Portaal

Biografie
Werken
Over het leven en het werk van Mandel...
Debatten, interviews, ...
Multimedia
Contact
Mailinglist

Nu voor 12 euro!

Dubbele DVD:

Links
Castellano
Deutsch
English
Français

Herinneringen aan een kameraad, vriend en strijder
Ernest Mandel - Internet-archief
Guy Desolre (*)

Afdrukken

Rood, speciaal nummer rond Ernest Mandel, jaargang 28, nr. 15-16, 1 september 1995

'La Gauche', waaraan ik van 1961 tot 1972 mijn medewerking verleende, vroeg me enkele persoonlijke herinneringen aan Ernest Mandel op papier te zetten. Dat is graag gedaan. 

Ernest Mandel is een van de twee marxistische denkers die de meeste invloed op mijn politieke vorming uitoefenden (de andere was de socioloog Lucien Goldmann), maar Ernest was veruit de belangrijkste van beiden. 

Eerste ontmoeting 

Ik ontmoette Ernest Mandel voor het eerst eind 1959. In die periode zat ik in de fase die me zou leiden naar mijn ontslag uit de Kommunistische Studenten en de Kommunistische Partij van Belgie. Een van de meningsverschillen hield verband met de houding t.a.v. de EEG (de 'gemeenschappelijke markt van de zes'). De KP nam een totaal negatief standpunt in, wat overigens overeenstemde met de conservatieve belangen van de kleine industrie en de familiale landbouwbedrijven. Mandel, die deel uitmaakte van de economische kommissie van het ABVV, had net in opdracht van de BBTK een boekje gepubliceerd over de Gemeenschappelijke Markt. Overigens ontving ik net tijdschriften van de Vierde Internationale met artikels over hetzelfde onderwerp. Een trotskistische kameraad uit Luik, lid van de BSP, raadde toen Ernest aan mij te ontmoeten. Op die manier kwam ik bij hem thuis, te Sint-Joost, Charles-Quirotstraat. 

Wat indruk op me maakte (naast dat eerste onderhoud, uiteraard) waren de vele boeken die op zijn bureau en op stoelen opeengestapeld lag en: niet alleen politieke werken, maar ook veel boeken over kunst en romans, in de meest diverse talen. 

Ernest als voetganger 

Vanaf dan volgden de ontmoetingen zich snel op. Maar Mandel met z'n vele activiteiten, had veel minder tijd dan ik, de student. Hij stelde me een originele formule voor, die we meermaals uitvoerden. Ik kwam bij hem en ik vergezelde hem te voet naar voor mij onbekende plaatsen (geen van beiden reed met de auto en Ernest hield niet zo van de tram, meer bepaald omwille van de discretie), zoals het centraal kantoor van postcheckrekeningen of een of andere verzekeringsinstelling. Het waren zeer interessante stadswandelingen, of en toe gekruid met historische uitweidingen over een of andere plaats of historisch monument... Hetzelfde gebeurde soms in Antwerpen. Na er de eerste trotskistische 'cel' opgericht te hebben (waar we vaak per trein naartoe gingen), stond een kleine tussenpauze ons soms toe snel een joodse patisserie in de buurt van de Pelikaanstraat te bezoeken. Zo ontdekte ik de “Käsekuche” en de “Zitronentarte”.

Een georganiseerd mens 

Mandel was een zeer georganiseerd mens in elke zin van het woord. Zo had hij schrijverspseudoniemen die aan een zeer precieze logica beantwoordden: in functie van doelpubliek en onderwerp. Hierin lag geen enkel “machiavellisme” besloten, maar eerder een wil tot samenhang in functie van het vermeend politiek bewustzijn van de lezer. 

Artikels over internationale politiek werden in de pers van de Vierde Internationale getekend met 'Germain', wanneer hij de problemen van de Belgische KP of de schoolstrijd aanhaalde werd dat “Henri Vallin”, in La Wallonie of  France-Observateur (de voorloper van Nouvel Observateur) tekende hij met Pierre Gousset. In Links, La Gauche, De Socialistische Stem en daarna Rood tekende hij uiteraard met Mandel. 

Deze zin voor organisatie - die zowel in de “wandelingen” als in de artikels tot uiting kwam- merkte men ook aan zijn lectuurfiches. In die tijd waren er geen computers en de fotokopieermachine deed pas haar intrede. Vandaar het gebruik van “Ficard steekkaarten” (15 cm op 10), waarvan hij een grote afnemer was. 

Nadat er tussen ons een band van vertrouwen heerste, aanvaardde Mandel zelfs dat ik hele stapels van die kostbare fiches over de geschiedenis van de internationale en Belgische arbeidersbeweging mee naar huis nam, zodat ik ze kon overschrijven. Ze waren o.a. van groot nut toen Marcel Liebman aan zijn thesis werkte over de oorsprong van het Belgisch communisme, want Ernest zond hem naar mij om er de geschreven copies van deze lectuurfiches te raadplegen. 

Met Traité de l’économie marxiste werd Mandel beroemd. De studenten van SJW mobiliseerden zich spontaan om het boek (waarop je schriftelijk kon intekenen) te verspreiden, want Ernest zou er nooit aan gedacht hebben voor zijn boek een mobilisatie 'af te kondigen'. Zo ontstonden andere wandelingen, om mensen te doen intekenen, vervolgens om hen het boek aan huis te brengen. Maar dat deden we spontaan. 

Studenten, studeer! 

Ik zou hier een enorm verschil willen aanstippen tussen Mandel en de valse profeten die uiterst-links helaas maar al te goed gekend heeft. Na de staking van 60-61 (de helft van die tijd bracht ik door in voorlopige hechtenis in de gevangenis van Sint-Gilles), zei Ernest me iets zeer belangrijks: “Je bent student, je hebt het geluk te kunnen studeren... je moet die kans niet verkwanselen”. Het was nog niet de periode van de “inplanting”  in de fabrieken, hoewel sommigen er al aan dachten. Volgens Mandel mocht de student, ook de `burgerlijke', zich geen complex laten aanpraten die hem er zou van verhinderen zijn studies verder te zetten en de mogelijkheid te verkwanselen de arbeidersbeweging kennis bij te brengen. De les werd aanhoord, een klein jaartje later, tot verrassing van... Mandel zelf. 

In juni '62 zou er in België een vergadering doorgaan van het International Uitvoerend Comité van de IVde Internationale. Voor de 'ingewijden' kan ik zeggen dat het de eerste vergadering zou worden waarop de breuk met de 'tendens van Pablo' zich begon of te tekenen. Ik was (nog) geen lid van deze instantie, maar ik stelde een familiale eigendom ter beschikking. Ik was dus gastheer. Ernest was verrast toen ik hem de sleutels van het pand overhandigde. 'Kom je niet?', vroeg hij. 'Neen', antwoordde ik, U pas het ordewoord toe dat je me een jaar geleden gaf.' 

Federalisme en arbeiderscontrole 

Na de breuk tussen La Gauche en de Luikse leider André Renard, die de Mouvement Populaire Wallon en het weekblad Combat oprichtte in de strijd voor het federalisme, waren er enkele problemen om het ordewoord van het federalisme ingang te doen vinden bij de linkse socialistische militanten (en ook bij de trotskistische van de 'entristische' organisatie). Mandel wendde al zijn diplomatie aan, maar het was pas in juni 1961 dat de algemene vergadering van medewerkers van La Gauche zich ten gunste van het federalisme uitsprak, verbonden aan de structuurhervormingen. Het Vlaamse weekblad Links zou nog lange tijd terughoudend blijven. 

De noodzakelijke heroriënteringen van de linkse socialisten werden in die tijd hoofdzakelijk door Mandel ingegeven. Alvorens dit artikel te schrijven, herlas ik zijn politieke nota's (die vaak met 'Waarde vriend' begonnen) over tal van onderwerpen: mijn aandacht vestigde zich op een opmerkelijke - zeer pedagogische - nota over de hervorming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering van 1963 en de strijd voor gratis gezondheidszorg. Ook een andere nota (uit 1967) in ondersteuning van de Leuvense studentenopstand en de overheveling van de Franstalige afdeling UCL naar Wallonië. Inzet: de leden van de PWT (Parti Wallon des Travailleurs) overtuigen van de noodzaak van die overheveling in overeenstemming met het recht van de volkeren op zelfbeschikking. Dat was geen gemakkelijke zaak.

Mandel was ook een van de pioniers van de “arbeiderscontrole” als oriëntering van het ABVV. Ook dat vergde tijd, want in maart '58 schreef hij nog - onder zijn echte naam - in La Gauche dat de steenkool- en energiesector moest genationaliseerd warden “onder arbeidersmedebeheer” (vergeet niet dat Ernest lid was van een ABVV-commissie). Pas in september '58 pleit de brochure van Renard “Vers le Socialisme par l’Action (grotendeels door Ernest geschreven) voor arbeiderscontrole... 

Sectair, niet sectair? 

Binnen zijn organisatie stond Mandel vaak in de minderheid. (Bijna) altijd onderwierp hij zich (on)vrijwillig aan de meerderheidsdiscipline. Sectair? Neen! Maar wanneer hij het gevoel had dat zijn politieke tegenstanders de toekomst of het bestaan van de organisatie op de helling dreigden te zetten, werd hij onhandelbaar en soms zelfs onrechtvaardig, door het karikaturaal vervormen van de standpunten van de anderen. Sectair? Misschien. Maar nooit met het vooropgesteld doel de andere te vernietigen. Het gebeurde veeleer onbewust. 

Toen ik de IVde Internationale verliet, tastte dat onze persoonlijke relatie niet aan. Ernest had een opmerkelijke studie geschreven over de ideologie van Hendrik De Man. In 1973 werd hij uitgenodigd op een colloquium over deze Belgische socialistische voorman. Maar het ministerie van justitie en de politie weigerden hem toegang tot Zwitsers territorium. Vermits ik over dat onderwerp studiewerk had verricht (meer bepaald vertrekkend van zijn kleine steekkaarten), vroeg hij me eenvoudigweg hem in Genève te vervangen. Wat ik ook deed. 

In 1983 betrok hij me bij het internationaal colloquium over Karl Marx aan de VUB. Nadien hadden we een uitgebreide correspondentie over marxisme en ethiek. In 1991 ontmoetten we elkaar voor de laatste maal. Die keer had ik hem uitgenodigd voor een internationaal colloquium over de Belgisch-Russische schrijver Victor Serge. Hij vertoonde reeds de uiterlijke tekenen van ziekte.  

Sindsdien hadden we slechts korte telefonische gesprekken. Ik zag hem niet meer terug. 

Epiloog 

Iemand stelde me een vraag over de 'verankering' van Ernest Mandel in de Belgische arbeidersbeweging. Die is onloochenbaar. Zowel door zijn kennis ervan als door zijn engagement en zijn invloed op meerdere generaties militanten. Ik heb steeds betreurd dat die band vanaf 1971 geleidelijk losser werd. Het gevaar dat dit inhield kwam tot uiting tijdens mijn laatste 'plenum' van het Internationaal Uitvoerend Comité in december 1971. Ik verzette me indertijd tegen de manier waarop de Internationale hervormd werd. Het was een van de redenen van mijn vertrek, een jaar later.

Hoe anders besluiten dan met de opdracht van Ernest aan zijn vader Henri Mandel in Traité de l'économie marxiste? “Onverschrokken van geest, edelmoedig van inborst”.

Gegroet!


(*) Guy Desolre, docent aan de ULB, vice-gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant en voormalig lid van het Verenigd Secretariaat van de Vierde Internationale

 

Contact webmaster

Avec le soutien de la Formation Leon Lesoil, 20, rue Plantin, 1070 Bruxelles, Belgique