In
de jaren vijftig ontmoette ik drie mensen van uitzonderlijk
formaat: mijn leermeester Jan Dhondt, een latere collega, Leo
Apostel, en een radicale socialist, Ernest Mandel. Die personen,
inmiddels overleden, hebben hun stempel gedrukt op mijn later
denken en streven. Voor mij zijn Jan, Leo en Ernest de meest
markante Vlaamse intellectuelen van de tweede heeft van onze
eeuw.
Met
Ernest had ik vooral in de jaren vijftig en zestig veel
kontakten, in allerlei vergaderzalen, cafés, bij hem thuis of
in mijn woning. Het waren de woelige jaren van o.a. het
Renardisme, de strubbelingen rond La Gauche en
Links in
de BSP. Ernest was ontegensprekelijk de spirituele leider van La
Gauche
en Links.
Hij oefende een
enorme invloed uit op degenen, die zich rond hem hadden
geschaard: Ernest Glinne, Marcel Liebmann, Marcel Deneckere, Liévin
De Pauw, Guy Desolre en vele anderen.
Na
de breuk met de BSP zijn mijn kontakten met Ernest wat
verminderd, hoewel we elkaar toch jaarlijks meermaals ontmoetten
op congressen, colloquia en in panelgesprekken. Hij bleef de
onvermoeibare spreker met overtuigingskracht, oratorisch talent
en grondige dossierkennis. In het debat kon bijna niemand hem
aan.
De
diepere Mandel kun je maar ontmoeten in zijn werken, in zijn
monumentale Traité d'économie
marxiste, zijn Spätkapitalismus en ook in zijn werk over de Westerse
detectiveroman. Zijn oeuvre bevat honderden fundamentele
bladzijden van internationaal niveau. Het behoort tot de beste
marxistische literatuur van deze eeuw.
Wat
heeft me in deze man, deze vriend, bijzonder getroffen?
Hij
was een origineel denker, zowel een geducht analyticus als een
meesterlijk syntheticus. Wie met hem over iets doorboomde,
verbaasde zich over de adequate documentatie die hij over alles
en nog wat aanlegde. Zijn talenkennis was verbluffend, ik
herinner me dat hij op een internationale conferentie in Algiers
met Ben Bella, waar een tolk ontbrak, onmiddellijk en zonder
moeite Duits in Frans, Frans in Engels en Engels in Duits of
Frans omzette.
Vooral
op economisch en sociaal vlak was Ernest ongelooflijk competent.
Hij bleef zijn leven lang een orthodox marxist, wars van alle
postmodernistische oppervlakkigheden. Terwijl de Frankfurter
Schule via psychologie en cultuurfilosofie de idealistische
toer opging, hield hij vast aan een strakke materialistische
analyse. Hij was een trouwe volgeling van Trotski en speelde
jarenlang een hoofdrol in de Vierde Internationale.
Mandel
was een vurig en integer socialist. Een overtuigd democraat en
een strijdend internationalist. Hij was een onwrikbaar
tegenstander van het stalinisme, bestreed alle vormen van
dictatuur en bureaucratie, geloofde in de toekomst van
arbeidersraden.
Ernest
heeft velen, zeer velen, door zijn heldere en grondige inzichten
getekend. Ik ken weinig mensen aan wie ik zoveel verschuldigd
ben.
(*) Jaap Kruithof is filosoof
en was professor aan de Universiteit van Gent
|