Ernest Mandels werkterrein was enorm:
vanuit een duidelijke kern van economische analyse, gebonden aan zijn inzicht
dat theorie en politieke praktijk nauw verbonden moeten zijn, hield hij zich
bezig met onderwerpen die uiteenliepen van de geschiedenis van de
arbeidersbeweging en de ontwikkeling van de mens in het socialisme tot de
guerilla-strijd in Latijns Amerika. En met een element van de massacultuur waar
hijzelf aan verslaafd was: detectives.
Tijdens een seminar in 1996, waarvan een aantal
bijdragen nu gepubliceerd zijn in The Legacy of Ernst Mandel, werd
gediscussieerd over de actualiteit van Mandels werk en van zijn marxistische
paradigma. Bij het begin van de nieuwe eeuw heeft de gevestigde orde de
gelegenheid aangegrepen om zichzelf ruim te feliciteren met de overwinning van
het neoliberalisme, maar vooral met het ontbreken van een alternatief. Voor
links zijn er vele vragen. Sommigen ervan zijn tijdens dat seminar gesteld.
Lange golven
Enkele artikelen gaan over de belangrijkste
bijdrage van Ernest Mandel aan de ontwikkeling van de economische theorie: het
actualiseren en onderbouwen van een samenvattende theorie van de lange
golfbeweging. Sinds begin jaren zeventig, toen Mandel zijn opvattingen voor het
eerst volledig uiteenzette in zijn boek over het laatkapitalisme, zijn velen
gevolgd, zowel marxisten als neoklassieken. Deze theorie van de lange golven is
geknipt om een dieper inzicht te geven in de huidige conjunctuur.
Kort samengevat komt de theorie neer op en
afwisseling van lange perioden van sterke economische groei en economische
stagnatie en beperkte groei. De meest recente perioden zijn de stagnatie tussen
1914 en 1940-45, de groei vanaf 1940-45 tot omstreeks 1970, en de beperkte groei
sinds het begin van de jaren zeventig. Sommigen, waaronder Robeco-baas Van Duin,
zijn van mening dat we nu in het begin zitten van een nieuwe opgaande golf. Een
model van spontaan optredende economische cycli zou inderdaad moeten leiden tot
een nieuwe expansie sinds ongeveer 1992.
Mandel heeft een dergelijk automatisme altijd
bestreden. Om een nieuwe periode van groei in te luiden zouden externe,
niet-economische factoren een rol spelen. De uitkomst van maatschappelijke
strijd, van oorlogen en veroveringen spelen daarin een rol. Zowel herstel van de
winsten, herstel van de investeringen in nieuwe technologie, als het openen van
nieuwe markten zijn voorwaarden voor een periode van expansie. De vorige golf
van expansie was ondenkbaar zonder de Tweede Wereldoorlog en haar sociale en
politieke gevolgen, de nieuwe vormen van staatsingrijpen, de sociale integratie
van de arbeidersklasse en het ontstaan van grootschalige markten voor duurzame
consumptiegoederen.
Theoretische kritiek
Het seminar van 1996 vond eigenlijk te vroeg
plaats om al goed te kunnen zien of Mandels opvatting over de lange golven
houdbaar is. Jesüs Albarracín en Pedro Montes, medewerkers aan de bundel,
wijzen erop dat in overeenstemming met de historische benadering van Mandel de
lange periode van stagnatie ook een aanpassing van de theorie vereist. Michel
Husson verdiept dit inzicht met een kritiek op Mandels veronderstellingen over
de bewegingen van de samenstelling van het kapitaal en de winstvoet. Mandels
benadering was ondogmatisch, en zocht een complexe verklaring voor de omslag
naar de stagnatie. Daarmee geeft zijn theorie ook een antwoord op de vraag
waarom er niet eenvoudige een nieuwe groei komt naar het model van de groei van
na de oorlog. Kort samengevat: verschillende elementen die toen voorwaarden voor
de groei waren zijn nu juist belemmeringen.
Husson roert zo ook de vraag aan waar we nu
staan. Hij becijfert dat er sinds begin jaren negentig weer een herstel van de
rentabiliteit is opgetreden tot het niveau van de jaren zestig, maar dat de
accumulatie achter blijft. Daardoor zijn er enorme financiële kapitalen
zwervend, op zoek naar rendement op korte termijn. Dat is de basis van de hoge
beurskoersen. Er zijn geen nieuwe markten voor nieuwe producten die op eenzelfde
schaal als in de jaren vijftig en zestig nieuwe massaproductie mogelijk maken.
Naar mijn idee blijven zowel Husson als Albarracín
en Montes te veel hangen in een kritische uitwerking van Mandels theorie van de
lange golf. We zijn het eens dat die theorie geen simplistische verklaringen
toelaat, en dat een kritisch historische benadering centraal moet staan. Het is
zinvol om de lange periodes niet te zien als een binnen de economie als vanzelf
optredend mechanisme. Maar als we de lange golven zien als een vorm van
historische periodisering, hoe zit het dan met het heden?
We zitten inmiddels een tiental jaren in een
nieuwe historische periode. De val van de Muur en het herstel van het
kapitalisme in Oost- Europa; de economische groei ten voordele van een groot
deel van de bevolking in de ontwikkelde landen ten koste van een minderheid hier
in het Noorden, en ten koste van de grote meerderheid in het Zuiden en het
Oosten; de pogingen een nieuwe vorm van politieke stabiliteit te organiseren
rond de Verenigde Staten (Golfoorlog, WTO, IMF, NAVO) zijn elementen van een
nieuwe situatie. Er is groei, maar die groei leidt niet tot een wereldwijd
economisch herstel: ze blijft beperkt tot de VS en Europa. Een model waarbij
maar twee soorten perioden (groei of stagnatie) voorkomen kan hier niet echt mee
uit de voeten.
Bovendien is het de vraag of achteraf bezien de
periodisering van de twintigste eeuw wel geheel te vatten is in de Mandeliaanse
analyse. De centrale periode 1914-1945 wordt vooral gekenmerkt door de
wereldoorlogen en hun tussenspel. Mandels analyse is vooral sterk als verklaring
van de expansie na de oorlog en als zodanig een teken van de creativiteit van
een levend en open marxisme.
Shoah en socialisme
Nog twee andere bijdragen aan The Legacy of
Ernest Mandel verdienen apart genoemd te worden.
Norman Geras grijpt terug op Trotsky en Deutscher
en maakt gebruik van de bijdragen van onder meer Enzo Traverso om in te gaan op
Mandels visie op de Shoah. Hij geeft een indringende en overtuigende kritiek van
Mandels pogingen om tot een omvattende 'rationele' verklaring van de
vernietiging van de joden te komen. Het unieke van het nazisme, niet alleen de
uit de ontwikkeling van het kapitalisme verklaarbare rol van het nazistisch
racisme, maar ook de vraag hoe het in godsnaam mogelijk was dat zo veel mensen
met zo veel inzet zich mede schuldig hebben gemaakt aan de Shoah, behoeft
verklaring. Juist om herhaling te kunnen voorkomen.
Catherine Samary's bijdrage is het hele boek
waard. Mandels opvattingen over de overgang naar het socialisme worden aan een
kritisch historisch, theoretisch en praktisch onderzoek onderworpen. In de haar
eigen heldere stijl maakt Samary duidelijk dat Mandels opvattingen niet alleen
een vruchtbaar beginpunt voor de analyse van Oost-Europa in de
post-kapitalistische periode waren, maar ook gebreken vertoonden die doorwerkten
in een verkeerde verwachting van de ontwikkelingen op het moment dat de
bureaucratische elite aan het eind van haar latijn was. We hebben sinds 1989 een
overgang gezien naar herstel van het kapitalisme, zij het een zwak en onvolmaakt
kapitalisme. De kapitalistische onwikkelingen in Oost-Europa worden versterkt
door de steun van het internationale kapitaal. Mandels analyse schoot tekort om
deze ontwikkeling te verklaren.
Ook werkt Samary de opvatting uit dat Mandel een
te eenvoudig beeld van een socialistische economisch plan had. De rol van
warenproductie en marktmechanismen naast planning en democratisch zelfbeheer kan
niet eenvoudig 'vastgesteld' worden. Samary grijpt hier terug op Trotsky die
nooit zo ver ging dat hij het afsterven van de warenproductie als voorwaarde
voor het socialisme zag.
Het hier besproken boek bevat veel meer. Toch
zouden twee onderwerpen niet misstaan hebben. In de eerste plaats het gebrek aan
begrip voor de ecologische problematiek. Hoe was het mogelijk dat zo'n brede
geest zo weinig gevoel had voor dit onderwerp? Want ondanks zijn in latere jaren
gekomen erkenning van de betekenis van de milieubeweging lijkt mij dit thema
nooit echt opgenomen in Mandels denkraam.
Een tweede thema zou de vraag zijn naar de
(psychologische of analytische?) oorzaak van Mandels enorme over-optimisme dat
zowel aanleiding kon geven tot prachtige versprekingen als tot onbegrijpelijke
missers, zoals in de eerste maanden na de val van de Berlijnse muur (‘dit is
een begin van de politieke revolutie’). Met Michael Löwy wil ik dit
over-optimisme onderscheiden van zijn elementaire vertrouwen in de mogelijkheid
van de mens om in de geschiedenis in te grijpen en alle onmenselijkheid te
overwinnen, een vertrouwen dat Ernest Mandel intens beleefde en uitstraalde. Dat
vertrouwen is het motief voor velen om zich ondanks tegenslagen in te zetten
voor een betere wereld.
The Legacy of Ernest Mandel, onder redactie
van Gilbert Achcar, Verso, Londen 1999
|