Ida Dequeeker en
Ernest Mandel in Antwerpen 1985 op een
anti-apartheidsbetoging vooraan in de SAP-groep
|
De
dood van Ernest Mandel heeft mij dubbel bedroefd: er is het
verlies van een heel dierbare en - ondanks zijn kolossale
autoriteit - verterende kameraad en er is het heengaan van de
bezielende revolutionair in een periode, waarin zijn vaak zo
aanstekelijk optimisme, maar ook zijn ideeën, hun bredere
weerklank, zijn verloren. Het triviale en onverkwikkelijke
artikel dat De Morgen naar aanleiding van zijn dood publiceerde
is daar een pijnlijke uiting van. Maar als ik het moet hebben
over de betekenis van Ernest Mandel in mijn leven, dan komt nog
altijd, denk ik, op de eerste plaats zijn tot op het einde
onwrikbare geloof in de strijd, hoe uitzichtloos de situatie in
de wereld ook mocht geworden zijn. Zo zal ik mij Ernest
herinneren als persoon.
Ernest
Mandel is uit het leven van geen enkel “trotskistisch”
militant weg te denken. Zijn Inleiding tot het marxisme
kregen we allemaal met de politieke paplepel gevoerd. Toen ik in
1970, vanuit mijn feministisch engagement, mijn eerste stappen
zette in wat toen nog SJW (later RAL en nog later SAP) was, was
Ernest Mandel niet alleen de theoreticus die ontzag inboezemde,
maar nog meer de revolutionair van de praktijk die in 1971, naar
aanleiding van de herdenking van de Commune van Parijs,
Frankrijk werd binnengesmokkeld om ons te kunnen toespreken. Hij
zou een soort held met mythische allures hebben kunnen zijn. En
er waren vele anekdotes over hem in omloop. Nooit was Ernest de
politieke leider die ongenaakbaar was of veraf stond.
Integendeel, hij was een van ons, iemand die zijn ideeën liet
in vraag stellen, iemand die je beschouwde als een
gelijkwaardige partner in het debat (dat hij hard voerde) en
iemand die het heel ernstig nam met collectieve besluitvorming.
Voor
mij is Ernest Mandel ook de man die nooit te beroerd was om zijn
medewerking te verlenen aan lokale (en vaak, maar ook weer niet
altijd - want hij was een publiekstrekker - kleiner dan verwacht
uitvallende) politieke evenementen. Met een engelengeduld liet
hij zich urenlang, tussen de sessies van een congres door,
interviewen voor Filet Americain, een film van Robbe De
Hert. De motivatie voor die film sprak hem duidelijk aan:
“Vergis u niet: als weeskinderen van Marx en Coca Cola, houden
we van het Westen, Billy Wilder en Beaubourg, zijn
droomfabrieken. Maar zolang deze dromen betaald worden met de
onderdrukking van mensen, moet ge ons niet vragen waarom we die
vervelende linkse films verkiezen boven westerns en andere
liefdesdrama's, die we al jaren willen draaien”. Onder meer
dankzij de duiding van Ernest Mandel bij de filmbeelden over
jeugdrevolte en sociale strijd in de jaren zeventig is de film
nog erg actueel en wordt hij nog regelmatig - zij het in
alternatieve circuits - vertoond. Ernest, de international
gevraagde man, was ook altijd bereid om stukken te schrijven
voor Rood. In zijn ogen was het blad, hoe bescheiden ook,
heel belangrijk als drager van een intellectueel en
organisatorisch netwerk, vitaal voor de verspreiding en
uitwisseling van ideeën, het voeren van debatten, het brengen
en duiden van nieuws.
Het
feminisme was niet zijn sterkste kant. Het was een terrein dat
Ernest, zoals zovele mannen, misschien toch maar liefst overliet
aan vrouwen. Enerzijds vanuit de overtuiging dat de autonomie
van de vrouwenbeweging - wat bij het begin van de tweede
feministische golf in de linkse beweging een bijzonder hevig
punt van debat was - onvoorwaardelijk moet gerespecteerd worden.
Anderzijds misschien ook wel omdat het feminisme een voor mannen
vreemd terrein is, soms bezaaid met onverwachte valkuilen. In
het dagelijkse leven kon Ernest niet meteen een feminist genoemd
worden, maar theoretisch was hij ervan overtuigd dat
vrouwenbevrijding en socialisme samengaan, dat vrouwen zelf en
onafhankelijk hun strijd moeten kunnen voeren en dat dit
essentieel is voor een socialistische maatschappij, althans in
onze en zijn visie: een democratisch en zelfbeherend socialisme
kan niet anders dan ook feministisch zijn. Ongetwijfeld heeft
deze visie op vrouwenstrijd een belangrijke stroming van het
feminisme van de tweede golf in de Westerse wereld sterk beïnvloed,
evenals trouwens de niet dogmatische marxistische analyse van
vrouwenonderdrukking.
Wat
Ernest voor had, toen hij mij enkele maanden geleden tijdens een
vergadering op een floddertje papier vroeg of Robbe De Hert nog
bij onze stroming behoorde, weet ik niet. Ik weet wel dat Robbe
al jaren rondloopt met de idee een gefilmd portret van Ernest te
maken maar voor zoiets geen geld vond. En dat het nu te laat is.
(*)
Ida Dequeeker is lid van de leiding van de SAP en actief in de
vrouwenbeweging
|