Geschreven : juli 1958
Bron : La Gauche nr 29, 19 juli 1958
Oorspronkelijke titel : La crise au moyen Orient. De la révolution irakienne à l’intervention occidentale.
Vertaling : Valeer Vantyghem
Met de val van de monarchie in Irak zet de revolutie die reeds tien jaar het Midden Oosten in haar greep houdt een nieuwe en sensationele stap voorwaarts. Na de val van de monarchie in Egypte, het vertrek van de Britse troepen uit de zone van het Suez kanaal, de nationalisatie van het kanaal, de onafhankelijkheid van Marokko, Tunesië en Soedan is nu het belangrijkste politieke bolwerk van de westerse wereld, in dit deel van de wereld, ineengestort.
Een revolutie die men niet met kanonnen kan tegenhouden
Het streven van de Arabische volkeren naar eenheid en werkelijke onafhankelijkheid van het Midden Oosten is een getrouwe weergave van de nationaal democratische revoluties zoals Europa die heeft gekend tussen de XVIde en de XIXde eeuw en evenzo is ze onomkeerbaar en onstuitbaar. Het ware een erge dwaling om te denken dat men met kanonnen in deze landen terug feodale regimes zou kunnen op de been brengen en daarbij steunen op corrupte kringen en pachas die de arme en deerniswekkende ‘fellahs’ tot de bot uitzuigen.
Zoals eertijds in Europa, is het de jonge industriële burgerij die vol verlangen uitkijkt naar een uitgestrekte en afgeschermde afzetmarkt voor haar producten en om goed te gedijen dankzij de steun en de subsidies van haar eigen Staat. Zij is de sociale kracht die alle baat heeft bij een grondige omschakeling van het Midden Oosten. Maar deze bourgeoisie is oneindig veel zwakker dat de Britse bourgeoisie het was, de Franse, Duitse en Belgische ten tijde van de burgerlijke revoluties. Ze staat tegenover een agrarisch probleem dat heel wat meer ontvlambaar is dan het West-Europa het geval was. Een revolutionaire oplossing van dit probleem zou het ineenstorten van heel de sociale constructie met zich meebrengen. Dit is het wat de burgerij wil vermijden.
Dit is de reden waarom ze te probeert tegelijkertijd massale acties van de bevolking te ‘ontplooien’ en ‘in te perken’. Ze moet de steun verwerven van de bevolking in een verbond tegen het buitenlandse imperialisme. De acties moeten in banen worden geleid om te vermijden dat er een echte volksrevolutie zou losbarsten die de basis van deze burgerij zou kunnen bedreigen. Daarom lijkt haar de meest gunstige oplossing regimes te zijn die steunen op het leger.
Vandaag hebben heel wat politici het over een boek van Nasser ‘De Filosofie van een revolutie’. Doch ze kijken wel uit om een tamelijk veelzeggende passage aan te halen waarin de Bakbachi zijn angst weergeeft voor de ‘sociale fase van de revolutie’ die onvermijdelijk moet volgen op ‘haar politieke fase’. Het is op deze logische verloop van de gebeurtenissen dat de Europese arbeidersbeweging resoluut zou moeten inzetten. Maar dit vereist dat ze alle banden zou verbreken die haar direct of indirect binden met de verrotte regimes van vroeger.
Dorpen zo groot als de Potemkine storten ineen
Toch zag het er lange tijd naar uit dat Irak de meest stabiele bondgenoot van het Westen in het Midden Oosten zou blijven. In tegenstelling met Jordanië, Saudi-Arabië of de sultananten uit de Perzische Golf kende dit land een tamelijk spectaculaire golf van moderniseringen. Zijn Eerste Minister, Nouri Saïd, regeerde niet enkel met de meest harde repressie, de knoet en de galg. Hij deed ook zijn best om de levensstandaard van een deel van de bevolking te verbeteren door elektrificatie, irrigatie en het vruchtbaar maken van de landouwgrond.
Heel wat westerse waarnemers die zich hadden laten beetnemen door de schijn, hebben gesteld dat de Irakese regering met de gulle en brede bijdragen die de petroleummaatschappijen aan dit ‘Ontwikkelingsfonds’ gaven definitief het pact van Bagdad had geconsolideerd.
Deze redenering is vals gebleken. De economische voordelen van deze omschakeling zijn enkel een klein deel van de bevolking ten goede gekomen : de grootgrondbezitters hebben het meest voordeel gehaald uit de irrigatie van de gronden. De verbetering van de levensomstandigheden van de grote massa is voldoende geweest opdat deze zich ging interesseren in het politieke leven en volstond niet opdat ze in haar lot zou berusten.
En, vooral, nu Nouri Saïd de lagere burgerij had versterkt, had hij precies deze politieke kracht versterkt die had ontbroken en de nederlaag had veroorzaakt van de pro - as opstand van Rachid Ali in 1941. Het was uit de geledingen van deze burgerij dat de belangrijkste kader werden gerekruteerd voor het leger die niet langer de gewillige werktuigen waren in de handen van het Paleis. Ze werden een autonome kracht die de belangen van de natie gelijk stelde aan de eisen van hun klasse.
Een verschrikkelijke nederlaag voor het westerse bondgenootschap
De revolutie in Irak is een verschrikkelijke nederlaag voor het westerse bondgenootschap waarvan de gevolgen niet alleen de krachtsverhoudingen in dit deel van de wereld dreigen om te gooien maar ook in de gehele wereld.
Een strategische nederlaag : nu Irak verloren is gegaan betekent dit dat Turkije is ingesloten, dat er een open bres is geslagen tussen het Atlantische Pact en het Pact van Bagdad, dat de laatste westerse steunpunten in het Midden Oosten de een na de andere als rijpe vruchten dreigen in de handen te vallen van de Verenigde Arabische Republiek. Een even grote dreiging weegt op Iran met het risico dat de Amerikanen hun basissen met 1.000 tot 2.000 km moeten verplaatsen.
Een politieke nederlaag : nu de Irakese monarchie is ineengestort betekent dit een triomf voor de Verenigde Arabische Republiek waarvan het prestige honderdvoudig de hoogte ingaat en een sterke aantrekkingskracht uitoefent op de arme Arabische volkeren van die landen die nog de feodaliteit kennen. Op min of meer korte tijd zal het hele Midden Oosten aan de invloed van het Westen ontsnappen. Dit betekent een directe bedreiging voor de Marokkaanse monarchie en een duwtje in de rug voor de Noord Afrikaanse revolutie, vooral voor de Algerijnse revolutie.
Een economische nederlaag : de val van het pro imperialistische regime in Irak betekent dat de Irak Petroluem Cy met nationalisatie wordt bedreigd, en voor een deel een direct gevaar voor de bevoorrading van Frankrijk en Groot Brittannië, een nieuwe aderlating in sterke deviezen dient zich aan, de petroleum die in plaats zou komen van die uit het Midden Oosten zal moeten ingevoerd worden uit het westerse halfrond. En de val van dit regime is eventueel nog maar de voorbode van veel erger : het volledige Midden Oosten dat verloren gaat betekent het verlies van 60 % van de oliereserves die in de wereld voorhanden zijn, de kapitalistische wereld zou morgen kunnen gewurgd raken.
De vrede wordt sterk bedreigd
Het kan niet anders of de regeringsleiders in Washington en Londen moeten heel gevoelig zijn voor deze diepgaande verschuivingen die voortspruiten uit de Irakese revolutie. Hun antwoord is gevat : bijna dadelijk werd er opgestreden. De dreiging die ervan uitgaat voor de wereldvrede is erger dan tijdens de Korea crisis, die in Indochina of die van Suez.
Heel zeker, noch Washington noch Moskou willen een wereldoorlog. De toestand verschilt van die van 1939, toen iedereen de furieuze gek kende die onverschillig stond tegenover een wereldbrand en zich zelfs verheugde in zulk een vooruitzicht. Doch dit doet nu gevaarlijk veel denken aan wat de wereld heeft gekend aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog.
Twee blokken staan tegenover elkaar en houden elkaar in evenwicht. Ieder blok steunt op een delicaat systeem van bondgenootschappen. Ieder geringste verschuiving van de verhoudingen tussen die bondgenoten dreigt de globale krachtsverhoudingen tussen de blokken te verstoren. Ten alle prijze moeten dergelijke verschuivingen vermeden worden. Daartoe wordt er met tussenkomsten gedreigd. Is dat bluf ? Zijn de tegenstrevers vastbesloten om tot handelen over te gaan ? Jammer genoeg weten we dat pas als het te laat is.
Wanneer de westerse interventie beperkt blijft tot Libanon, tot Jordanië, Saoudie Arabieë en tot de Perzische Golf, dan blijft het conflict ongetwijfeld plaatselijk. Het Midden Oosten zal verdeeld worden zoals Europa, Korea en Vietnam. De toestand zal niet zonder gevaar blijven, want de Libanese burgeroorlog dreigt haar grenzen te overschrijden, want Jordanië kan, op haar beurt, ook opstanden kennen. Doch, zo het het Jordaanse leger, met westerse hulp, Irak binnentrekt, dreigt het niet enkel te botsen op het nieuwe gezag, doch ook op de Syrisch — Egyptische troepen, zelfs op Sovjet vrijwilligers.
De inzet van dit vreselijk spelletje poker is immens : miljarden dollars in petroleum, de laatste steunpunten van het Britse Rijk. Maar het risico is nog groter : een nucleaire botsing die niet enkel een einde zou maken aan de beschaving doch ook aan het het menselijke bestaan op aarde. Moge de arbeidersbeweging zich daar goed bewust van zijn, moge die met al haar kracht wegen ten voordele van de vrede !