Leo Apostel
|
Het
overlijden van Leo Apostel en Ernest Mandel, kort na elkaar, is
voor Vlaanderen
een zwaar verlies. Ik had eerst willen schrijven "voor
progressief Vlaanderen", maar dat is te beperkend. Het
intellectueel debat, of het denken tout
court, waaraan beiden zovele jaren onafgebroken een belangrijke
bijdrage hebben
geleverd, is met hun dood verarmd, en dat is een verarming die
zich uitstrekt
buiten de grenzen van een politieke of filosofische stroming.
Dat is het
ook wat deze twee namen met elkaar verbindt.
Ze
waren elk actief op een verschillend terrein, en op hun eigen
terrein waren ze dan nog op een verschillende wijze actief. De
economist Mandel was als leidinggevend denker in de Vierde
Internationale politiek geëngageerd.
Het engagement van Apostel, dat even sterk was als dat van
Mandel, speelde zich of buiten organisaties en structuren en
was gericht op een synthese van diverse disciplines, waartoe ook het politiek denken behoort.
Men kan zich
echter afvragen, of deze verschillen wel fundamenteel waren, of ze
niet veeleer elkaar aanvulden. Allebei waren ze, elk op zijn
manier, revolutionair.
Van
beiden kan gezegd worden dat hun invloed verder ging dan de onmiddellijke
kring van hun actieterrein. Geen van beiden was een tribuun, men
zag ze zelden op een publiek forum, en even zelden traden ze op
in een van
de massamedia. Ik herinner me een interview met Apostel op de
televisie, en
dat interview heeft, naast een enkele ontmoeting van enkele
uren, een onvergetelijke indruk op me gemaakt. Mandel heb ik
een keer op de televisie gezien in een korte reeks over economie, een programma dat
gedomineerd werd door Mark Eyskens, maar waarin Mandel af en toe eens in een klein vierkantje
in de rechterbovenhoek van het scherm mocht verschijnen om zijn (afwijkende)
mening te zeggen over het behandelde thema. Het procédé was kenschetsend:
professor Eyskens die de "klassieke" wetten van de
economie uiteenzette,
en daarnaast dan iemand die, terwille van de
"objectiviteit", ook even zijn excentrieke
Marxistische denkbeelden kon verkondigen. Een mooie illustratie
dat de heersende opinie de opinie is van de heersende klasse.
De
positie die Apostel innam in de ogen van een bepaalde sectie van
wat men
de "publieke opinie" noemt, werd op een frappante
manier aangegeven, toen
enkele jaren geleden het inmiddels verdwenen maandblad "De
Nieuwe Maand"
aan zijn lezers de vraag stelde, wie volgens hen de
invloedrijkste intellectueel
van het moment was. De meeste stemmen kreeg Apostel. Men kan er vermoedelijk van uitgaan, dat zelfs in de
lezerskring van "De Nieuwe Maand" er niet zoveel zijn geweest die reëel
vertrouwd waren met de ideeën
van de filosoof. De
hulde die hem hier werd gebracht had meer te maken met het
moreel gezag dat de man uitstraalde en waarvan men, zelfs na een
korte ontmoeting, in de
ban bleef.
Allebei
waren ze bovendien beminnelijke en bescheiden mensen. Zelfs voor
wie niet tot hun vriendenkring behoorde en hen maar zelden heeft
ontmoet, laat hun dood het gevoel achter van een
persoonlijk verlies. Wat hun bijdrage
betreft tot het intellectueel debat kan men zeggen, dat ze
onvervangbaar zijn, in de zin
waarin elk menselijk wezen uniek is, en de stimulerende rol
die zij gespeeld hebben - en
door het werk dat ze hebben nagelaten blijven spelen - door niemand op dezelfde specifieke manier kan worden voortgezet, al
hebben zij andere, jongere mensen gevormd en geïnspireerd,
zodat het 'non omnis moriar" ook op deze wijze op hen van
toepassing is.
|