutionaire kernen behouden blijven. De
zelforganisatie van de massa's moet zich onmiddellijk opwerpen als een
tegenmacht. Macht corrumpeert, ook de socialistische macht, zoals we helaas
hebben gezien. Om die corruptie te vermijden is een tegenmacht noodzakelijk.
Zodra de machtsovername een feit is moet de staat worden afgebroken en dat kan
slechts door de zelforganisatie van de massa's in de plaats te stellen van de
staat.
Er
vallen dus heel wat ideeën te ontwikkelen en uit te diepen maar daarvoor moeten
we eerst in onze hoofden een aantal taboes doorbreken. Zowel in onze huidige als
toekomstige acties. In dit verband blijf ik er heilig van overtuigd dat het
socialisme, het socialisme zoals Marx het in zijn werk ontworpen heeft, het enig
mogelijke antwoord blijft op het kapitalistische barbarendom.
Er is
geen ander antwoord. En dit socialisme moet zich verrijken door de bijdragen van
alle progressieve organisaties en alle revolutionairen over de hele wereld.
Ik heb
een boek geschreven dat binnenkort verschijnt en waarin ik stel dat Marx'
ideologische overwinning op Bakoenin misschien te absoluut was. Misschien had er
meer van het anarchisme moeten geïntegreerd worden, precies wat betreft de
zelforganisatie van de massa's. Ook moeten we Rosa Luxemburgs opvattingen over
Lenin en de Partij erin integreren, enz...
Over
al deze punten moeten we nadenken. Ook over de bijdrage van de ecologisten, van
de vrouwenemancipatiebeweging. God
weet hoe de arbeidersbeweging die pioniersters, die opkwamen voor de bevrijding
van de vrouw, heeft misprezen en onderschat.
Het
enige antwoord van het kapitalisme is nog meer werkloosheid
Ik zeg
altijd aan studenten dat er in het Noorden krachten aan het werk zijn,
uiteraard, ze worden gedragen door mensen, maar fundamenteel op het niveau van
de technologie is de informatica de drijvende kracht. Door de informatica zullen
we kunnen doorstoten naar een
wereld waar geen slavenarbeid
meer zal bestaan. En daarop weet alleen het marxisme, het communisme een
antwoord. De fundamentele,
structurele impasse van het kapitalisme is dat het op deze mutatie geen antwoord
weet, tenzij nog meer werkloosheid. Het is aan ons, revolutionairen om een
antwoord te geven, om te laten zien hoe we kunnen aan boord leggen dat elk
menselijk wezen creatief bezig kan zijn.
Het
belang van de vrouwenemancipatie
Mannen,
vrouwen, kinderen zijn allemaal menselijke wezens. Het begint al bij de
kinderen. Hoe kan een kind creatief zijn als zijn moeder onvrij is?
Wie
zoals ik uit een land als Marokko komt kan alleen verwonderd zijn over die
buitengewone evolutie die vrouwen, ondanks de hinderpalen die er nog zijn, in
deze landen afgelegd hebben. Al die vrije vrouwen die over straat wandelen, dat
is toch fantastisch. Zij dragen de toekomst van de mensheid in zich en ik hoop
dat ook in onze landende vrouwen ooit vrij zullen zijn.
Ecologie
Ik kom
terug op de ecologie en meer bepaald opeen denkstroming bij enkele van ons, een
minderheid helaas, maar die aan belang wint. Onze landen ontwikkelen zich op
basis van onze eigen, concrete realiteit, onze identiteit en
niet een of andere mythische identiteit.
Religie is een onderdeel van onze identiteit maar ze valt er niet mee samen.
Fundamenteel wordt onze identiteit gevonden door de eeuwenoude relatie van een
collectiviteit van mensen met hun omgeving. Die omgeving moet daarom in stand gehouden
worden, zelfs gerestaureerd. De collectiviteit van mensen moet dus weer meester
worden over haar eigen omgeving en de ontwikkeling op basis van de
spitstechnologie in de hand houden. En dat kan. De kinderen van het Rif die nu
met hun bootjes de dood tegemoet roeien zouden in een vrij land, met behulp van
de technologie hun vallei kunnen omvormen tot een paradijs en er hun landbouw
uitbouwen. Dit in tegenstelling tot de verlaten woestijn die het kapitalisme
ervan gemaakt heeft. Dit wordt allemaal mogelijk. Maar dan moeten we die op
leefruimte gebaseerde identiteit respecteren. Op dat punt hebben de ecologisten
het bij het rechte eind. En dat geldt uiteraard voor de wereld in zijn geheel.
Tot
daar enkele ideeën, enkele bakens om aan te duiden dat het socialisme inderdaad
de toekomst van de mensheid is.
Het
communisme is de jeugd van de toekomst
Toen
ik een jonge militant was, heb ik dit
zeer juiste zinnetje geleerd: "Het communisme
is de jeugd van de wereld".
Inderdaad. En jullie, jongeren zijn de jeugd van de wereld.
Nog niet de communistische samenleving, maar jullie zijn het die voor
de ommezwaai moeten zorgen vanuit het dal waarin we ons nu bevinden. Over
tien, vijftien of twintig jaar als jullie aan het roer staan zal het communisme
werkelijk de jeugd van de wereld
geworden zijn."
Eric
Toussaint: "Ik
herinner er nog eens aan dat deze het resultaat is van een samenwerkingsverband
tussen verschillende organisaties. We staan immers
achter de co-organisatie als werkvorm
omdat hierdoor meteen het sectarisme
waartegen beide sprekers van leer trokken vermeden wordt. Ik wil het hierbij
laten en het woord aan de zaal geven.”
Didier
Brissa (SJW): "Ik
had graag geweten hoe u tegen de socialistische partijen in West-Europa
aankijkt. Hier in België bijvoorbeeld drijven deze partijen de sociale
huurprijzen omhoog, ze privatiseren openbare diensten… Is dat socialisme?
Kunnen we die partijen socialistisch noemen?
Andere
vraag: Ik maak deel uit van de antiracistische beweging hier en ik betreur
dat we met onze acties vaak zo weinig
jongeren uit Maghreb-landen, en
meer bepaald Marokkanen bereiken, omdat
die hier in Luik toch een belangrijke
gemeenschap vormen. Ik denk dat
dit voor het Westen een belangrijke
strijd is: doen inzien dat kleur en cultuur er niet toe doen, dat het
probleem er een is van sociale klasse.
Als zij hier uitgesloten worden heeft
dat veeleer met hun sociale klasse te
maken dan met hun origine.
De
enige manier om dat te bestrijden is samen. De Europese werkende mensen en zij
met ons. Over
de vraag van het internationalisme.
Is dit tot op vandaag geen
zwakke vertoning? De indruk ontstaat, zeker tijdens de beide wereldoorlogen
dat de socialisten van verschillende stromingen nog eerder op
elkaar schieten dan dat ze samen de strijd
tegen de oorlog zelf aangaan. Laatste
vraag: welke boodschap hebben jullie,
die toch prototypes zijn van de politieke actievoerder, voor ons, jonge
militanten en voor hen die pas beginnen te militeren?”
Hans
Kramish (PvdA) "Een
eerste vraag voor Abraham. Ik las dat het Marokkaanse volk in de jaren '50 zijn
bevrijding van Frankrijk duur moest betalen. Er wordt gesproken over 35
tot 50.000 slachtoffers. In '56 had in de Sovjet-Unie
het 20ste congres van de KP plaats waarop Chroetsjov het concept vreedzame coëxistentie
met de V.S. lanceerde, waarbij hij ervan uitging dat het imperialisme voortaan
vreedzaam zou zijn en dat een goede verstandhouding mogelijk was. In één adem
gaf hij de Europese Communisten de raad de revolutie via parlementaire weg na te
streven en praatte hij de vrijheidsbewegingen in de Derde Wereld een
pacifistische koers aan.
Op datzelfde congres kondigde hij ook aan dat
de Sovjet-Unie de Staat van het hele volk was. Hij vervangt dus wat voorheen de
Dictatuur van het Proletariaat genoemd werd, het feit dat het volk diegenen die
het socialisme willen omvergooien kan terugfluiten. Mijn vraag is of deze
koerswijziging u op dat ogenblik geïnspireerd heeft. U zei dat u het niet over
Stalin wou hebben, maar wat waren uw indrukken op dat ogenblik?
De tweede vraag is gericht aan Ernest Mandel.
Hij heeft destijds gezegd en ik citeer: "Momenteel vertegenwoordigt Boris
Jeltsin een tendens die het enorme
bureaucratische apparaat wil
reduceren. Hij treedt daarmee in de voetsporen van Trotski." Hij zei
dit in een interview met de Financieel Economische Tijd, in een dossier van 23
maart 1990. Ik had graag gehad dat Ernest ons uitlegde wat hij daarmee bedoeld
heeft. "
Leo
(SAP): "Ernest zei dat er
nog tientallen jaren nodig zijn om de mensen voor het socialisme terug te
winnen. Ik denk dat hij daarmee voor een keer te pessimistisch is. Wanneer zich
zoiets voordoet als in de Sovjet-Unie, als het inderdaad aan ons is om het
socialisme uit te leggen, te verklaren waarom het regime in elkaar gestort is,
enz., als wij, minder briljant natuurlijk, diezelfde lezing moeten houden die
Ernest vanavond hield, dan denk ik inderdaad dat het niet veel sneller zal
kunnen dan wat hij ons voorhoudt.
Maar ik geloof dat het kapitalisme zover
is dat het meer en meer produceert met minder en minder mensen. Dat lijkt
voordelig, een kapitalisme dat steeds beter werkt. Het probleem is dat we
al de rommel gewoon niet kwijtraken die we zo goed en zo snel maken in onze toch
zo technologische fabrieken. Bij Cockerill werkt maar half zo veel personeel als
10 jaar geleden en men produceert evenveel ton. Die andere helft die daar niet
meer werkt, loopt op straat, letterlijk, ze lopen, want een auto kan er niet af.
Daarom gaat Cockerill erop achteruit. De' auto-industrie heeft minder en minder
van hun staal nodig.
Daarenboven wisten en weten de syndicale
verantwoordelijken, de PS en de Jean Gandois (Franse crisismanager die voor de
overheid het staalbedrijf Cockerill Sambre heeft geleid) en de huidige managers,
hoe onderlegd ze ook zijn niets meer te bedenken dan brugpensioen, deeltijds
werken, opleiding... Alles wat de pil kon vergulden hebben ze' gedaan. En nu is
de werkgelegenheid weer bedreigd. Ik weet niet wat ze nu weer gaan verzinnen.
Het voorbeeld van Cockerill kan gerust uitgebreid worden naar andere sectoren,
over heel Luik, heel België, heel Europa.
Heeft de arbeidende klasse met al haar potentiële
macht, wanneer zich een ernstige crisis van het kapitalisme voordoet, wanneer
dit kapitalisme explodeert of implodeert zoals in '29 op Wall Street, een andere
keuze dan socialisme of barbarendom? Mensen die elkaar te lijf gaan met ijzeren
staven om een job te krijgen en de andere te beletten die in te pikkel1... Is
dit nog aanvaardbaar? Dit is kannibalisme! Moeten de mensen dan niet vanzelf bij
het socialisme terechtkomen? Ben je niet wat pessimistisch als je stelt dat wij
de boer moeten opgaan om tientallen jaren lang te prediken dat het socialisme
beter is dan de rest'! Ik denk dat het in de politiek wel wat sneller kan dan in
de fysica."
Abraham:
"Pas
op... of je zal de schepper uit zijn hoek lokken!"
Bert (PvdA): Abraham
heeft Lenin willen redden omtrent de opbouw van de Partij. Ik begrijp niet hoe
een revolutionair uit de Derde Wereld die een balans wil opmaken van de
communistische beweging de communistische partijen kan beschrijven als verlamd
door de bemoeienissen van de Sovjet-Unie. Een revolutionair uit de Derde Wereld
zou toch moeten toegeven dat er twee periodes geweest zijn en dat tijdens de
eerste periode, die van de Communistische Internationale, de invloed van de
KPSU, meer bepaald op de Franse KP en op andere partijen in landen met kolonies
eerder positief geweest is en hen aanzette tot een correcte
houding, tijdens de Rif-oorlog bijvoorbeeld en tegenover de
strijdbewegingen in de Derde Wereld. Dat onderscheid met de latere periode, die
van het verval van de KPSU, moet toch gemaakt worden.
Ernest:
"Verval
vanaf welke datum?"
Bert: "De
Communistische Internationale is ontbonden in '43, Stalin sterft in '53. Het
verval begint grosso modo vanaf 1960. De breuk wordt mijns inziens duidelijk
wanneer men de houding van de KPSU bestudeert ten aanzien van de revolutionairen
in de Derde Wereld. Daar ligt de sleutel.
Met
zijn analyse van de postrevolutionaire mislukkingen ontgoochelt Abraham mij.
Het lijkt mij te gemakkelijk een balans te willen maken van het socialisme en
het communisme en ongeveer van bij het begin al datgene te verwerpen wat gedaan
werd om te proberen het socialisme en het communisme uit te bouwen.
Over de ervaringen in de Sovjet-Unie kunnen we
nog discussiëren, maar om het
Sandinistische experiment te bekijken en te zeggen dat ze de massa de rug
hebben toegekeerd, vind ik overdreven. Hét verwijt dat men de Sandinisten moet
maken is dat ze laf geweest zijn, te laks tegenover de contra die in het
binnenland ongestoord haar overwinning kon voorbereiden."
Jean
Peltier (Socialisme International): ,
'Anders dan de stalinistische kameraad die mij voorafging denk ik dat de
kritiek die Abraham Serfaty maakte van een bepaalde traditie van
marxisme-leninisme, eigenlijk het pure stalinisme, dat lange tijd de
arbeidersbeweging heeft gedomineerd, dat die kritiek wel gegrond is. Wat ik wil
zeggen is dat deze kritiek lang niet voor iedereen nieuw is. Ik ben blij die
iemand als hij die kritiek formuleert. Maar de meeste kritieken komen toch van
mensen die met Trotski en na hem tegen het stalinisme in de revolutionaire
beweging gestreden hebben, m.a.w. zij die vanafl940 gedurende tientallen jaren
en onder allerlei vormen de trotskistische beweging gevormd hebben. Ik zeg dit
omdat men, vooraleer definitieve evaluaties te maken als revolutionair om te
beginnen de eigen geschiedenis moet herinneren en het feit dat zij nooit
bezweken zijn aan dat stalinisme met al zijn monsterachtige uitwassen in naam
van het marxisme.
En ik
ga direct verder met een kritische aanvulling op de uiteenzetting van
Ernest Mandel. Ik vind dat hij een aantaljuiste dingen gezegd heeft maar zijn
vaststellingen zijn al bij al zeer pessimistisch. Een uiterst belangrijk aspect
vind ik er niet in terug, namelijk de val van het stalinisme in het Oostblok.
Dat is in de eerste plaats het resultaat geweest van een beweging gedragen door
de massa van de bevolking in de Oost-Europese landen, een weigering van die
bevolking om deze regimes verder te blijven ondergaan. Voor ons is dit een
formidabele aanmoediging. Het toont aan dat de massa's niet altijd onderworpen
zijn maar in staat om dictaturen omver te werpen. Dit is belangrijk maar
belangrijker is dat in de ogen van heel links en de arbeiders het stalinisme een
compleet fiasco is gebleken. Het is niet in de eerste plaats verslagen door het
imperialisme maar door de mobilisering van de bevolking. Dit
biedt een enorme opening voor diegenen
die vandaag de socialistisch-revolutionaire
ideeën blijven verdedigen.
Daar moeten we volgens mij twee lessen uit
trekken. De eerste is dat we ons geen illusies meer moeten maken of beter dat we
er nooit hadden moeten hebben omtrent China, de Sovjet-Unie sinds Stalin, of
Nicaragua, die zogezegd socialistische landen die voorgesteld worden als min of
meer bureaucratisch gedegenereerde of gedeformeerde arbeidersstaten. Allen die
illusies gekoesterd hebben aangaande dit zogenaamd reëel bestaande socialisme
delen nu in de verwarring. Een gedeelte van de trotskistische beweging verkeert
volgens mij in dit geval.
Een laatste punt houdt in dat we niet mogen
terugvallen in de fouten van het verleden. Ik lees nog steeds artikels in Rood
of andere publicaties van de IVde Internationale, waarin een aantal Derde
Wereldlanden opgehemeld worden. De Sandinistische beweging bijvoorbeeld. zij het
sinds hun nederlaag een ietsje in mineur, of nu opnieuw de Braziliaanse PT...
Wat
betreft Brazilië
Ernest
Mandel: "Eerst een kort
antwoord op de laatste spreker. Onze kameraden in Brazilië zijn tegenstanders
van de klassensamenwerking, tegenstanders van de deelname van leden van de PT
aan welke regering met de burgerij dan ook. Ze zijn trouw aan hun principes. Het
enige verwijt dat je hen kan maken is er één dat in het geval van Rosa
Luxemburg reeds door de geschiedenis is ontkracht. En dat is dat ze niet uit een
partij stappen met 600.000 leden waar ze totaal vrij zijn om hun ideeën te
verdedigen om een kleine secte te vormen van 500, 1000, 2000 of 3000. Als dat is
wat je hen verwijt, dan ben ik het niet met jou, maar met hen eens. Wat de
principes betreft doen ze geen enkele toegeving. Ze verdedigen hun ideeën en
niet die van de rechterzijde van de PT.
De PT is een partij die men grosso modo kan
vergelijken met de socialistische of sociaal-democratische partijen rond
1908-1910. Een partij die een linker-, een rechter- en een centristische vleugel
omvat. En om verder te gaan met onze analyse. Onze kameraden zijn met een kleine
kern tot die partij toegetreden. ik herhaal het, een partij met 600.000 leden
waarbinnen ze op het laatste congres met een ultra-principieel eisenplatform 12%
van de stemmen hebben gehaald. Ik zie niet in wat ik daar kan op tegen hebben.
Dit is volledig correct. En als diegenen die Rosa Luxemburg gevolgd zijn in de
Duitse sociaal-democratische partij dezelfde tactiek hadden toegepast waren de
kansen op een revolutionaire overwinning in 1919, '20, '21, '22 of '23 oneindig
veel groter geweest dan met de voortijdige afscheuring van enkele duizenden
communisten van een massa van honderdduizenden arbeiders die naar links
evolueren en niet naar rechts.
Wat
betreft het voormalige Oostblok
Je eerste opmerking is inderdaad niet compleet
naast de kwestie. Het zijn inderdaad de massa's die in het Oosten de dictaturen
hebben omvergegooid, maar om ze te vervangen door wat? Hebben ze die vervangen
door een regime van arbeidersraden? Door een staat die is gebaseerd op de
zelforganisatie van de massa's. Nee! Ze gingen ermee akkoord dat de dictatuur
vervangen werd door een regering of een staat die zich openlijk beriep op een
herstel van het kapitalisme.
Natuurlijk kan de vraag zinloos lijken voor hen
die, zoals jij, zeggen dat het kapitalisme er al bestond, maar ik kan je
verzekeren dat voor de arbeiders en arbeidsters in de voormalige Sovjet- Unie de
zaak niet zo simpel ligt. De inzet is laat ons zeggen 35 tot 40 miljoen
werklozen en een daling van de levensstandaard in de grote orde van 50%. Kunnen
we terzake dan werkelijk neutraal blijven? Zijn we dan maar voor privatisering
omdat dit nauwelijks verschilt van de bureaucratische staatskapitalistische
eigendom? Nee! We zijn niet neutraal, we zijn tegen herprivatisering, en ik kan
je verzekeren dat miljoenen arbeiders zullen opstaan tegen die privatiseringen,
de mobilisering is al bezig. En op dat punt staan jullie machteloos. Voor jullie
is er onder het kapitalisme geen herstel van het kapitalisme mogelijk.
Wij zeggen: "Vroeger was er geen
kapitalisme. Er was bureaucratische dictatuur, maar sociaal verschilde het
regime van het kapitalisme - laten
we niet zeuren over de precieze definitie -
maar het was verschillend. En het herstel van het kapitalisme, als het
lukt, hetgeen ik ten zeerste betwijfel, maar dat is een andere zaak, zou voor de
massa ex-Sovjetburgers een verschrikkelijke sociale en economische
achteruitgang betekenen.
De
massa in de ex-Sovjetunie moet zich op twee fronten tegelijk verdedigen:
namelijk tegen de privatisering
en voorde democratische vrijheden.
En die strijd zullen ze aangaan.
Over
de dictatuur van het proletariaat
De kameraden
die de vraag over het revisionisme stelden hebben op zijn minst een
vreemde opvatting over geschiedenis. Marx was voor de dictatuur van het
proletariaat, zoveel is duidelijk. De hele vraag ligt in de definitie. Laat me
één, één enkel citaat zien waarin Marx zegt dat de dictatuur van het
proletariaat uitgeoefend wordt door de revolutionaire partij. Onmogelijk! Marx
zegt: hét voorbeeld van dictatuur van het proletariaat is de Commune van
Parijs. En die Commune is verkozen door middel van algemene verkiezingen met een
meerpartijenstelsel. Meerpartijenstelsel! Jullie zijn de revisionisten, niet
ik! Ik ben voor de definitie van Marx.
Wat
betreft de zogenaamde bocht van de communistische partijen vanaf 1960
Je zegt dat de communisten en de communistische
partijen in de Derde Wereld vanaf 1960 onder invloed van het revisionisme
kwamen.
In welke wereld leven jullie? Ik kan als je
wilt documenten tonen: toen het Laval-Stalin pact ondertekend werd, een pakt dat
later bekrachtigd werd door het 7de congres van de Communistische
Internationale, kregen alle Communistische partijen, alle Communistische
partijen van de Franse en Engelse kolonies de instructie de strijd voor
nationale onafhankelijkheid op te geven, op te geven!! En de richtlijn werd met
bloedige repressiemaatregelen afgedwongen. Wanneer het Franse kolonialisme in
Algerije niet eens een nationale oproer maar gewoon enkele acties van de massa's
brutaal onderdrukte, het is schandalig, met tienduizenden doden voor gevolg,
toen heeft de Franse KP met Maurice Thorez als ondervoorzitter van de Raad deze
repressie over de hele lijn goedgekeurd.
In India, bij het begin van de volksopstand in
'43 heeft men leiders van de KP uit de gevangenis vrijgelaten om hen toe te
laten de Indische massa's om te praten om niet in opstand te komen tegen het
Britse kolonialisme. En ik zou zo nog een tijd kunnen doorgaan. De feiten zijn
bij iedereen bekend. Dit is geen trotskistische uitvinding. Er bestaan
documenten die dit bewijzen.
Een coalitieregering met de bourgeoisie?
Rechtse politiek? Maar mijn beste kameraden, er is iets mis met jullie geheugen!
Welke regering had Frankrijk na 1944? Was dat geen coalitieregering van De
Gaulle met de KP? De Italiaanse regering na de oorlog, ook dat is voor de dood
van Stalin, ook dat was een coalitieregering. Zei Thorez niet in 1944 op bevel
van Stalin: "In Frankrijk is slechts plaats voor één staat, één leger,
één politie'”? De staat, het leger en de politie van de burgerij, wel te
verstaan.
Was dat
dan niet revisionistisch? Heb je dat bij Lenin gevonden? Of bij Marx? En dat is
nog maar het topje van de ijsberg, een klein topje.
Stalin
heeft in de USSR een miljoen communisten afgeslacht
Waar jullie al helemaal overheen stappen in
jullie opvatting over de geschiedenis van de communistische beweging is dat
Stalin een miljoen communisten vermoord heeft, fysiek geliquideerd. Kan je je
dat voorstellen? Een miljoen communisten, bijna alle leden van het Centraal
Comité uit de tijd van Lenin, bijna alle staatshoofden en leiders van de
federale republieken uit de tijd van Lenin. Is dat verwaarloosbaar, soms? Is dat
een detail van de geschiedenis, zoals de onsterfelijke woorden van Deng Xiao
Ping over de moordenaar Pol Pot: "Een miljoen
politieke moorden in Cambodja... Wat heeft men toch tegen die kameraad?
Hij heeft enkele fouten gemaakt!" Een miljoen mensen vermoord, is dat een
kleine fout?
We moeten ons toch bewust zijn van die
desastreuze balans van het stalinisme. "Vreedzame coëxistentie" is
een term van Stalin! Die begint niet bij Chroetsjov! Moet ik u de bronnen
opsommen?
In een
interview uit '35 stelt een Amerikaanse journalist Stalin de vraag:
"Maar toch, de KPSU is lid van de Communistische Internationale en de
Communistische Internationale is toch voorstander van de wereldrevolutie"!
En Stalin proest het uit: "Oh, dat is een misverstand. Wat hebben wij met
de wereldrevolutie te maken? Dat is een tragikomische misvatting"! Stalin
zegt dat, hé. niet Trotski!
Eerlijk,
doen voorkomen alsof het revisionisme pas vanaf 1960 is begonnen getuigt van een
volkomen verkeerd begrip van de geschiedenis.
Wat
betreft Jeltsin
en ik wil eindigen met dit punt... Dat gedoe
met Jeltsin. Dat is pure nonsens, wat men mij in dat interview doet beweren! Ik
heb een boek geschreven over de USSR,
"Ou va I'URSS de Gorbachev". Ik heb mijn mening uiteengezet. Iedereen
weet dat je niet zowel voor als tegen iets kan zijn. Jullie
hebben ons even goed verweten dat we voor een revolutie waren, van onderuit
tegen Gorbatsjov, tegen Jeltsin en
tegen de hele bende corrupte bureaucraten
en onderdrukkers. En dan geloven
dat ik Jeltsin met Trotski vergeleken heb, dat is absurd.
Het
enige wat men kan zeggen, dat is waar, is dat hij strijd heeft geleverd tegen de
bureaucratische privileges, maar dan op een hypocriete manier, want hij kan de
huik naar de wind hangen, beter dan wie ook in de hele geschiedenis. Hij heeft
daarmee in het land een zekere populariteit verworven, omdat de mensen die
bureaucratische privileges verfoeien. Goed. En diezelfde Jeltsin, want men moet
zijn biografie kennen, heeft op het laatste congres van de Oost-Duitse
communistische partij de lof gezongen van Honecker en Thaelmann, die grote
internationalisten, nietwaar... diezelfde Jeltsin! Vier keer heeft hij zijn
kazak gedraaid... Goed, laten we het er niet meer over hebben. "
Abraham
Serfaty: "Wij
proberen denk ik, samen, tegenover een zelfde vijand, het kapitalisme, te zien
hoe we een socialistisch project kunnen realiseren. Via de polemiek zullen we er
volgens mij niet komen. Ik zeg dat eerlijk, ik denk dat niemand ter wereld, geen
enkele revolutionaire politieke militant, geen enkele revolutionaire leider ter
wereld mag beweren nooit in zijn leven een fout gemaakt te hebben... Ik denk dat
de kameraden ongelijk hebben die elkaars woorden erop zitten na te vlooien om
dan voor de dag te komen met hij heeft dat of dat geschreven en achteraf is het
omgekeerde gebleken.
Het
gaat om het bouwen aan de toekomst. Ik wil daarmee niet zeggen dat we geen
lessen moeten trekken uit onze fouten, natuurlijk moeten we dat. Maar dan als
broeders onder elkaar, asjeblieft.
Ik kom
dadelijk terug op de twee precieze vragen die me bij het begin gesteld werden,
maar ik wil eerst iets kwijt over de achtergrond van de vragen die ik
voorgeschoteld kreeg.
Het Chroetsjov-rapport
Om te
beginnen preciseer ik. Toen Marokko in '56 onafhankelijk werd viel dat op een
maand na samen met de publicatie van het Chroetsjov-rapport aan het 20ste
congres. Ik kan jullie zeggen dat als ik het las, ik wel andere dingen aan mijn
hoofd had. Dit gezegd zijnde kennen we de gevolgen van het rapport, niet op
iedereen van ons, want de Marokkaanse KP was inderdaad blijven vaststeken, niet
alleen in haar afhankelijkheid maar in een regelrechte sclerose die het gevolg
was van die afl1ankelijkheid. Hoe wil je dat iemand nadenkt als hij afl1ankelijk
is'? Maar ondanks alles waren er nog enkelen, waaronder mezelf, die nadachten.
De
eerste vier jaren dachten we dat we het land konden opbouwen. Dat idee was
verkeerd maar ook weer niet helemaal. Er was een zeker enthousiasme om het land
op te bouwen, binnen een context die trouwens zeer vijandig was.
Vanaf
1960, na het mislukken van die eerste fase van opbouw van het land hebben we ons
moeten bezinnen. Ik vooral. In een periode dat Marokko geen enkel perspectief te
bieden had en het internationale niveau al niet veel meer. Over de lessen uit
dat alles, kan ik zeggen dat ik toen ben beginnen nadenken, niet alleen over wat
we gedaan hadden en over de fouten die we in Marokko gemaakt hadden, maar ook
over wat zich op het internationale terrein afspeelde.
De bijdrage van de 25 stellingen van de Chinese
KP in 1963
Toevallig
kwam op dat moment de bijdrage van de Chinese KP tot het internationale debat,
de 25 punten als ik me niet vergis. Ik blijf ervan overtuigd dat een aantal
essentiële punten daaruit voor de Derde Wereld en voor de revolutionairen in de
derde wereld tot op vandaag valabele stellingen blijven. Ik denk dat de essentie
van wat deze stellingen hebben bijgedragen ons geholpen heeft - wat Chroetsjov
zei had ons natuurlijk al de wenkbrauwen doen fronsen - maar de stellingen
hielpen ons om ons te bevrijden van een aantal paradigma's en kant-en-klare
modellen die op ons wogen. Afgezien nog van het feit dat we ons bewust waren,
maar dat was in Marokko niet echt moeilijk van het feit dat de Marokkaanse KP
niet echt een modelpartij was. Dat wisten we al enkele jaren omdat
ik en andere jongere kameraden later ook de Chroetsjov leer volledig hebben
verworpen hebben we een organisatie kunnen uitbouwen die zich
marxistisch-leninistisch noemde. Omdat we geen congres hebben kunnen houden -
waarom niet is genoegzaam bekend - is de benaming niet officieel veranderd,
maar in de praktijk spraken we van Marokkaanse Organisatie" Ilal El
Amam" (Vooruit) voor de arbeider. We beriepen ons op het marxisme en de
leer van Lenin, wat niet hetzelfde is als marxisme-leninisme en al helemaal niet
met dat koppelteken.
De bijdrage van het Maoïsme
Terloops,
het is waar dat het maoïsme - de leer van Mao Tse Tung, niet zoals het zich in
Frankrijk en naar ik begrepen heb ook in België heeft ontwikkeld - dat die leer
een correctie inhield op de opvatting van Lenin over de partij. Deze correctie
hield een eerste aanzet in tot dialectiek tussen de partij en de massa's,
hetgeen in de teksten van Lenin zeker niet duidelijk naar voor 1 komt, en al
helemaal niet in "Que faire".
Ik kan
zeggen dat onze organisatie inderdaad doordrongen was van die leer. Ik denk niet
dat wij dat betreurden, in de mate waarin de organisatie bleef openstaan voor
een denkpiste die in de richting ging van een grotere openheid tegenover het
concept van zelforganisatie van de massa's, een concept dat voorbijging aan de
autoritaire trekjes binnen de organisatie en in haar omgang met de massa en met
andere partijen, enz... Dit is voor ons effectief de erfenis geweest van wat men
het maoïsme kan noemen, of het del1kwerk van Mao Tse Tung. En ik verloochen
daar niets van.
In dit
verband zeg ik trouwens dat wij, revolutionairen van de Derde Wereld uit het
Chinese experiment enorm nuttige lessen kunnen trekken voor onze opvatting over
socialisme voor ons gedeelte van de wereld, positieve en negatieve lessen.
Positieve vooral in de zin van de openheid momenteel op het Chinese platteland
en ook elders, en als voorbeeld van hoe je met de boeren op weg kan gaan
richting socialisme. Bij mijn weten is dit op de wereld het enige experiment dat
in zijn revolutionair proces en in zijn proces van opbouw van het socialisme met
de boerenstand van een Derde Wereld land zo ver is gegaan. En god kan weten in
welke mate het platteland daar achter is op Europa. Het enige experiment dat zo
ver is gegaan in de aanbreng van iets nieuws is het Chinese.
De
fundamentele verklaring voor de bloei van de Chinese economie ligt niet in die
of die sector die voor het internationaal kapitalisme werd ontsloten, maar wel
in het feit dat de Chinese boeren door het proces van decennia van revolutie
bevrijd werden van eeuwenoude onderdrukkende systemen die op hen wogen. Die
bevrijding liet hen toe hun land op te bouwen, hun landbouw, hun fabrieken, in
de zin die ik zopas vermeldde.
Voor
mij blijft dit een zeer belangrijke les voor het socialistisch project in de
Derde Wereld. Ik keur de uitwassen van de Culturele Revolutie niet goed. Ik keur
zeker de repressie van 4 juni 1989 niet goed. Ik ga niet akkoord met de werking
van de Chinese KP, die nog altijd dirigistisch is. Ik ga niets pikken bij de
kameraden van de IV de Internationale of bij wat Ernest Mandel zegt, maar hun
benadering van die landen is nogal wat opener dan de stelling van het
staatskapitalisme. De bijdrage van de IVde Internationale houdt in dat in China
een sociale orde bestaat die verschilt van het kapitalisme.
Maar,
ik zou verder willen gaan. Als daar een andere sociale orde bestaat dan onder
het kapitalisme, ontstaat er een andere dialectiek tussen de massa's en de
macht. Ik zal niet zeggen dat die macht revolutionair is, maar er zullen
ongetwijfeld revolutionairen bij te vinden zijn. Een feit is dat de massa's
omdat ze onder een andere sociale orde leven, op de macht een andere invloed
uitoefenen.
Toen
de IVde Internationale trouwens het thema van Lenin van de bureaucratische
arbeidersmacht overnam, was dat in China geen echte arbeidersmacht, maar toch
een macht, een structuur met een klasse die de maatschappij overheerst en die
niet dezelfde is als onder het kapitalisme. Een structuur die gewijzigd,
vervormd, gebroken is door de bureaucratie maar geen klasse staatsbourgeoisie.
Dit
vergt enig denkwerk. Het leven is complex en zeker het leven van een samenleving
en het leven van een overgangssamenleving nog meer.
Een
dergelijke overgangsmaatschappij kan nog best terugkeren naar het kapitalisme,
zoals de jongste jaren de sovjetsamenleving, maar ze kan zich ook loswerken uit
de situatie waarin ze geblokkeerd zit en doorgroeien naar een nieuw socialisme.
Ik
hoop dat China die weg kan opgaan. Hoe China zal evolueren is niet te
voorspellen. Ik weet het niet. Maar toch, als we het hebben over hoeveel
tientallen jaren nodig zullen zijn om het socialistische alternatief weer
aantrekkelijk te maken, moeten we ook rekening houden met de Chinese factor.
Waar zal China staan over 10 jaar? Daar moeten we toch ook over nadenken.
Eén
les die we van Mao in elk geval onthouden hebben is dat we "op onze eigen
krachten moeten rekenen". Het gaat er voor ons revolutionairen van de Derde
Wereld niet om. en ik spreek over de Marokkaanse revolutionairen. te wachten tot
het Chinese socialisme overwint, om te zeggen "dat is het socialisme, dat
gaan wij in Marokko ook doen". Absoluut niet! Wij bouwen aan de revolutie
in Marokko met onze eigen krachten en aan een Marokkaans socialistisch project
in Marokko.
In dit
verband wil ik antwoorden op het concept van dictatuur van het proletariaat.
Ernest Mandel heeft zopas duidelijk herhaald wat dat bij Marx betekent. Laten we
dat niet vergeten. Gelukkig gaat de politieke wetenschap vooruit en is er in de
loop van de 20ste eeuw heel wat gebeurd rond dit concept. Het is het concept van
de hegemonie dat van Gramsci komt, dus niet de eerste de beste. Ik durf beweren
dat de juiste formulering van wat Marx bedoelde met dictatuur van het
proletariaat de hegemonie van het proletariaat is. Dat is waaraan we moeten
bouwen.
Voor
onze Derde- Wereldlanden is dit eenvoudig te begrijpen. In Marokko zijn er drie
financiële groepen, waarvan er twee in handen zijn van volksmoordenaars: die
kan men onteigenen zonder schadeloosstelling. De derde zou men eventueel kunnen
vergoeden, maar dat is zeker niet de grootste.
Als
men zover is heeft men een volksmacht, niet alleen de hegemonie van het
proletariaat maar de overheersing van de werkenden als geheel. Op de manier
kunnen we de weg van het socialisme opgaan, ook als we honderden, duizenden
privé-kapitalisten
nodig hebben, hadden of zullen hebben, maar het zullen niet meer de compradores
zijn en niet meer de grootgrondbezitters. Die laag moeten we elimineren, al
bedoel ik dat dan niet fysiek. Ze hebben kastelen in Frankrijk. We kunnen ze
daarheen laten vertrekken. Frankrijk moet maar zien wat het er mee aanvangt.
Zover
gekomen zijn we de weg op van het socialisme en dat is mogelijk. In Marokko zijn
de voorwaarden aanwezig. Dit heet de weg naar het socialisme, die leidt naar de
overheersing van de werkenden op het geheel van de samenleving. Dan zitten we op
de weg van het socialisme. Dat is het. Dat is de definitie die ik in het begin
heb gegeven van socialisme.
Over de communistische internationale onder
Stalin
Een
laatste woord over de Communistische Internationale onder leiding van Stalin.
Ernest Mandel heeft het voornaamste al gezegd, maar als Arabier wil ik toch nog
iets in herinnering brengen. 1947 heeft voor de Arabieren een bijzondere
betekenis. In dat jaar werd het opdelingsplan voor Palestina goedgekeurd, met de
volle medewerking van Gromyko, minister van Buitenlandse Zaken van de
Sovjet-Unie bij de Verenigde Naties. En dat is in 1947! Alstublieft. Dat is nog
lang niet in 1960. We mogen een aantal dingen toch niet zomaar over het hoofd
zien!
Internationalisme
houdt ook het recht op zelfbeschikking in voor het volk van de westelijke Sahara
Een
laatste woord over het internationalisme. Dat is een van de belangrijkste
pijlers van het socialisme en van het marxisme. Voor onze organisatie Ilal El
Amam in Marokko mag ik zeggen dat het internationalisme ons toegelaten heeft
moeilijkheden te overstijgen die ons hadden kunnen doen stranden op de kaap van
het reformisme. Maar we hebben gezegd dat we onvoorwaardelijk achter het recht
op zelfbeschikking stonden van het Saharoui- volk. En daardoor konden we elke
mogelijke reformistische verleiding overwinnen. Het internationalisme is de
essentie van de internationale arbeidersbeweging en voor de beweging voor het
socialisme.
Internationalisme in beide richtingen
Voor
het werk met Marokkanen hier in België denk ik het volgende: als jullie,
progressieve militanten, Belgische revolutionairen, de arbeiders en de
Marokkaanse militanten vragen om mee te strijden tegen het racisme, dan moet ook
het omgekeerde waar zijn. Misschien krijgen jullie dan meer respons.
Over de socialistische partijen in Europa
Ik zeg
Europa omdat ik de Belgische socialistische partijen onvoldoende ken. Ik denk,
en ik baseer me daarbij op wat ik zie bij de Franse PS, dat we niet alles wat
zich daar afspeelt moeten verwerpen. De Chevènement -stroming bijvoorbeeld
beschouw ik persoonlijk als een onderdeel van de radicale krachten die kunnen
bijdragen tot een herstel van links. Niet in hun eentje, natuurlijk, maar
bijdragen, en niet noodzakelijk via hun leiders, tot een maatschappijproject
voor Frankrijk dat het socialisme herstelt. Waarschijnlijk liggen de zaken hier
voor een aantal revolutionaire militanten, een aantal kaders en leiders of een
aantal stromingen binnen de socialistische partijen niet anders. Toen ik vorig
jaar ook in Luik was, op vraag van Marokkaanse kameraden en van de
socialistische vakbond heb ik zelf vastgesteld dat binnen die vakbond militanten
en kaders te vinden zijn die werkelijk tot de internationale socialistische
beweging behoren.
De socialistische partijen beheren de crisis
Ernest
Mandel: "Ik
wil in herinnering brengen, wat de socialistische partijen betreft, dat begin de
jaren '80 in Frankrijk 65'10 van de leden van de Volksvertegenwoordiging, ik
zeg wel 65%, de lijn van het socialisme van de hervormingen vertegenwoordigde.
Hadden ze dan onvoldoende stemmen? Waarom hebben ze dat socialisme van de
hervormingen niet gerealiseerd? Waarom bleef de werkloosheid in Frankrijk
stijgen') Waarom werd de economische en financiële macht van de burgerij op
geen enkel punt, maar dan ook op geen enkel punt aangevallen!
Ik
constateer dat het debat niet gaat tussen reformistische socialisten en
revolutionaire socialisten, maar tussen diegenen die het socialisme laten
samenvallen met het kapitalisme, zij die het kapitalisme beheren. Dat is wat
onze SP in België doet. Ze beheert het kapitalisme in plaats van stap voor stap
het socialisme in te voeren. Ze doen zelfs niet alsof. Ondervraag hun leiders.
Vraag of ze in België het socialisme willen invoeren via de weg van de
hervormingen. Ze zullen antwoorden "NEE! NEE! Het kapitalisme moet
produceren (dit wil zeggen overheersen) en wij zullen wel herverdelen".
Voor mij staat dat gelijk met behoud van het kapitalisme door het socialisme.
Voor mij is dat geen socialisme, geen zachter socialisme, geen minder
gewelddadig socialisme.
In de
definitie die ik geef van betaalde arbeid, en die situeert zich in het verlengde
van Marx, Lenin, Plechanov, Rosa Luxemburg en vele anderen, omvat die betaalde
arbeid vandaag in de Westerse landen tussen 85 en 90% van de actieve
bevolking... Wie heeft er behoefte aan om geweld te gebruiken als hij de steun
heeft van die massa? Niemand. Kijk trouwens maar naar de intelligentste
bourgeois, ze weten het maar al te goed. Wat heeft De Gaulle gedaan in de tijd
van de algemene staking en de fabrieksbezettingen in '68 in Frankrijk? Heeft hij
het leger op de arbeiders laten schieten? Absoluut niet.
Hij
sloot het leger op in de kazernes. Want hij had schrik. Terechte schrik dat de
grote meerderheid van de soldaten de kant zou kiezen van hun vaders, hun broers,
hun vrouwen, hun vrienden, hun zonen... Hoe zouden ze anders gedood hebben?
In den beginne was de daad, niet het woord
Er
bestaan strijdbare stromingen binnen de arbeidersbeweging: revolutionaire
socialisten, socialisten van links. De terminologie doet er niet toe, ik ben
geen voorstander van wat sommigen zuivere principes noemen, van de aanhangers
van het Evangelie volgens Johannes: "in den beginne was het woord..."
Nee,
nee, nee, in den beginne was de daad, de praktijk. En tussen de revolutionaire
praktijk en de principes is er natuurlijk interactie. Ik ben het daar 100% eens
met Abraham. Maak de balans van de laatste honderd jaar: niemand heeft het
monopolie van het weten, van de wijsheid, van de door god ingefluisterde kennis.
Niemand die nooit een fout maakte. Probeer de theorie uit in de praktijk en
corrigeer zo nodig. Rosa Luxemburg heeft op dit punt het laatste woord. Ze had
volkomen gelijk, er bestaat geen vooraf ontworpen project voor de opbouw van het
socialisme. Indien die wel zo was, dan waren papegaaien die het project uit het
hoofd hadden geleerd de beste socialisten...
De opbouw van het socialisme door stapsgewijze
benadering
De
opbouw van het socialisme is een enorm laboratorium vol experimenten,
gedeeltelijke successen, gedeeltelijke mislukkingen, nieuwe vooruitgang...
Stappen zetten zoals Abral1éun zei, ik ben het volledig eens met de formulering
"stapsgewijze benadering". We komen er, we komen er. De volgende
experimenten zullen rijper zijn, ik zeg niet voor I 00%, maar toch doordachter
dan het Russische, het Chinese, het Cubaanse of het Nicaraguaanse experiment.
Over het maoïsme van het China van vandaag
Ik
denk dat Abraham illusies koestert, en dat is te betreuren, over wat zich in het
China onder Mao heeft afgespeeld en over wat er vandaag gebeurt. Als de
geschiedenis zou aantonen dat ik ongelijk heb, goed, dan zal ik dat graag
toegeven, maar ik vrees dat dit niet het geval zal zijn.
Eerst
over het denken van Mao. Het klopt dat in de gebruikte formuleringen over de
lijn van de massa enkele openingen voorkomen die men kan beschouwen als gericht
tegen de bureaucratie, als minder verticalistisch en bureaucratisch dan in het
marxisme-leninisme à la Stalin. Maar dat was toch niet echt moeilijk, dat was
toch het absolute minimum.
Wie
dat leest, en ik heb dat met veel aandacht gedaan botst op contradicties. Mao
zegt het volgende, in een boutade, maar sinds Freud zijn ook boutades met zin
beladen: "Men kan de plicht van een revolutionair samenvatten in een zin:
hij heeft gelijk van te revolteren". Maar vier paragrafen verder voegt hij
daar aan toe “behalve tegen het gedachtegoed van Mao Tse Tung." Dit zijn
twee onverenigbare uitspraken. Als de revolte gerechtvaardigd is, is de revolte
onvoorwaardelijk gerechtvaardigd. Als je zegt dat de ideeën van Mao taboe zijn
is dat een aantasting van het voorgaande. Tegen alle taboes behalve één. En
wat voor één!
Over
het China van vandaag, in de grote steden als Shangai, Peking, Canton: De rijke
bureaucraten, de rijke handelaars, enkele industriëlen ook, Chinezen, ik heb
het niet over de buitenlanders, besteden er voor één maaltijd het hele
jaarloon van een arbeider. Dat is de realiteit, dat zijn de feiten. En je kan
zeggen dat het niet klopt, maar we zullen zien...
De
slogan van Deng Xiao Ping is: "Verrijk je". Wie dit zegt bevordert
natuurlijk de sociale verschillen. Niet iedereen kan zich in een arm land als
China verrijken. Dat is slechts voor een kleine minderheid weggelegd.
Tenslotte
een antwoord op de vraag: "wat is de les die een oude militant als jij, ons
jongeren van vandaag kan geven?"
Drie boodschappen aan de studenten
Ik zou
zeggen: de eerste boodschap, les is niet het juiste woord, is politiek
engagement. Een menselijk wezen die naam waardig kan in deze vreselijke
wereldniet leven, met al de fenomenen die ik heb opgesomd en ik kan nog
tientallen voorbeelden geven: elke vier jaar sterven in de Derde Wereld 60
miljoen kinderen van honger en aan perfect geneesbare ziektes. Dat is evenveel
doden als tijdens de tweede wereldoorlog, Auschwitz, Hiroshima of de hongersnood
in Bangladesh, om maar de twee grootste slachtpartijen te nemen. Dat is het
monsterachtige gezicht van onze samenleving: om de vier jaar een wereldoorlog
tegen de kinderen.
Politiek
engagement, politieke strijd tegen die misdaden, vechten voor een wereld waarin
de kinderen over de hele wereld kunnen lachen, dat is de enige houding die een
mens, man of vrouw kan aannemen. Politiek engagement. En dat politiek engagement
is niet mogelijk zonder dat men zich organiseert, maar daarover zal ik niet
uitweiden. Dat zou ons te ver leiden.
Tweede
boodschap: Mijn tweede boodschap is moeilijker, het is een boodschap van
wetenschappelijk realisme. Studeer HUMANE WETENSCHAPPEN. Geen dikke boeken.
Het heeft geen zin dat iedereen de drie boekdelen van Das Kapital doorworstelt.
Voor mijn part mag het, maar het is te veel gevraagd. Maar probeer je de grote
krachtlijnen eigen te maken van een wetenschappelijke interpretatie van de
geschiedenis, van de opeenvolging van sociale en politieke regimes, andere
fenomenen van culturele, etnische of welke aard dan ook. Maar doe het in een
wetenschappelijke geest, in de geest van Marx die zei 'twijfel aan alles', en
doe het op een constructieve manier. Dit wil zeggen dat je er voorlopig kan van
uitgaan dat een aantal zaken voor waar mogen aangenomen worden, als je maar de
mogelijkheid open laat dat nieuwe feiten die waarheden weer gedeeltelijk in
vraag kunnen gaan stellen.
Stel
die waarheden ook niet te lichtzinnig terug in vraag, niet zonder bewijzen. De
geschiedenis toont onbetwistbaar aan dat zich, sinds het begin van de industriële
productie voor de wereldmarkt, sinds de jaren '20 van vorige eeuw dus, 23
opeenvolgende overproductiecrisissen hebben voorgedaan, volgens een cyclus van
gemiddeld 7 en een halfjaar. Zeggen dat hetgeen Marx geschreven heeft, zijn
theorie over de overproductiecrisissen, niet deugt, dat zou onwetenschappelijk
zijn. De theorie deugt omdat ze door de feiten bewezen is. Volg deze lijn, niet
om het plezier van het weten, niet om het weten op zich, maar omdat een
individu, een groep, een partij, een organisatie, een klasse die de realiteit
begrijpt beter in staat is die te veranderen in de richting die ik aangeduid
heb.
Derde
boodschap: De derde boodschap is de belangrijkste. Het gaat om wat Marx, en dat
is weinig bekend, een morele regel genoemd heeft, een categorische
strijdimperatief, overal en altijd en onvoorwaardelijk, tegen alle vormen van
vervreemding, onderdrukking, repressie en uitbuiting. Het schitterende aan die
morele zekerheid is dat hier geen twijfel toegestaan is. Dit is een absolute
zekerheid.
Multatuli,
de grote Nederlandse schrijver formuleerde het anders. Door zijn contacten met
de Indonesische boeren kwam hij ertoe te stellen dat het een plicht is. Ik wil
zeggen de plicht van het verzet, de plicht van het verzet tegen de gevestigde
orde, de plicht van de weigering van onrechtvaardigheid. Dit is een moreel
engagement zonder beperkingen. Voor mij heeft dat iets schitterend.
In het
diepste van de nacht van deze eeuw, toen Hitler en Stalin het voor het zeggen
hadden, wanneer alle hoop nagenoeg verdwenen was, zei Trotski iets waar hij
later wel is op teruggekomen. De formulering was uiteraard veel tekort. In zijn
Testament gaat hij uit van tientallen jaren om over de kwestie te discussiëren,
wat veel realistischer is, veel wetenschappelijker en veel beter overeenkomt met
wat zich effectief heeft voorgedaan. Trotski zei dat als de oorlog niet eindigt
met een zege maar met de ineenstorting van het proletariaat, het definitieve
verval, dat men dan onmiddellijk
een programma moet uitwerken ter verdediging van de belangen van de slaven tegen
de totalitaire samenleving die dan zal ontstaan zijn. Dat was in een polemisch
artikel.
Dat is
schitterend. Dat is in de lijn van Marx. Altijd tegen het establishment, altijd
tegen de onrechtvaardigheid, hoe de zaken ook liggen, of er hoop is of niet,
ongeacht de formules, de timing, altijd! Dit moreel engagement, ik kan u
garanderen, ik baseer mij op mijn eigen ervaring van 55 jaar militantisme, als
men zich aan dat moreel engagement houdt is dat ook een bron van individueel
geluk.
Geen
gewetensproblemen, het schuldcomplexen, een vergissing is mogelijk, iedereen kan
zich vergissen. Maar men vergist zich te goeder trouw, voor de goede zaak. Men
zet zich niet cynisch in voor een verkeerde zaak, voor folteraars, moordenaars,
uitbuiters. Dat onder geen enkele voorwaarde! Jullie zullen gelukkiger zijn, ik
verzeker het als je dat morele engagement aanvaardt."
Abraham
Serfaty:
"Vooraleer een grondig antwoord te geven op de verschillende vragen, wil ik
nog even terugkomen op de kwestie China. Wij revolutionairen militeren voor het
socialisme. Ik zeg niet dat Ernest Mandel de problemen niet bestudeert.
Iedereen, en niet alleen in België, weet dat Ernest Mandel een wetenschapper
van een uitzonderlijk niveau is. Maar de kennis holt, zoals we allen weten, nog
altijd achter op de buitengewone rijkdom van de realiteit.
Dit
geldt nog veel meer voor een land met I miljard inwoners dat op 45 jaar tijd
onvoorstelbare veranderingen ondergaan heeft. Deze realiteit kan niet anders dan
zeer complex zijn. Een unilaterale definitie ervan is volgens mij onmogelijk. Ik
zei al dat ik het nog steeds voor mogelijk houdt dat China terugkeert naar het
kapitalisme. Ik weet dat er, zoals Ernest zei, rijken zijn in Shangai die met
geld smijten. Maar is de situatie globaal gezien vergelijkbaar met het Indische
platteland? We moeten geen appelen met citroenen vergelijken. Het gaat om twee
subcontinenten van vergelijkbaar belang die rond dezelfde tijd, India in '47 en
China in '49 een radicale politieke
verandering ondergingen. Welke van die veranderingen heeft resultaten opgeleverd
en welke niet? Ik wil over het
China van vandaag geen absoluut waardeoordeel uitspreken. Persoonlijk denk ik
dat de bronnen complex zijn en elkaar tegenspreken, dat zij in het Frans
trouwens heel wat minder talrijk beschikbaar zijn dan in het Engels waarin men
over heel wat meer materiaal beschikt dat deze complexe realiteit weerspiegelt.
Daar wil ik: het bij laten. Het belangrijkste bij dit alles is voor mij niet te
discussiëren over of de Sovjet-Unie in '35 nu een staatskapitalisme of een
bureaucratie was, persoonlijk heb ik lak aan dat soort problemen. Ik wil de
revolutie in mijn eigen land voeren om ertoe bij te dragen dat ze zich in de
hele wereld voltrekt! Het spijt me aan de kameraden die met de exegese rond de
Sovjet-Unie bezig zijn te moeten vragen welke hun project is voor de revolutie
in België? Welk is jullie maatschappijproject voor België?
Een revolutionair project definiëren voor de
geïndustrialiseerde landen
Ik
dacht dat ik hier tussenkomsten gehoord zou hebben over het revolutionaire
maatschappijproject voor België. Ik heb niets van die aard gehoord, tenzij dan
de kameraad die het had over acties aan de poorten van de fabrieken die sluiten.
Maar een maatschappijproject? Ik zeg dit niet alleen in België, maar ook in
Frankrijk en tegen links overal in het westen waar ik wat thuis ben. Ik zeg dat
niet tegen de revolutionaire kameraden hier, maar grosso modo tegen de kameraden
van links die revolutionaire elementen in zich dragen, die revolutionaire
militanten zijn. Over het algemeen is men bezorgd over hoe men het bij de
volgende verkiezingen zal doen, terwijl die volgende verkiezingen hoe dan ook
toch zullen gewonnen worden door de burgerij. Het probleem is van een
geloofwaardig maatschappijproject uit te werken dat zal toelaten over 10 of 15
jaar, ik ben optimistischer dan Ernest, die 90 tot 95% van de loontrekkenden
voor je te winnen. En dat is mogelijk. Wij in de Derde Wereld hebben dat
trouwens nodig, die revolutie van jullie, in jullie landen. Er zijn polen van
vooruitgang nodig over de hele wereld. Laat ons het kapitalisme in zijn hart
zelf raken!
We
dachten vroeger dat de Sovjet-Unie zo'n pool was, dat ze aan onze kant stond
in de strijd voor Palestina, dat ze ons zou helpen om het zionisme te verslaan,
enz... Ik weet dat niet iedereen daarin geloofde, maar goed. Dat waren illusies.
In elk geval, onze job is revolutie voeren in onze landen, maatschappijprojecten
uitwerken voor onze landen, vertrekkende vanuit de positieve en negatieve lessen
van deze eeuw, alle pogingen om het socialisme op te bouwen en een revolutie te
voeren inbegrepen. We moeten ze stuk voor stuk zo objectief en wetenschappelijk
mogelijk analyseren en daar sluit ik mij aan bij de aanpak van Ernest. Ik ga een
eenvoudig voorbeeld geven. Het spijt me het te moeten zeggen, maar in mijn klas
in Parijs heb ik een aantal studenten van Noord-Afrikaanse origine gehad die
zoals velen onder hen, hoewel niet allemaal, min of meer verbonden waren met
militante organisaties en in de debatten over de Arabische wereld de waarheid
volgens die organisaties naar voor brachten. Welnu, dat was allesbehalve de
wetenschappelijke waarheid, hooguit een stukje eenzijdige waarheid. Ze zwaaien
met de slogans van hun organisaties en denken dat het de absolute waarheid is.
Zo kunnen we nooit een revolutie voeren, nooit! We moeten effectief Marx'
werkwijze volgen en hier sluit ik weer aan bij Ernest, gebaseerd op een ethische
basis.
In
mijn gevangeniscel was ik oneindig veel gelukkiger, ik sliep oneindig veel
rustiger dan toen ik directeur was van de fosfaatmijnen en in een knappe villa
woonde.
De
waarheid is trouwens niet op ieder moment in iemands leven dezelfde. Dat kan
niet. Op de zwartste momenten in iemands leven, in ogenblikken van politieke
ontreddering, maar ook van persoonlijke verwarring, enz. want het leven is
complex, en zeker dat van een militant, welnu op al die momenten blijft er één
lichtpunt en ik heb het hier niet over een of andere zin van Marx, dat is het
niet, maar over de ethische diepgang van de mens: vechten voor menselijke
waardigheid. En ik kan u zeggen dat ik in mijn gevangeniscel oneindig veel
gelukkiger was, ik sliep oneindig veel rustiger dan toen ik directeur was van de
fosfaatmijnen en in een knappe villa woonde. Want ik wist in de gevangenis dat
ik op zijn minst niet dubbelzinnig was. Ik stond aan de kant van het volk, in
zijn strijd voor rechtvaardigheid.
Het
klopt dat het in een bepaald opzicht in onze landen makke I ijker is. Vechten
tegen een tiran is moeilijk, maar begrijpen wie de tegenstander is, is dan weer
helemaal moeilijk. Het is de tiran die moet verslagen worden. Jullie tiran hier
is complexer, vager, maar daarom juist moeten jullie een maatschappij project
uitwerken.
Socialisme kan enkel revolutionair zijn
Ik wil
hier nog eens terugkomen op de laatste twee vragen. Voor mij bestaat er alleen
revolutionair socialisme. Het gaat erom het kapitalisme te bestrijden en hoe
moet het dan wel verslagen worden, zoals Ernest zich ook afvroeg. Niet door
eraan mee te werken, door het te beheren. Dat is onmogelijk!
Hoeft
dat een bloedbad te betekenen? We hebben toch onze lessen getrokken uit het
verleden. Een verantwoordelijke revolutionaire militant vindt hier rond bij Marx
en Lenin heel wat ideeën, maar die moeten vertaald worden naar onze realiteit.
In de
Derde Wereld moeten we natuurlijk rekening houden met de internationale
realiteit, maar ook die van ons land en ons volk. En ik kom terug op een vraag
die gesteld werd in verband met de Arbeiderspartij in Brazilië of met
Nicaragua.
Het
gaat erom zoveel mogelijk onderdrukten te verenigen om door opeenvolgende
scheuren in de structuren van de tirannie, de onderdrukking en vervreemding die
op ons volk drukken die structuren te vernietigen. We moeten die krachten
verenigen. Op dit ogenblik is het in Marokko bijvoorbeeld de middenklasse, of
men wil of niet, die het voortouw neemt in de politieke strijd. De werkende
klasse vormt op de achtergrond het diepere draagvlak maar op het voorplan vinden
we de middenklasse.
Wat
gaan we vervolgens met het sectarisme doen? Die middenklasse bevindt zich op de
eerste lijn en wij zouden zeggen: "we moeten hen niet”. Dat is puur en
principieel, maar een theorie die nergens toe leidt. We moeten er integendeel
onze lessen uit trekken.
Er
zullen hier kameraden zijn die me verwijten een reformist te zijn. Ik doe mijn
werk! Op het terrein, het spijt me, op het terrein, niet in het luchtledige. Ik
zeg dat het via die opeenvolgende scheuren moet. Op voorwaarde dan dat we altijd
de toekomst van de revolutie voor ogen houden en bijvoorbeeld nooit zeggen:
"Wij zijn voor de monarchie in Marokko", punt. Wij zijn voor de
republiek, via de revolutie van het volk, maar in de huidige stand van zaken
bundelen we onze krachten met diegenen die strijden om die tirannieke structuur
van de monarchie te ontwrichten, omdat we redeneren dat de monarchie zich niet
van die tirannieke structuur zal ontdoen. En het is maar dankzij de
transcendentie, de verhevenheid van die strijd dat we verder komen, dat we zoals
wij zeggen. dit stadium 'ontgroeien'.
Concreet,
in de onmiddellijke toekomst bundelen we onze krachten met andere krachten die
reformistisch kunnen lijken, die het in hun binnenste misschien ook zijn, maar
altijd om vooruit te komen, om het volk in zijn geheel te organiseren tegen de tÏt1Umie.
Zelfs indien het nog niet meteen duidelijk is dat de werkelijke doelstelling de
republiek is, de republiek van de volksraden el1niet de bourgeois-republiek.
We
komen als marxisten vooruit in dit proces. Dat is het eerste wat we moeten
leren: hoe vooruitgaan doorheen zo'n proces. De verschillende fases, ik zeg
fases en niet etappes, de verschillende fases niet te verwarren met de
einddoelstelling. Ook op dat punt zijn de studie van Marx en van de wetenschap
in het algemeen belangrijk. Ik dank u."
Abraham
Serfaty
werd in 1944 lid van de Marokkaanse
Jong-Communisten. In Frankrijk treedt bij toe tot de Franse KP (1945) en bij
zijn terugkeer in Marokko in '49 sluit bij zich aan bij de Marokkaanse KP. In 1950 wordt hij aangehouden en tot 2 maanden
cel veroordeeld. Bij een volgende arrestatie in '52 wordt hij naar Frankrijk
verbannen en krijgt huisarrest tot aan zijn terugkeer, na de onafhankelijkheid
van Marokko.
Van '56 tot '60 zet hij zich volledig in bij de
opbouw van het onafhankelijke Marokko. Tussen '60 en '67 neemt hij deel aan
denk- en studiegroepen en intellectuele debatten over de te volgen weg in die
jaren. In juni 1967 klaagt hij de Israëlische agressie aan en roept hij op tot
een Joods-Islamitische bondgenootschap in Marokko.
Begin 1968 versterkt hij de ploeg van het
tijdschrift 'Souffles', waarvan hij tot 1972 een van de voortrekkers wordt. Hij
breekt met de Marokkaanse KP in augustus 1970 om mee te werken aan de oprichting
van de Marokkaanse organisatie Ilal El Amam (Vooruit).
In 1972
wordt hij opnieuw gearresteerd en
gefolterd. Hij wordt een maand later vrijgelaten onder druk van studenten-
en scholierenprotest in heel Marokko. Hij duikt onder tot aan zijn aanhouding in
november 1974 waarna bij opnieuw vreselijk gefolterd wordt. Op het proces van
Casablanca in februari 1977 wordt hij tot levenslang veroordeeld. Samen met
Nelson Mandela is hij op het Afrikaanse continent de politiek gevangene met de
langste opsluiting. Onder druk van de internationale publieke opinie wordt bij
op 13 september 1991 vrijgelaten en onmiddellijk verbannen naar Frankrijk, waar
hij sindsdien verblijft.
Als hoofdredacteur van het tweemaandelijks
tijdschrift Ilal El Amam, dat sinds april 1992 in Parijs verschijnt, blijft hij
de dictatuur van Hassan II bestrijden en meer algemeen mee bouwen aan een
revolutionair alternatief, ook in de eerste wereld.
Ernest
Mandel
werd revolutionair trotskistisch militant op
zijn 16, aan de vooravond van de tweede wereldoorlog. Al snel (1941) wordt hij
lid van het Centraal Comité van de Belgische afdeling van de IVde
Internationale. Onder de bezetting wordt hij 2 keer gevangen genomen. Twee keer
slaagt hij erin te ontsnappen (de tweede keer uit het kamp van Wesseling in
Duitsland). Hij neemt deel aan de clandestiene Europese Conferentie van de IV de
Internationale in februari 1944, maar hij wordt een maand later door de nazi's
aangehouden, veroordeeld en gedeporteerd.
Ernest Mandel is lid van het verenigd
secretariaat van de IV de Internationale sinds 1946. Hij was militant van de
Belgische arbeidersbeweging en werkte onder andere mee. tussen '54 en '63 in de
economische commissie van het ABVV. Aan de zijde van André Renard gooit hij
zich voluit in het Belgische strijdsyndicalisme. Hij is één van de bezielers
van de linkse fractie bij de PS, waar hij in december 1964, met andere leden van
'La Gauche' en de 'Mouvement Populaire Wallon' aan de deur gezet wordt.
Als economist met internationale reputatie
doceert hij sinds 1970 aan de VUB. Hij kreeg in 1972 een leerstoel sociale
economie aan de Universiteit van Berlijn, maar het sociaal-democratisch
stadsbestuur belette hem er les te geven. Daarentegen vroeg de Faculteit
Economische en Politieke
Wetenschappen van de
universiteit van Cambridge hem in 1978 de openingszitting te geven. Na
mei' 68 wordt hem de toegang tot het Franse grondgebied ontzegd na zijn
toespraken voor de Franse studenten. Ook de VS komt hij niet meer in. Na
internationaal protest worden de beide maatregelen opgeheven. Als militant van
het internationalisme reisde bij de wereld af om zijn actieve steun te betuigen
aan revoluties in de Derde wereld en aan de antibureaucratische (en nu meer en
meer anti-restaurationistische) strijd in het (voormalig) Oostblok.
Socialisme
Zonder Grenzen geeft een bijna
integrale versie uit van het debat tussen beide revolutionaire socialistische
militanten en internationalisten dat plaats had op 4 februari 1993 in Luik. Ook
de vaak boeiende polemiek naar aanleiding van de tussenkomsten uit het publiek
hebben we zoveel mogelijk willen weergeven door middel van lange uittreksels uit
deze levendige discussies.
De conferentie werd georganiseerd door de
Cercle Débat, Culture et Action plurielle, in samenwerking met Socialisme
Zonder Grenzen, het Léon Lesoilfonds, de Jongcommunisten, Solidarité Arabe, de
Cercle Interculturel Carlo Levi, SJW en SAP.
We zijn er immers van overtuigd dat door de
theoretische en praktische dialoog tussen linkse militanten en stromingen van
verschillende origine en methode opnieuw een revolutionaire linkse
aantrekkingspool kan ontstaan, na het ineenstorten van het stalinisme en na de
schijnbare, en volgens ons voorlopige overwinning van het kapitalisme en de
vrije markt.
|