Bepaalde statistische indicatoren tonen aan dat er een
economische heropleving plaats vindt. Klopt dat en zo ja, hoe
diepgaand is ze? Kan ze de start zijn van een heropleving van de
kapitalistische economie op middellange termijn? Een heropleving
van de groei, van de investeringen?
Je moet een onderscheid maken tussen twee soorten fluctuaties
in de kapitalistische economie. Er zijn niet enkel de korte
cycli. Er zijn ook, wat men noemt de lange golven van expansie
en crisis. De lange expansieve golf was kentekenend voor de
kapitalistische economie tussen 1949 en het einde van de jaren
'60, begin jaren '70. De lange neerwaartse golf die begon in
1973 kenmerkte zich door het feit dat, onafgezien van wat er
conjunctureel, op korte termijn, gebeurt, de werkloosheid
toeneemt. Je kan over de exacte cijfers discussiëren. Iedereen
weet dat de officiële cijfers gemanipuleerd worden. Er zijn
werklozen die niet als dusdanig erkend worden. Zij die
vrijwillig de arbeidsmarkt verlaten worden ook uit de
statistieken verwijderd. Mijn schattingen, die gedeeld worden
door velen uit internationale syndicale milieus, is dat het
aantal werklozen in de imperialistische landen de 50 miljoen
mensen overstijgt. En dit cijfer blijft toenemen. In de
Derdewereldlanden moet men met honderden miljoenen tellen.
Bovenop de werklozen moet je nog een boel andere mensen
rekenen die aan hun lot worden overgelaten: de
gemarginaliseerden, de miserabelen, zij die men de "nieuwe
armen" noemt. Het gaat hier ook over miljoenen mensen en hun
aantal groeit zienderogen. En dan hebben we het nog niet over de
Derde Wereld. Men moet teruggaan naar het ergste moment uit de
crisis van begin jaren '30 om gelijkaardige fenomenen tegen te
komen. Zij die in de imperialistische landen onder de
armoededrempel zitten vertegenwoordigen zo'n 10 a 30 procent van
de bevolking, al naargelang het betrokken land. Maar zelfs in
landen waar die groep nog geen 10 procent van de bevolking
uitmaakt, ik denk hierbij aan Zweden of Zwitserland, zal dat
niet lang meer duren. We hebben hier te maken met fenomenen die
zich over de hele wereld voordoen. Omdat de kapitalistische
economie niet in staat is deze evolutie te stoppen spreken we
van een lange neerwaartse golf.
In de Derdewereldlanden en in Oost-Europa en Rusland gaat deze
evolutie gepaard met een duizelingwekkende ineenstorting van de
levensstandaard. In Mexico bijvoorbeeld is de levensstandaard
van de meerderheid van de bevolking op enkele jaren tijd
teruggevallen op het niveau van voor Wereldoorlog II. In sommige
landen zien we een heropkomst van de kinderarbeid, een
semi-slavernij in omstandigheden die weerzinwekkend zijn.
Dit alles sluit niet uit, dat er een conjuncturele opleving
plaats vindt, binnen de lange neerwaartse golf. De lange
neerwaartse golf betekent niet dat er een constante daling is
van de productie. Goede en slechte conjuncturen volgen elkaar
op.
Vandaag is er een onweerlegbare heropleving van de productie
in een reeks van imperialistische landen, maar niet allemaal van
dezelfde omvang. Dit creëert een gelegenheid voor de syndicale
beweging om, zoals de Duitse metaalarbeiders deden, te zeggen
"de productie stijgt, uw winsten stijgen, wij willen een deel
van de koek". Hiervoor moeten de vakbonden zich bewustzijn van
hun kracht en van de mogelijkheden die ze nog hebben. Het is het
ogenblik om realiseerbare eisen te stellen. Maar in de grond
verandert deze conjuncturele opleving op korte en middellange
termijn niets fundamenteel. Momenteel is er geen vooruitzicht op
een zachte landing van de neerwaartse golf op korte termijn. Het
ziet ernaar uit dat het nog minstens tot het einde van de
twintigste eeuw zal duren. Men mag nooit iets uitsluiten maar
een diepgaande heropleving zit er niet in.
Nochtans zijn de winsten vandaag erg hoog. Sinds
’91-‘93 is er een groei van de winsten in de grootte van 12 à 13
procent. Waarom gaat zo'n heropleving van de winsten van de
bedrijven dan niet gepaard aan een heropleving op langere
termijn ?
De reden is simpel en ligt in de aard van het kapitalisme
zelf. Om een werkelijke heropleving van de investeringen en dus
van een duurzame groei op lange termijn te hebben moeten er twee
voorwaarden vervuld zijn: een verhoging van de winst maar ook
een uitbreiding van de markt. Het kapitalistisch systeem kan
niet functioneren op basis van macro-economische aanwijzingen.
Elk koopwaar is specifiek en moet verkocht kunnen worden. De
producenten van machines en werktuigen werken niet voor de
consumenten van schoenen. We worden met een nieuw theoretisch
probleem geconfronteerd waarover we ons moeten buigen. Tot
vandaag werd er door de marxisten, waaronder ook de Vierde
Internationale, te weinig aandacht aan besteed: wanneer men
spreekt over de globalisering van de economie doet men alsof het
om een magisch fenomeen gaat dat zich onafhankelijk van de
sociale verhoudingen voordoet.
Een van de grote verdiensten van Marx en het marxisme is het
begrip dat aan de basis van elke economische evolutie, van elk
economisch systeem, van elke fundamentele socio-economische
verhouding er relaties tussen mensen aan ten grondslag liggen.
Wat gebeurde er? Er vond een verhoogde concentratie en
centralisatie van het internationaal kapitaal plaats. Dat ging
gepaard met een reeks andere fenomenen waarvan men de omvang
goed moet begrijpen. Ten eerste was er, wat ik noem, de
"deprivatisering van het geld". Dat is het gevolg van de enorme
macht van de multinationale ondernemingen, die vandaag de
overheersende maar niet enige, organisatievorm van het
grootkapitaal zijn geworden. Zij ontsnappen steeds meer aan elke
controle van regeringen. De ontmantelings- en
dereguleringspolitiek zoals ze gevoerd werd door Reagan en
Thatcher, is niet de oorzaak maar het gevolg van dit fenomeen.
Zij erkenden enkel de beperkingen van wat zij konden doen en
hebben geprobeerd er voordeel uit te halen tegen de
arbeidersklasse en de arbeidersbeweging, tegen de armen en hen
aan hun lot overgelaten. Het echte mechanisme was dat ze niets
konden doen. Om een voorbeeld te geven van het belang van het
fenomeen: men kent nog steeds de omvang van de kapitalen niet
die zich over de wereld verplaatsen. Wat men niet kent kan men
natuurlijk niet controleren. Zolang de lange golf expansief was,
was het fenomeen beperkt in omvang. Maar vanaf het moment dat
men in de neerwaartse golf terecht kwam vielen twee fenomenen
samen. Langs de ene kant de multinationals met hun enorme
middelen en langs de andere kant de beperkingen van de
productieve investeringen.
Daarbovenop kwam het fenomeen van de overliquiditeit, van
buitengewone liquiditeiten door de omvorming van een belangrijk
deel van het handelskapitaal in geldkapitaal. Dat wierp zich op
speculatie op de beurs of in de immobiliën. De elektronica laat
vandaag toe dat kapitalen zich erg snel over de ganse wereld
bewegen. Maar het is erg belangrijk om daar cijfers op te
plakken om goed te begrijpen waarover we spreken. Elke werkdag,
laten we zeggen 150 dagen per jaar, wordt er op de wisselmarkten
zoveel geld verhandeld als wat er jaarlijks aan geld in de
wereldhandel omgaat!
Deze beweeglijkheid van het kapitaal zorgt ook voor de
verderzetting van een ander verschijnsel: de schuldenlast. De
kapitalistische economie kende na de Tweede Wereldoorlog een
groei die dreef op een oceaan van schulden. Iedereen spreekt
over de schuld van de Derde Wereld, maar deze schuld die rust op
de helft van de wereldbevolking is slechts 15 procent van de
ganse schuldenlast op wereldvlak. Er zijn de schulden van de
imperialistische bedrijven, van kapitalisten, er is de schuld
van de gezinnen, er zijn de schulden van regeringen van
niet-derdewereldlanden. Het zijn onbecijferbare sommen geworden,
het gaat over triljoenen dollars. Dat overstijgt onze
verbeelding. En deze situatie verklaart waarom de zachte landing
uit de lange neerwaartse golf onwaarschijnlijk is.
Wanneer we over multinationals spreken, moeten we vermijden
ze als één blok te beschouwen. Het is een krabbenmand, ze zitten
elkaar constant in de haren. Er is een voortdurend
concentratieproces aan de gang. Grote firma's verdwijnen. Men
citeert vaak het cijfer van de 600 multinationals die de
wereldmarkt domineren. Sommige onheilsprofeten van het regime
zeggen dat dit binnen enkele jaren tot 100 zal teruggedrongen
zijn. Dat lijkt op het eerste zicht een beetje overdreven maar
het is mogelijk.
Vandaag is de dollar in vrije val. Door de afwezigheid van
een hegemonische imperialistische macht is de wereldburgerij
onmachtig en niet in staat oplossingen op te leggen. De
vergaderingen van de G7 eindigen meestal met de vaststelling van
die onmacht. Er werden geen beslissingen genomen.
Door onze traditie, ons programma en een realistische kijk op
de crisis van de mensheid en de burgerlijke beschaving, spreken
wij over de crisis van de subjectieve factor, van een crisis van
het bewustzijn, van de leiding van het proletariaat. Maar
vandaag komt daar nog eens de crisis van het bewustzijn en van
de leiding van de burgerij. En dat is geen kleine crisis. En dat
is de socio-politieke reden waarom er op korte termijn geen
zachte landing kan zijn uit de lange neerwaartse golf.
Nu kom ik op de mogelijkheden tot verzet van de
arbeidersklasse en van de bevrijdingsbeweging in de Derde
Wereld. Dit potentieel staat in relatie tot de vorige periode,
de accumulatie van krachten, de reserves, de verworvenheden in
de loop van de vorige periode van groei. De kapitalistische
klasse moet beslissen: tot welk punt kan ze het antiarbeiders en
anti-syndicale offensief opvoeren? Als ze te ver gaat kan ze een
sterk verzet uitlokken vanwege de uitgebuitenen en onderdrukten
in de breedste zin van het woord. De burgerij is over deze
kwestie verdeeld.
De situatie kan in verschillende richtingen veranderen.
Vandaag bevinden de uitgebuitenen en onderdrukten zich in een
defensieve situatie. Maar als ze enkele van die defensieve
gevechten winnen kunnen ze opnieuw tot het tegenoffensief
overgaan. Dat is niet uitgesloten. Maar het tegenovergestelde is
ook mogelijk: als er een nieuwe uitbreiding van de werkloosheid
komt, als de officiële leidingen van de arbeidersbeweging
opnieuw schaamtelijk capituleren voor het soberheidoffensief van
het kapitaal, dan kan er een afbrokkeling komen van de
weerstandscapaciteit van de arbeidersklasse.
En er kan een werkelijke dreiging van extreemrechts komen.
Niet noodzakelijk in een fascistische vorm maar in de vorm van
een sterke, repressieve staat. Een van de hoofdredacteurs van de
krant "Le Monde", Edwy Plenel, stelt dat er in Frankrijk in elk
geval een nieuwe Bonaparte aan de macht zal komen, wat ook de
score van de volgende verkiezingen zal zijn. Hij heeft geen
ongelijk. We kunnen dus niet erg optimistisch zijn. De situatie
is niet gunstig.
Er is echter nog een andere dimensie. In de Vierde
Internationale spreken we van de universele
geloofwaardigheidscrisis van het socialisme.
Na een lange periode en geholpen door enkele belangrijke
gebeurtenissen is de arbeidersklasse zich bewust geworden van
het bankroet van het stalinisme, van het poststalinisme, van de
sociaal-democratie, van het pseudo-progressieve nationalisme in
de Derde Wereld. En op dit moment ziet ze geen kracht links van
deze bewegingen die geloofwaardig is en die een kans heeft om
globale antikapitalistische oplossingen op te leggen.
Deze verzetsbewegingen zijn discontinu maar bereiken soms een
ongeziene omvang en niet enkel langs arbeiderszijde. Toen het
Opperste Gerechtshof van de Verenigde Staten het recht op
abortus wilde beperken kwamen een miljoen vrouwen op straat om
te protesteren!
Omdat ze discontinu zijn kunnen deze bewegingen op korte
termijn gerecupereerd worden, of wat nog erger is, ze kunnen de
strijd verliezen. Nochtans is er een belangrijke factor: steeds
meer mensen zeggen "die aan de top zijn corrupt en onbekwaam".
Dat ze corrupt zijn weet het kleinste kind, maar dat ze
onbekwaam zijn dat is nieuw. Het is maar een kleine minderheid
binnen de arbeidersbeweging die zo denkt maar de technologische
evolutie draagt ertoe bij. Hooggeschoolde arbeiders hebben het
gevoel dat ze beter de functionering van het bedrijf kennen dan
de ingenieur of zelfs de directeur. De leerlingen van de
beroepsscholen, die aan hun lot worden overgelaten, hebben de
juiste indruk dat ze aan hun lot worden overgelaten, dat ze hun
broek verslijten, dat ze enkel de dop als toekomst hebben. Maar
er is vanalles aan het veranderen.
Een voorbeeld: in de staking van de Duitse metaalarbeiders
maakte de vakbond, nochtans een van de rijkste van de wereld,
snel de rekening. Zes maanden staking door drie miljoen
arbeiders en de financiële reserves zijn uitgeput. Dankzij de
kennis van de arbeiders, en niet die van de ambtenaren of de
vakbondsbureaucraten, vinden ze ondernemingen waarvan de
productie essentieel is voor de productie van talrijke andere
bedrijven. Enkele ateliers waar zo'n 6 à 7 procent van het
personeel werkt lamleggen volstaat om de hele sector in de war
te sturen.
En zo betalen de bazen de staking. De patroon antwoordt met
een lock-out maar de vakbond vecht dit aan als ongrondwettelijk.
Ik denk dat als de vakbond de strijd steunt ze dit kunnen
winnen. De vakbond zegt dat als de patroons de lock-out gaan
toepassen ze de bedrijven zal bezetten. Dat is niet meer gebeurd
sinds de jaren '20. De arbeiders zouden niet getwijfeld hebben.
Dit conflict blies het sociaal overleg op in het
belangrijkste kapitalistisch land van Europa en het derde
belangrijkste land van de wereld. Het gaf een voorbeeld aan de
Amerikaanse en Japanse arbeiders. Explosieve materie!
Maar de hermobilisatie van deze sectoren van de
arbeidersklasse is toch in tegenspraak met de globale sociale
situatie: veel werkloosheid en een algemeen gevoel van de
onmogelijkheid van een oplossing? Er is tegelijkertijd een deel
van de arbeidersklasse die de kwetsbaarheid van het systeem zou
kunnen begrijpen omdat ze ze ziet en er is het algemeen steeds
meer verspreide gevoel van onmacht. Dit is wel een erg
bijzondere ideologische conjunctuur.
Ik herhaal dat de globale situatie slecht is. Het offensief
is in handen van het patronaat, het kapitaal. Wij zitten in het
defensief. Maar we zijn niet onmachtig. Ik wil het accent leggen
op een idee die onze partij nauw aan het hart ligt en die in
onze activiteiten de rode draad vormt zeker wat betreft de Derde
Wereld: het idee van de 'Solidariteit zonder grenzen'. Dit idee
moeten we universeel maken. Dit is ons eerste ordewoord. Ik kan
veel voorbeelden geven: een gemeenschappelijk front van
arbeiders en werklozen, om te beginnen. In Frankrijk is de
beweging opgestart met hoger geschoolde arbeiders. Er moeten
nieuwe banden gesmeed worden. Dat is erg belangrijk.
Feministische bewegingen, milieubewegingen moeten betrokken
worden. En als ik spreek van bewegingen dan heb ik het over
massabewegingen die precieze doelen hebben in deze solidariteit.
We moeten ons inspannen om tegenover de mondiale strategie
van de multinationals, van delokalisatie van industrieën, een
mondiale strategie van gezamenlijk overleg en actie van
arbeiders en arbeidsters over de hele wereld.
Te beginnen met hen die voor eenzelfde multinational werken.
Dan per industriële sector enzovoort. Dat is niet eenvoudig. Ik
ben overtuigd van de moeilijkheden maar het is niet onmogelijk
en het is de enige weg tegen een nationale, protectionistische
en nationalistische terugplooi. Het is de enige weg om de
strategie van de multinationals te counteren.
Soms werpt men op dat we ons op die manier verzetten tegen de
industrialisatie van de Derdewereldlanden die vandaag
"profiteren" van de delokalisaties. Dat is fout. We willen enkel
komen tot een andere ontwikkelings- en moderniseringsstrategie
van de Derde Wereld. Een ontwikkeling die niet gericht is op de
uitvoer van goedkope arbeidskracht maar op de uitbreiding van de
interne markt, op de verbetering van het welzijn van de
bevolking enzovoort. De afschaffing van de schuldenlast, de
poging om zich te verzetten tegen de negatieve evolutie van de
ruilvoeten en een heleboel andere strategische elementen moeten
mee in rekening worden genomen. Het is moeilijk maar niet
onmogelijk.
Zonder deze voorwaarden zal er noch een oplossing vanuit de
loontrekkende klasse noch een burgerlijke oplossing voor de
crisis van de mensheid komen. Er zal een verlengde periode van
crisissen zijn, van mondiale wanorde waarin de twee belangrijke
sociale krachten, beetje bij beetje zullen proberen de
voorwaarden op te leggen die met hun historische belangen
overeenstemmen.
We moeten niet vergeten dat vandaag de fysieke overleving van
de mensheid op het spel staat en dat is misschien nog het
belangrijkste argument ten voordele van het socialisme. Er is de
nucleaire en de militaire bedreiging. Er zijn de ziektes die het
gevolg van armoede en van de mondiale wanorde zijn. Er is geen
oplossing mogelijk binnen het kapitalisme. De crisis van de
mensheid vereist een nieuwe maatschappij, een nieuwe
beschaving. |