Portaal

Biografie
Werken
Over het leven en het werk van Mandel...
Debatten, interviews, ...
Multimedia
Contact
Mailinglist

Nu voor 12 euro!

Dubbele DVD:

Links
Castellano
Deutsch
English
Français

Mandels erfenis - Een open en kritisch marxisme

Anderen over...
Herman Pieterson Afdrukken
Grenzeloos, nr. 55, mei-juni 2000

Ernest Mandels werkterrein was enorm: vanuit een duidelijke kern van economische analyse, gebonden aan zijn inzicht dat theorie en politieke praktijk nauw verbonden moeten zijn, hield hij zich bezig met onderwerpen die uiteenliepen van de geschiedenis van de arbeidersbeweging en de ontwikkeling van de mens in het socialisme tot de guerilla-strijd in Latijns Amerika. En met een element van de massacultuur waar hijzelf aan verslaafd was: detectives.

Tijdens een seminar in 1996, waarvan een aantal bijdragen nu gepubliceerd zijn in The Legacy of Ernst Mandel, werd gediscussieerd over de actualiteit van Mandels werk en van zijn marxistische paradigma. Bij het begin van de nieuwe eeuw heeft de gevestigde orde de gelegenheid aangegrepen om zichzelf ruim te feliciteren met de overwinning van het neoliberalisme, maar vooral met het ontbreken van een alternatief. Voor links zijn er vele vragen. Sommigen ervan zijn tijdens dat seminar gesteld.

Lange golven

Enkele artikelen gaan over de belangrijkste bijdrage van Ernest Mandel aan de ontwikkeling van de economische theorie: het actualiseren en onderbouwen van een samenvattende theorie van de lange golfbeweging. Sinds begin jaren zeventig, toen Mandel zijn opvattingen voor het eerst volledig uiteenzette in zijn boek over het laatkapitalisme, zijn velen gevolgd, zowel marxisten als neoklassieken. Deze theorie van de lange golven is geknipt om een dieper inzicht te geven in de huidige conjunctuur.

Kort samengevat komt de theorie neer op en afwisseling van lange perioden van sterke economische groei en economische stagnatie en beperkte groei. De meest recente perioden zijn de stagnatie tussen 1914 en 1940-45, de groei vanaf 1940-45 tot omstreeks 1970, en de beperkte groei sinds het begin van de jaren zeventig. Sommigen, waaronder Robeco-baas Van Duin, zijn van mening dat we nu in het begin zitten van een nieuwe opgaande golf. Een model van spontaan optredende economische cycli zou inderdaad moeten leiden tot een nieuwe expansie sinds ongeveer 1992.

Mandel heeft een dergelijk automatisme altijd bestreden. Om een nieuwe periode van groei in te luiden zouden externe, niet-economische factoren een rol spelen. De uitkomst van maatschappelijke strijd, van oorlogen en veroveringen spelen daarin een rol. Zowel herstel van de winsten, herstel van de investeringen in nieuwe technologie, als het openen van nieuwe markten zijn voorwaarden voor een periode van expansie. De vorige golf van expansie was ondenkbaar zonder de Tweede Wereldoorlog en haar sociale en politieke gevolgen, de nieuwe vormen van staatsingrijpen, de sociale integratie van de arbeidersklasse en het ontstaan van grootschalige markten voor duurzame consumptiegoederen.

Theoretische kritiek

Het seminar van 1996 vond eigenlijk te vroeg plaats om al goed te kunnen zien of Mandels opvatting over de lange golven houdbaar is. Jesüs Albarracín en Pedro Montes, medewerkers aan de bundel, wijzen erop dat in overeenstemming met de historische benadering van Mandel de lange periode van stagnatie ook een aanpassing van de theorie vereist. Michel Husson verdiept dit inzicht met een kritiek op Mandels veronderstellingen over de bewegingen van de samenstelling van het kapitaal en de winstvoet. Mandels benadering was ondogmatisch, en zocht een complexe verklaring voor de omslag naar de stagnatie. Daarmee geeft zijn theorie ook een antwoord op de vraag waarom er niet eenvoudige een nieuwe groei komt naar het model van de groei van na de oorlog. Kort samengevat: verschillende elementen die toen voorwaarden voor de groei waren zijn nu juist belemmeringen.

Husson roert zo ook de vraag aan waar we nu staan. Hij becijfert dat er sinds begin jaren negentig weer een herstel van de rentabiliteit is opgetreden tot het niveau van de jaren zestig, maar dat de accumulatie achter blijft. Daardoor zijn er enorme financiële kapitalen zwervend, op zoek naar rendement op korte termijn. Dat is de basis van de hoge beurskoersen. Er zijn geen nieuwe markten voor nieuwe producten die op eenzelfde schaal als in de jaren vijftig en zestig nieuwe massaproductie mogelijk maken.

Naar mijn idee blijven zowel Husson als Albarracín en Montes te veel hangen in een kritische uitwerking van Mandels theorie van de lange golf. We zijn het eens dat die theorie geen simplistische verklaringen toelaat, en dat een kritisch historische benadering centraal moet staan. Het is zinvol om de lange periodes niet te zien als een binnen de economie als vanzelf optredend mechanisme. Maar als we de lange golven zien als een vorm van historische periodisering, hoe zit het dan met het heden?

We zitten inmiddels een tiental jaren in een nieuwe historische periode. De val van de Muur en het herstel van het kapitalisme in Oost- Europa; de economische groei ten voordele van een groot deel van de bevolking in de ontwikkelde landen ten koste van een minderheid hier in het Noorden, en ten koste van de grote meerderheid in het Zuiden en het Oosten; de pogingen een nieuwe vorm van politieke stabiliteit te organiseren rond de Verenigde Staten (Golfoorlog, WTO, IMF, NAVO) zijn elementen van een nieuwe situatie. Er is groei, maar die groei leidt niet tot een wereldwijd economisch herstel: ze blijft beperkt tot de VS en Europa. Een model waarbij maar twee soorten perioden (groei of stagnatie) voorkomen kan hier niet echt mee uit de voeten.

Bovendien is het de vraag of achteraf bezien de periodisering van de twintigste eeuw wel geheel te vatten is in de Mandeliaanse analyse. De centrale periode 1914-1945 wordt vooral gekenmerkt door de wereldoorlogen en hun tussenspel. Mandels analyse is vooral sterk als verklaring van de expansie na de oorlog en als zodanig een teken van de creativiteit van een levend en open marxisme.

Shoah en socialisme

Nog twee andere bijdragen aan The Legacy of Ernest Mandel verdienen apart genoemd te worden.

Norman Geras grijpt terug op Trotsky en Deutscher en maakt gebruik van de bijdragen van onder meer Enzo Traverso om in te gaan op Mandels visie op de Shoah. Hij geeft een indringende en overtuigende kritiek van Mandels pogingen om tot een omvattende 'rationele' verklaring van de vernietiging van de joden te komen. Het unieke van het nazisme, niet alleen de uit de ontwikkeling van het kapitalisme verklaarbare rol van het nazistisch racisme, maar ook de vraag hoe het in godsnaam mogelijk was dat zo veel mensen met zo veel inzet zich mede schuldig hebben gemaakt aan de Shoah, behoeft verklaring. Juist om herhaling te kunnen voorkomen.

Catherine Samary's bijdrage is het hele boek waard. Mandels opvattingen over de overgang naar het socialisme worden aan een kritisch historisch, theoretisch en praktisch onderzoek onderworpen. In de haar eigen heldere stijl maakt Samary duidelijk dat Mandels opvattingen niet alleen een vruchtbaar beginpunt voor de analyse van Oost-Europa in de post-kapitalistische periode waren, maar ook gebreken vertoonden die doorwerkten in een verkeerde verwachting van de ontwikkelingen op het moment dat de bureaucratische elite aan het eind van haar latijn was. We hebben sinds 1989 een overgang gezien naar herstel van het kapitalisme, zij het een zwak en onvolmaakt kapitalisme. De kapitalistische onwikkelingen in Oost-Europa worden versterkt door de steun van het internationale kapitaal. Mandels analyse schoot tekort om deze ontwikkeling te verklaren.

Ook werkt Samary de opvatting uit dat Mandel een te eenvoudig beeld van een socialistische economisch plan had. De rol van warenproductie en marktmechanismen naast planning en democratisch zelfbeheer kan niet eenvoudig 'vastgesteld' worden. Samary grijpt hier terug op Trotsky die nooit zo ver ging dat hij het afsterven van de warenproductie als voorwaarde voor het socialisme zag.

Het hier besproken boek bevat veel meer. Toch zouden twee onderwerpen niet misstaan hebben. In de eerste plaats het gebrek aan begrip voor de ecologische problematiek. Hoe was het mogelijk dat zo'n brede geest zo weinig gevoel had voor dit onderwerp? Want ondanks zijn in latere jaren gekomen erkenning van de betekenis van de milieubeweging lijkt mij dit thema nooit echt opgenomen in Mandels denkraam.

Een tweede thema zou de vraag zijn naar de (psychologische of analytische?) oorzaak van Mandels enorme over-optimisme dat zowel aanleiding kon geven tot prachtige versprekingen als tot onbegrijpelijke missers, zoals in de eerste maanden na de val van de Berlijnse muur (‘dit is een begin van de politieke revolutie’). Met Michael Löwy wil ik dit over-optimisme onderscheiden van zijn elementaire vertrouwen in de mogelijkheid van de mens om in de geschiedenis in te grijpen en alle onmenselijkheid te overwinnen, een vertrouwen dat Ernest Mandel intens beleefde en uitstraalde. Dat vertrouwen is het motief voor velen om zich ondanks tegenslagen in te zetten voor een betere wereld.

The Legacy of Ernest Mandel, onder redactie van Gilbert Achcar, Verso, Londen 1999

 

Contact webmaster

Avec le soutien de la Formation Leon Lesoil, 20, rue Plantin, 1070 Bruxelles, Belgique