Geschreven : april 1957
Bron : La Gauche nr. 13, 13 april 1957
Vertaling : Valeer Vantyghem
Oorspronkelijke titel : Un entreprise qui intéresse tous le travailleurs. Le Marché Commun
Het verdrag voor een gemeenschappelijke markt dat onlangs te Rome werd ondertekend heeft in de kranten heel wat commentaar teweeg gebracht. In dit blad La Gauche heeft Rifflet aan deze kwestie heel wat aandacht besteed.
Nu zullen wij ons beperken tot de economische politiek, die moet gevolgd worden en door de arbeiders geëist, om zo het best te komen tot een economische gemeenschap tussen Frankrijk, Duitsland, Italië en de landen van de Benelux.
Hoe zal die gemeenschappelijke markt eruit zien ?
We zullen niet in de details treden. Dat verdrag voorziet in het opheffen van de hindernissen die het vrij verkeer van goederen, diensten, kapitalen en mensen tussen die zes landen belemmeren. Alle bestaande grenzen en tolbomen zullen niet ineens worden opgeheven, doch stap per stap, in verschillende fasen, over een totaal van 12 tot 15 jaar maximum. Deze termijn werd nodig geacht om iedere lidstaat de kans te geven zich om te schakelen en zich aan te passen. Het verdrag voorziet ook specifiek hoe die hindernissen moeten worden opgeruimd. Tijdelijke maatregelen moeten een land beschermen dat door de concurrentie van andere landen in moeilijkheden zou kunnen geraken. Het is jammer dat bij de onderhandelingen over het verdrag, men nu reeds tot technische maatregelen is overgegaan. Het ware misschien beter geweest om zich te beperken tot een verdrag waarin de principes waren neergelegd voor het scheppen van een gemeenschappelijke markt, evenals de organen om dit te realiseren. Door vanaf nu reeds alle mogelijke problemen op te sommen en alle moeilijkheden in te schatten die zich gedurende de komende 15 jaar zullen stellen, hebben de onderhandelaars het verdrag opgeschept met een reeks technische beschikkingen. Zo mag men vrezen dat het actieterrein van de instellingen, die belast zijn met het realiseren van de Gemeenschap, op die manier wordt ingeperkt.
De tegenstand roert zich
Moeilijkheden zullen er ongetwijfeld komen. Tegenstanders, die zijn er nu al. In de pers verschenen er besluiten van federaties van handelaars en industriëlen die zich tegen heel de onderneming verzetten. En, zoals de zaken er nu voorstaan, ziet het er naar uit dat de oppositie zich zal roeren, uit principe, uit bezorgdheid, uit het afwijzen van elke inspanning om zich hoe dan ook aan te passen.
Het verhaal over dat jongentje is bekend. Op school werd hem gevraagd wat hij dacht van de Europese eenmaking. Hij gaf als antwoord dat de mensen hun werk zouden verliezen. Na enige aandrang gaf hij meer uitleg, zijn vader was douanier.
Ongetwijfeld, dit is maar een grapje. Maar die grap is toch niet zonder belang. Het wijst op een psychologische reactie telkens de structuren een grondige wijziging ondergaan. Deze psychologische reactie vind je terug bij elk individu, elke arbeider, bediende of patroon en daardoor ontstaat er een klimaat tegen de Gemeenschappelijke Markt.
Er kan niet genoeg gewezen worden op de grote voordelen, die samengaan met de uitbouw van een Europese economische eenheid. Zeker als het op zulk een grote schaal gebeurt. Het gezichtsveld van de arbeiders moet verder reiken dan de grenzen van de onderneming waar ze hun brood verdienen, verder dan wat morgen zal brengen. De Gemeenschappelijke Markt betekent dat er een economische ruimte wordt geschapen met meer dan 160 miljoen inwoners, evenveel als in de Verenigde Staten.
Het doel : de levensstandaard optrekken
We moeten goed voor ogen houden dat in 1955 de totale waarde van de productie in de Verenigde Staten bijna 400 miljard dollar bedroeg. Voor hetzelfde jaar was dit ongeveer 180 miljard voor de zes landen die samen de Gemeenschappelijke Markt gaan vormen. Per inwoner bedroeg in de Verenigde Staten de waarde van het nationaal product bijna 120.000 frank, voor de zes Europese landen samen, was dat slechts 40.000 frank.
Het economische doel van de Gemeenschappelijke Markt is nu juist om te komen tot een levensstandaard die er enorm op zal vooruitgaan. Tegelijkertijd krijgen we een verkorting van de arbeidsduur en de werkomstandigheden in de bedrijven zullen beter worden. Dit is het uiteindelijk doel van deze Gemeenschap.
Het staat vast, dat wanneer de tolmuren worden opgeheven, de bedrijven een enorme uitbreiding zullen kennen. Er komt een specialisatie in de taken, de vraag wordt stabieler, men wordt minder afhankelijk van de internationale conjunctuur. De productiviteit wordt aanzienlijk groter, men zal zich richten op nieuwe producten, het wordt mogelijk om wetenschappelijk en industrieel onderzoek te financieren, de actieve bevolking mag hopen op een volledige tewerkstelling, er komt een veel grotere massa goederen en diensten, bestemd voor het dagelijks verbruik en voor investeringen.
Het risico ligt niet hier, dat de Gemeenschappelijke Markt zou uitlopen op een lagere levensstandaard. Het risico ligt hem wel daar dat de Gemeenschappelijke Markt er niet zou komen, omdat er tijdens de volgende jaren een oppositie zal groeien tegen deze nodige hervormingen !