| Bij de herdenking van Ernest
                Mandel zijn opvallende dingen gebeurd. We beperken ons tot de
                aanwezigheden. Er waren, naast de velen van de SAP en de Vierde
                Internationale, ook mensen van SP, Nieuw Links en KP (waaronder
                uitgetredenen zoals Leo Michielsen en ikzelf). Dat mag niet
                genegeerd worden, want bet was voor vele KP-ers ook vandaag nog
                niet zo'n evidente daad. Latere generaties der linkerzijde
                zouden voor de bewust afwezigen op die dag trouwens weinig goeds
                of op zijn minst begrijpends te zeggen hebben. De daad moet ook
                niet overschat worden. Op z’n minst kwam zo'n openlijke
                erkenning voor de economische en ideologische gigant die Mandel
                nu eenmaal was, van hun kant veel te laat. Maar ze was er en ze
                was overwogen. Er werd daarbij amper aan de directe
                effectwerking gedacht, en veel - en vooral - aan de marxist
                Mandel. Dit
                geeft me trouwens de kans hier te zeggen dat bijvoorbeeld ook in
                Oost-Europa, waar het ‘reële socialisme’ zich nooit ten
                volle - en soms helemaal niet - van het stalinisme bevrijden
                kon, Ernest Mandel mettertijd gewoon niet meer kon verzwegen
                worden. In Polen en Hongarije werd in tijdschriften bijwijlen
                uitvoerig uit Mandels Traité d'économie marxiste
                geciteerd en verschenen samenvattingen van zijn werk. Hij
                behoorde er volop tot de pleïade van ongemakkelijke marxisten
                waarvan de lectuur eigenlijk toch een ‘must’ was. In de DDR
                en Tsjecho-Slowakije werd hij genegeerd, en men vergunne ons
                hier te zwijgen over Roemenië of Bulgarije. In de USSR werd
                hij, laten we zeggen, zijdelings geciteerd, bijvoorbeeld in het
                raam van een verslag over interessante discussies die in
                West-Europa of de USA hadden plaatsgehad. Daar bleef het dan
                bij. Maar de vraag `Et ce Mandel, a-t-il encore publié des
                choses interessantes recemment?' dook wel op in gesprekken die
                ik persoonlijk op het Centraal Comité had. En men zinspeelde in
                het vage op ontmoetingen die hadden plaatsgehad. Ik laat het er
                bij. Ook hier heeft men een bepaald niet indrukwekkende pagina
                uit bet boek van het reële socialisme in handen. 
                
                 En
                quid met de Belgische KP? In de jaren dat de stempel van Mandel
                duidelijk op La Gauche stond, was het blad wekelijkse
                plichtlectuur voor Belgische KP-militanten met zelfrespect qua
                behoefte aan duiding, naast en meestal voor de eigen partijpers.
                En dat voor Vlamingen als Franstaligen. Dat werd nadien ten dele
                aangevuld door Links, maar er nooit door vervangen. Enkele jaren
                kwam er ook nog France-Observateur
                bij . En
                Mandels Traité
                d'économie marxiste.
                En het
                waren de slechtste jaren niet. De relatie met de 'trotskisten'
                bleef evenwel aartsmoeilijk, ook wat Mandel betrof. En langs
                beide kanten. Voor de meesten in de KP, die er nog steeds a
                priori van uitgingen dat Trotski ongelijk had gehad en zijn
                ongelijk op z'n zachtst op de scheidingslijn van de politieke
                criminaliteit balanceerde, kon hier gewoon niet gediscussieerd
                worden, ook niet na het XXste congres en de eerste aanloop naar
                de 'destalinisatie' toe. En bij de toenmalige RAL bleef het
                onuitroeibare stalinisme van de KPB een axioma en een vaste
                waarde in bet spraakgebruik als bet over de communisten ging. 
                
                 In de praktijk wou het nogal
                loslopen. Vooral menige eisenstrijd en de solidariteit met het
                strijdende Vietnam hielpen daarbij. Toen enkelen van de
                KP-leiding er de Vietcongdelegatie in Parijs wilden van
                overtuigen dat met hun kontakten naar de trotskisten toe toch
                maar beter opgepast werd, deelde de VC hun woordelijk mee dat
                zij hulp aanvaardde van wie ze aanbood en terzake van niemand
                lessen te ontvangen had. In de KP werd dat thema nooit weer
                aangeroerd. 
                
                 Maar
                bet bleef wel stroef. Burnelle, overigens geen man om bang te
                zijn van een nieuw idee, bleef er tegenstander van om met de
                trotskisten in zee te gaan, bijvoorbeeld bij een verkiezing. Kon
                het echt niet anders (bijvoorbeeld de zaak Legrève in 1965 te
                Brussel) dan was hij daar niet onverdeeld gelukkig mee. 
                
                 En
                bij de verkiezingen van 1978, toen er een zeer reële kans was
                te Antwerpen op te komen met een sterke linkse lijst van KP en
                SAP met beduidende Christelijk-progressieve deelname, werd
                ikzelf in het Politiek Bureau van de KPB ongenadig afgeschoten
                en van opportunisme beschuldigd. Slechts Jean Blume sprong me
                bij. Bij de volgende verkiezingen vond het Antwerpse
                'opportunisme' opeens volop navolging in de KP, met name, maar
                niet alleen, te Gent. Maar de kans was verkeken, het gouden
                moment van de geloofwaardigheid was voorbij... 
                
                 Toen
                in 1987 de PVDA plots goede woorden voor de KP overhad en er
                politieke samenwerking mee wou aangaan, incluis een
                eenheidslijst, schreef ik in een brief aan de PVDA (opgenomen in
                Solidair) dat zoiets alleen maar kon zo
                de SAP
                tot deelname werd gevraagd. De SAP zei ja, de PVDA zei neen en
                zag weer de trotskistische satan opstaan uit het hellevuur. Tja. 
                
                 Ernest
                Mandel was bij dat alles, naar ons leek, nooit direct betrokken,
                al kwam hij met een SAP-delegatie de KP ten tijde van Burnelle
                wel eens polsen over gemeenschappelijk optreden bij de
                verkiezingen. Maar hij zal geïnformeerd geweest zijn en het
                zijne hebben gedacht van het dwaze weggooien van aangeboden en
                bespreekbare kansen, terwijl KP-afdelingen intussen brief na
                brief schreven aan lokale BSP-afdelingen. Zonder antwoord van
                die kant, uiteraard. 
                
                 Kwam
                er gelegenheid tot discussie, ook publieke, met communisten dan
                reageerde Mandel telkens positief. Ik herinner me nog een fel
                debat te Antwerpen over het stalinisme. De KP had sterk
                gemobiliseerd. Maar na afloop bleek bet aantal communisten dat
                inzag dat voor het stalinisme geen verdediging meer kon worden
                ingeroepen, zelfs geen vergoelijkende of verontschuldigende, er
                stevig op vooruit gegaan. Dat alles behoort tot de dingen die me
                de jongste weken door het hoofd zijn gegaan. Zeker geen
                afsluitende visie over de relatie KP-SAP. Geen lofzang of
                doempreek. Maar ik wou het hier graag kwijt. 
                
                 (*)
                Jan Debrouwere was jarenlang lid van het Centraal Comité en het
                Politiek Bureau van de Kommunistische Partij van België
                (KPB-PCB) 
                
                
               |