Portaal

Biografie
Werken
Over het leven en het werk van Mandel...
Debatten, interviews, ...
Multimedia
Contact
Mailinglist

Nu voor 12 euro!

Dubbele DVD:

Links
Castellano
Deutsch
English
Français

Een bijdrage over het socialistisch project

Ernest Mandel(*) en Abraham Serfaty(**):

Ernest Mandel Afdrukken
Socialisme Zonder Grenzen, dossier 9, Luik, 4 februari 1992

Cédric Lomba: "Goede avond, allemaal. Bedankt voor uw deelname aan deze conferentie. Allereerst wil ik namens de Cercle Débat, Culture et Action plurielle Ernest Mandel en Abraham Serfaty bedanken omdat ze aanvaard hebben aan dit debat hun medewerking te verlenen. Onze Cercle kiest resoluut voor een socialistisch perspectief. We denken dat het kapitalisme gelijk is aan oorlog, zoals in Joegoslavië, en synoniem voor hongersnood, zoals in Somalië. We denken niet dat dit het einde van de geschiedenis is en geloven bovendien dat we zelfde verandering mee kunnen bewerkstelligen. Ik laat u nu in het gezelschap van Ernest Mandel en Abraham Serfaty."  

Eric Toussaint: "Welkom iedereen. De bedoeling van deze avond is niet de polemiek maar de dialoog. Op het podium hebben we immers twee revolutionaire militanten, marxisten, internationalisten die sinds tientallen jaren hun ideologisch engagement omzetten in daden wat hen, Abraham nog meer, vaak duur is komen te staan. We prijzen ons nogmaals gelukkig dat hij in september 1991 is vrijgelaten. Een eerste keer was hij al in Luik om over Marokko te praten en over zijn strijd aldaar.  

Ook heb ik het vanavond eerder over een dialoog, omdat het dit keer niet over Marokko gaat, om Europa of over actuele thema's, maar over een ruimere kwestie, die daarom niet minder controversieel is. Niet voor onze kameraden weliswaar, maar voor anderen, namelijk: over welk socialisme hebben we het na het ineenstorten van de bureaucratische regimes in Oost-Europa, na het einde van het zogeheten reëel bestaande socialisme. Is er nog een socialistisch perspectief of een project die naam waardig?

Mag ik aan beide sprekers vragen in enkele woorden te schetsen wat socialisme voor hen betekent?"  

Ernest Mandel: "Voor mij gaat het om een samenleving zonder uitbuiting, onderdrukking of geweld, gebaseerd op samenwerking en solidariteit, waarin, zoals Marx bepaald heeft, zij die produceren, de overgrote meerderheid van de mensheid, dus, verenigd zijn en hun lot in eigen handen nemen. Een samenleving waarin zij zelf, op democratische wijze, de prioriteiten bepalen bij het gebruik van de schaarse natuurlijke rijkdommen, de zorg voor het milieu. het wegwerken van ongelijkheid en discriminatie tussen de sociale klassen maar ook tussen volkeren, rassen, ethnieën, tussen man en vrouwen tussen alle grote groepen van mensen die deze aarde bewonen."  

Abraham Serfaty: "Mijn visie verschilt niet wezenlijk van die van Ernest. Ook voor mij blij ft de essentie van wat Marx geschreven heeft overeind. Toch wil ik enkele nuances aanbrengen. Voor mij is het socialisme eerder de overgangssamenleving tussen het kapitalisme, of beter de kapitalistische productiewijze en de communistische productiewijze. De definitie die Ernest gegeven heeft slaat voor mij eerder op het begrip communistische productiewijze. Het socialisme vormt er de overgang naar en is nog getekend door het kapitalisme, zoals Marx trouwens zelf ook schreef.

Socialisme voor mij betekent dan dat de arbeiders hun eigen lot in handen hebben. Ze dragen nog de stigmata van het kapitalisme, er zijn nog kapitalistische kernen, we komen er later op terug, maar ze bepalen reeds hun eigen lot en bijgevolg de te volgen weg voor deze samenleving. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat die hele toekomst al uitgetekend is en vastligt. Er zullen nog crisissen volgen, vooruitgang en terugval, maar dit lijkt me de essentie. Vanaf dat ogenblik kan het voornaamste van wat Ernest zei reeds geïntegreerd worden: een humanistische, echt democratische samenleving die opbouwend is in plaats van destructief, zoals het kapitalisme. "

Eric Toussaint: "Ondertussen zitten we toch maar met zware twijfels omtrent de mogelijkheden van het socialisme. Dit zijn de erfenis van ervaringen in het voormalig Oostblok en van het sociaal-democratische beheer van de crisis dat we momenteel meemaken. Daarom vraag ik aan Ernest Mandel hoe hij de toekomst van het socialisme ziet, de actualiteit ervan en wat zijn politiek engagement ter zake bepaalt?"

In essentie komt de crisis niet voort uit het ineenstorten van de bureaucratische dictaturen in het Oostblok

Ernest Mandel: "We moeten een realistische kijk nastreven, zonder overdreven opwinding in de ene noch in de andere richting, op wat ik de geloofwaardigheidcrisis zou willen noemen van het socialisme op wereldschaal. Deze crisis ziet diep. Het zal de kameraden misschien verwonderen dat ik dit zeg, maar ik ben ervan overtuigd dat deze crisis in essentie niet voortkomt uit het ineenstorten van de bureaucratische dictaturen in het Oostblok. Dit is slechts één aspect van een veel algemener malaise. Ik zou zeggen dat de crisis al een decennium aansleept, zoniet langer. Er zijn er die de oorsprong ervan zelfs leggen bij het mislukken van '68 in het Westen en de inval van de troepen van het Warschaupact hetzelfde jaar, met het neerslaan van de Praagse lente. Een precieze chronologie is van weinig nut. Belangrijk is te zien dat die crisis niet van recente datum is en dat hij wortelt in twee fundamentele aspecten van de economische, politieke en sociale evolutie in de loop van de laatste twee decennia.

Enerzijds is er het begin van een lange economische recessie, die al begint in '73-'74. Het kapitalisme zette naar aanleiding daarvan een grootscheeps offensief in tegen, laten we maar algemeen zeggen de arbeidersklasse, de loontrekkenden, de onderdrukten, de volkeren die in de Derde Wereld vechten voor bevrijding. De massaorganisaties van de arbeidersbeweging en in de Derde Wereld zijn, op enkele uitzonderingen na, niet in staat gebleken tegen dit offensief enigszins efficiënt weerwerk te bieden. In veel gevallen zijn hun leiders bovendien medeplichtigen geworden aan. zo al niet de uitvoerders van dit offensief. En daar moeten we onmiddellijk aan toevoegen, om realistisch te blijven, dat de werkende klasse, noch de volkeren inde Derde Wereld. evenmin spontaan een adequaat antwoord hebben weten te vinden.  

Was dit adequaat antwoord er wel gekomen, dan had de wereld er nu helemaal anders uitgezien. Antwoorden zijn er gekomen, soms indrukwekkend, maarniet opgewassen tegen een dergelijke uitdaging. Dit is de eerste en wellicht belangrijkste ontstaansreden voor de geloofwaardigheidcrisis van het socialistisch project.  

We moeten de vraag durven stellen naar een van de meest fundamentele stellingen van het marxisme: de mogelijkheid tot zelforganisatie en zelf emancipatie van de werkende klasse, een term die ik in de ruimst mogelijke betekenis wil gebruiken: namelijk al zij die economisch verplicht worden hun arbeidskracht te verkopen.  

De twijfel wortelt in een realiteit die we niet kunnen ontkennen. Het initiatief op wereldvlak, laten we het brutaal stellen, is in handen van de vijanden van onze klasse. Op een of twee landen na, ligt het initiatie fin het andere kamp. Hun successen zijn niet verpletterend, zoals in de jaren '30. Het fascisme staat niet te trappelen voor de deur, de arbeidersklasse, de bevrijdingsbewegingen zijn niet onder de voet gelopen, enkele uitzonderingen daar gelaten. Die vergelijking gaat niet op, maar we moeten toch vaststellen dat de krachtsverhoudingen veranderd zijn en blijven veranderen in het nadeel van de uitgebuite en onderdrukte meerderheid, in de breedste zin.  

En daarop ent zich een tweede aspect van die realiteit: de massa's van werkenden zijn zich bewust geworden, met veel vertraging, wat men kan betreuren, maar het is zo, van het failliet van wat men hen had voorgesteld als het reëel bestaande socialisme in het Oostblok. het beheersocialisme in het Westen en het pseudo-socialisme van een aantal Afrikaanse en Aziatische regimes.  

Voor ons is het geen debat over de terminologie. Er heeft nooit socialisme bestaan, noch daar noch hier. Zoveel is duidelijk. Daarginds, en ik wil graag Abrahams formulering gebruiken ging het om een overgangsmaatschappij, maar dan bureaucratisch scheefgegroeid. Fundamenteel antidemocratisch en in steeds mindere mate in staat ook maar de fundamenteelste behoeften van de massa's te bevredigen. En bij ons zijn socialisten de managers van de crisis en de inlevering geworden.  

Het samengaan van die twee ontgoochelingen heeft, nog eens een diepe twijfel veroorzaakt: loont het na twee mislukkingen. de moeite om het nog eens te proberen'! En om wat te doen? Dit zijn de twee dieperliggende oorzaken van de geloofwaardigheidcrisis van het socialisme op wereldschaal.  

Nu wil ik evenwel enkele bijkomende opmerkingen formuleren om deze vaststelling enigszins te nuanceren.

Ten eerste zijn mijn stellingen niet absoluut. Er bestaan uitzonderingen. Wat ik zeg is vooral van toepassing voor die landen die al een oudere arbeiders- of bevrijdingsbeweging hebben, die al heel wat watertjes doorzwommen heeft. Daardoor zijn de ontgoocheling en het scepticisme des te groter. Waar de werkende klasse relatief jong is sleept ze niet die resem van ontgoochelingen met zich mee.  

Het Braziliaans voorbeeld

Ik denk aan het indrukwekkendste en welbekende Braziliaanse voorbeeld. Daar kan men absoluut niet zeggen dat de werkende klasse of de arbeidersbeweging er de laatste tien of  twintig jaar op achteruit zou zijn gegaan. Het tegendeel is waar. Ze zijn actiever geworden, beter georganiseerd. Dit wil ook weer niet zeggen dat de strijd gestreden is, verre van daar, het kan nog slecht aflopen, maar de situatie is er helemaal anders, de hoop is gebleven.  

Het Zuid-Afrikaans voorbeeld

Een tweede voorbeeld is precies van dezelfde aard: Zuid-Afrika. Ook daar  kan men niet zeggen dat de zwarte arbeiders er minder actief, minder goed gehuisvest of georganiseerd zijn dan tien jaar geleden. De vooruitgang is er nog spectaculairder dan in Brazilië. ~ Het ging dan ook om de meest verdrukte, vernederde, rechteloze ~ arbeidersklasse ter wereld. Ze genoten niet eens burgerrechten in hun eigen land. Ze hadden gewoon geen rechten. Ze verdienden in de grote orde van twaalf keer minder dan hun blanke collega's. Op enkele jaren tijd zijn ze er niettemin in geslaagd zich syndicaal en politiek te organiseren. Ze hebben hierdoor democratische vrijheden verworven. Natuurlijk wordt er nog op hen geschoten, het blijft een Derde- Wereldland met een semi-dictatuur, maar ze betogen, en niet zoals vroeger. Ze betogen en ze staken met tienduizenden tegelijk en ze krijgen zelfvertrouwen, want de resultaten liegen er niet om: het verschil met de blanke lonen is van één tegen twaalf herleid tot één tegen drie. Maar nog eens, ik wil geen te rooskleurig beeld ophangen. Ook hier kan het nog zeer slecht aflopen. Maar vooruitgang is er, in te Tegenstelling tot de rest van de wereld. 

Zuid-Korea 

Een derde voorbeeld is Zuid-Korea waar een jonge, gekwalificeerde arbeidersklasse zich begint te organiseren in machtige syndicaten die, ondanks de repressie (heel wat syndicale leiders zitten in de gevangenis), de confrontatie aangaan met de dictatuur. Als we de situatie overal ter wereld aandachtig volgen, zijn er nog dergelijke voorbeelden aan te halen, maar ik laat het hierbij. Er zijn dus uitzonderingen.  

Ook het neoliberalisme is in crisis  

Een andere vaststelling, die ook een nuancering inhoudt van de geloofwaardigheidcrisis van het socialistisch project, is dat ook het neoliberalisme, of neoconservatisme niet meer is wat het in de jaren '70, begin '80 was. Ik steek mijn leedvermaak niet onder stoelen of banken bij de vaststelling dat Reagan, Thatcher, Bush, Kohl, die dachten gewonnen spel te hebben, zich vergisten. Ze moeten een toontje lager zingen nu. Iemand beschreef de wereldsituatie in termen van chaotische productieverhoudingen, hetgeen uiteraard een boutade is. Chaotische productieverhoudingen bestaan niet. Maar toch is de wanorde op wereldschaal indrukwekkend. En de dominantie van het Amerikaanse imperialisme dat dit alles beheert, is in verval. Niet zomaar in verval: de militaire suprematie van het yankee-imperialisme blijft overeind, maar het land verloor zijn financiële en zijn industriële superioriteit en zijn technologisch overwicht staat op zijn minst ter discussie. Maar nog belangrijker is het feit dat geen enkel ander land die plaats heeft ingenomen.  

Op verschillende momenten in de geschiedenis werd de ene kapitalistische hegemonie opgevolgd door de andere. Dit keer is dit niet het geval. Noch Japan, noch Duitsland zijn in staat de V.S. als imperialistische gangmaker af te lossen en over Groot-Brittannië of de Frans-Duitse alliantie hebben we het al helemaal niet.  

Van die kant is er dus toenemende wanorde, waarmee een zeker onvermogen om te handelen overeenstemt, dat samenvalt met oorzaken van eerder economisch structurele aard, namelijk het feit dat we i n een lange periode van economische depressie beland zijn, hetgeen ik een lange golf-depressie noem en die op korte termijn, en ik zeg dat met veel overtuiging, geen enkele kans maakt om te worden opgevolgd door een periode van expansie, vergelijkbaar met die van de jaren' 50 en '60. In de onmiddellijke toekomst zal deze depressie blijven voortduren, met fases weliswaar van zeer beperkte heropflakkering waarin de economische kringloop weer begint te functioneren. En essentieel daarbij is dat noch de werkloosheid, noch de armoede zullen worden uitgebannen. Zelfs in de periodes van economische heropleving blijft de werkloosheid stijgen. De armoede, de marginalisering blijven uitbreiding nemen. Dit wil zeggen dat het imperialisme en kapitalisme op wereldschaal zijn ware, barbaarse gelaat moest laten zien. De massa's zijn niet idioot en evenmin blind. Het tegendeel geloven getuigt van een elitaire visie en druist in tegen de realiteit. De massa's zijn sceptisch, ontgoocheld, in zekere zin zijn ze in de war, maar ze zijn niet blind. Men kan hen niet blijven op de mouw spelden dat alles is zoals in de 'beste aller werelden'. Dat gelooft niemand, absoluut niemand.  

Groeiende miserie en barbaarsheid  

Enkele cijfers, ik zou er nog heel wat kunnen geven. Alleen al in de imperialistische wereld tellen we momenteel al meer dan 50 miljoen werklozen. Dit is het werkelijke cijfer, niet de vervalste statistieken waarmee regeringen, met medeplichtigheid van de sociaal-democratie en de syndicale leiders hun blazoen oppoetsen. Ik twijfel er niet aan dat dit cijfer de komende jaren zal stijgen tot 60, 70, 75 miljoen.  

Armoede en marginalisering treffen, afhankelijk van het land, tussen de 5 en de 15% van de bevolking. In de V.S., het zogeheten rijkste land van de wereld, hetgeen trouwens niet klopt, treft dit fenomeen tussen de 35 en de 40 miljoen mensen. Indrukwekkende cijfers. De barbaarse toestanden in de Derde Wereld worden explosief, op zo'n manieren op zo'n schaal dat zelfs extreem-links in Europa de omvang er niet helemaal kan van vatten. Alleen al in het vlak van de werkloosheid tellen we waarschijnlijk meer dan 500 miljoen mensen zonder of met maar een heel beperkte tewerkstelling. In de imperialistische wereld zijn dit er 50 miljoen. Dit zijn afgrijselijke cijfers, er bestaat geen ander woord voor.  

Over de gevolgen van deze barbaarse toestand voor de voedselsituatie kan ik zeggen dat de genetische implicaties weerzinwekkend zijn. In het Noordoosten van Brazilië, nog lang niet het armste gebied van de Derde Wereld is bij de armste lagen van de bevolking als een gevolg van 3 generaties devitaminose een nieuw ras van pygmeeën verschenen. Een nieuw pygmeeënras dat gemiddeld 35 centimeter kleiner is dan de doorsnee Braziliaan. Ondenkbaar! De Braziliaanse bourgeoisie en hun ideologen hebben bovendien het lef om deze ongelukkigen de 'rattemannen' te noemen en wat met ratten moet gebeuren weten we allemaal. Doorheen een ontmenselijkt taalgebruik wordt een vreselijke repressie voorbereid, bij voorbaat gerechtvaardigd. Dit maakt misdaden mogelijk zoals ze vroeger door de nazi's werden gepleegd.  

De idiotie van de imperialistische bourgeoisie, er is geen ander woord voor, bestaat erin te denken dat een dergelijke ontwikkeling kan zonder weerslag voor hun eigen situatie. De gevolgen zijn er nu al. Typische armoede-epidemieën zoals cholera en T.B.C. steken opnieuw de kop op en zullen niet halt houden voor de grenzen van de rijke landen of gebieden of stadsdelen. Zo was het vroeger niet en zo zal het ook nu niet zijn. Wie het tegendeel beweert versterkt de huidige idiotie alleen maar.  

Nog een schrikbarend cijfer dat goed illustreert in wat voor een wereld we leven. Voorspellingen van de Wereld Gezondheidsorganisatie spreken van 30 miljoen seropositieven bij het begin van de volgende eeuw, dus over iets meer dan 5 jaar. Terwijl 95% van die seropositieven in de Derde Wereld leven is 98% van de preventie-inspanningen gericht op de imperialistische landen en niet op de derde wereld.  

Volgens diezelfde WGO waren er in 19909 miljoen seropositieven waarvan 80% in de derde wereld. In Thailand is 1 volwassene op 50 besmet. In een aantal Afrikaanse landen beneden de Sahara is dat al 1 op 40 en in enkele Afrikaanse steden gaat het om I op 3 personen (Rapport van de Wereldbank. 1993, p. 103).  

Wie de ware aard van het imperialisme kent hoeft zich hier niet over te verwonderen. Maar nog eens, deze situatie is suicidair, ook voor de imperialistische landen. Ziekten van een dergelijke omvang houden niet halt voor staats- of klassengrenzen. De imbecielen die voor deze situatie (mede)verantwoordelijk zijn graven hun eigen graf, letterlijk, en ik herhaal het, een flink gedeelte van de wereldbevolking is zich bewust van de~e realiteit. Reacties zijn dus onvermijdelijk.  

De antwoorden op deze barbaarse toestand zijn jammer genoeg beperkt

Maar bij gebrek aan een geloofwaardig socialistisch project zijn deze reacties vaak tijdelijk of beperkt, beperkt tot een facet, wat men in het Engels 'single issue movements' noemt, bewegingen die zich op één enkel thema vastpinnen. In eigen land bijvoorbeeld zagen we tegen de installatie van kernraketten een half miljoen mensen op straat komen. Dit was enorm, uniek in de geschiedenis. Maar dan is de beweging uitgedoofd. Waar zit dat half miljoen nu?  

De V.S.: prachtig voorbeeld! Een miljoen vrouwen voeren actie wanneer het Opperste Gerechtshof het recht op abortus wil inperken. Ook dat was nooit gezien, maar vandaag is er niets van overgebleven.  

Zo zou ik nog tal van voorbeelden kunnen geven. Vaak indrukwekkende reacties, zonder weerga, maar ze doven uit na verloop Valt tijd. Ze worden niet gedragen door een coherent en globaal maatschappijproject. Dit is voor ons allen een uitdaging én een kans.  

Het socialistisch project opnieuw geloofwaardig maken zal niet vanzelf gaat. Het is een werk van lange adem. Ik waag mij niet aan voorspellingen. Over het algemeen beschuldigt men mij eerder Valt overdreven optimisme dan van pessimisme. Maar ik denk dat er tientallen jaren nodig zullen zijn om de geloofwaardigheid van het socialisme bij de grote massa te herstellen. Ik heb het niet over de avant-garde. die evenwel ook weer niet zo klein is. Vroeger verstond men onder avant-garde gewoonlijk splintergroepjes Valt enkele tientallen of honderden personen. De avant-garde die vandaag de dag het socialisme blijft aanhangen telt honderdduizenden aanhangers over de hele wereld. Maar uiteindelijk gaat het erom de grote massa's weer tot het socialisme te bekeren en dat zal tijd vergen. Vijftien, twintig, dertig jaar. Als we geluk hebben, zoals de generatie van de 1ste wereldoorlog die de Russische revolutie heeft meegemaakt, als we een dergelijke meevaller zouden kennen zal het misschien iets vlugger gaan. Maar met onvoorzienbare omstandigheden kunnen we geen rekening houden. Het proces moet zijn eigen logica vinden, zijn eigen samenhang en dat vergt veel tijd.  

We zijn in zekere zin terug bij het begin aanbeland

We staan in zekere zin terug bij het begin. Dergelijke woorden choqueren maar lijken me realistisch. We bevinden ons in een situatie die doet denken aan die van de eerste socialisten in de jaren '80 en '90 van vorige eeuw en de periode tot midden de jaren '20 en voor een aantal landen bleef die zelfs voortduren tot na de 2e Wereldoorlog.  

We staan weer aan het begin, maar gewapend met twee troeven waarover onze grootouders absoluut niet konden beschikken. De eerste troef wordt vaak over het hoofd gezien: de groei namelijk van de werkende klasse, numeriek, cultureel, opleiding. Er is geen vergelijking mogelijk met de werkende ~ klasse van het einde van vorige eeuw. We zijn nu met één miljard loontrekkenden, mannen en vrouwen, over de hele wereld, die uiteraard geografisch ongelijk verspreid leven.  

Mythes blijven een hardnekkig leven leiden. Gisteren was ik nog in discussie met een kameraad uit Italië, Luciana Castellina, extreem-linkse afgevaardigde in het Europarlement voor de Partito della Rifondazione Communista. Ik stelde haar de vraag die ik in debatten en op meetings zo vaak krijg: "Men zegt dat de grote bastions van de Italiaanse arbeidersklasse, te beginnen bij Fiat in Turijn niet veel meer voorstellen." "Ah, zegt ze, dat is zo." En ik stel haar mijn tweede vraag: "Hoeveel loontrekkenden werken er nog bij Fiat?" Zij antwoordt: "150.000". "Héhé", zeg ik dan, "niet veel voorstellen ...! Honderdvijftigduizend arbeiders bij één baas. Noem je dat niet veel voorstellen"? Verzwakt zijn ze misschien wel, daar heb ik het niet over. Maar zo'n aantallen bestonden vroeger niet, zelfs niet tijdens de grote bezettingsgolf in Italië in de jaren 1919- 1920 en ook niet in '45 of in '48. Men moet er zich goed bewust van zijn dat onze grootouders numeriek niet zo sterk stonden. En daar moet je dan nog, ik herhaal het, de stijging van het opleidings- en cultureel niveau bijtellen. 

En onze tweede troef is dat onze tegenstanders het opgegeven hebben en dan spreek ik nog niet over de bourgeoisie maar over de arbeidersbeweging en de nationale bevrijdingsbewegingen die in de bourgeoismaatschappij geïntegreerd zijn. We hebben het uitzonderlijke geluk bijna zonder concurrentie de: verdediging van de onmiddellijke belangen van de werkenden te willen overnemen: de arbeiders en arbeidsters verdedigen tegen de inleveringen, tegen onderdrukking, tegen de aantasting en inkrimping van de mensenrechten. Dit is niet niks. 

Het socialisme heeft een toekomst, zij het een onzekere 

Het samengaan van die twee troeven biedt het socialisme een toekomst, zij het een onzekere toekomst. Het socialisme moet zich opnieuw definiëren en dan veel gesofistikeerder en genuanceerder als vroeger. Het moet internationalistisch zijn, solidair met de volkeren in de Derde Wereld, feministisch, ecologisch. Het moet aandacht hebben voorzelfbeheer, voor mensenrechten, het moet pluralistisch zijn en vooral trouw aan zichzelf: de praktijk en de principes moeten samenvallen. Als de mensen vaststellen dat aan al deze eisen voldaan is, zoals eind vorige eeuw het geval was, en met de communisten tussen 1917-1925. dan is daar geen enkele leugen van de bourgeoisie tegen opgewassen. De hele anticommunistische en antisocialistische propaganda, het hele repressie-apparaat, de verleidingen van de consumptiemaatschappij dienen dan nergens meer toe. Absoluut nergens.  

Hoofdvoorwaarde is trouw aan zichzelf te blijven, de eigen principes toepassen, niet bezwijken voor de verleidingen van de Realpolitik die pseudo-realistisch is maar in feite totaal onrealistisch. Indien deze voorwaarde vervuld is kunnen we aan onze numerieke meerderheid een morele meerderheid toevoegen die ons feitelijk onoverwinnelijk zal maken. "

Abraham Serfaty: "Beste kameraden. Ik wil om te beginnen zeggen hoe blij ik ben hier te kunnen zijn, naast Ernest Mandel, hier in Luik dat een van de centra is van de Europese en zelfs internationale arbeidersbeweging. Daarom heb ik met plezier de uitnodiging aanvaard om hier vanavond bij jullie te zijn.  

Over de toekomst en het waarom van het socialisme  

Allereerst. voor ons, militanten uit de Derde Wereld. is het kapitalisme zonder meer het wilde kapitalisme waarvan Ernest daarnet enkele voorbeelden heeft gegeven, zoals het griezelige verschijnsel in het Noordoosten van Brazilië. Ze zijn niet van die aard en omvang, maar ook in Marokko kennen we barbaarse toestanden. Jongeren riskeren met kleine bootjes de oversteek naar Spanje, ook al is de kans dat de zee hun graf wordt één op twee. De wanhoop is zo groot dat ze geen andere uitweg zien. Dat is barbaars. Het model van het triomfantelijke kapitalisme van het Noorden is voor de Derde Wereld totaal onaanvaardbaar. Dit is het uitgangspunt.  

Opgang van het fundamentalisme  

Zoals Ernest zopas al zei is het over de hele wereld momenteel één en al verwarring wat betreft het alternatief van het socialisme. In de Arabische landen bijvoorbeeld biedt de Islamitische beweging momenteel een alternatief dat heel wat meer aanslaat, ondanks zijn ontwikkeling in de richting van wat men het integrisme noemt, dit wil zeggen zijn meest fanatieke karakter. Dit geldt niet voor alle landen. In Marokko hebben we nog lang niet het niveau van strijdbaarheid van Brazilië of Zuid-Afrika bereikt, maar er bestaat een democratische beweging waarvan de voornaamste motorde arbeidersklasse is.  

Dit democratisch alternatief bestaat dus. De oplossing die erin bestaat het hele Noorden, en niet alleen het kapitalisme maar het hele Westen, overboord te gooien alszijnde barbaars is een wanhoopsoplossing. Terugkeren naar onze vroegere waarden in hun integraliteit, zonder onderscheid tussen wat waardevol was en wat momenteel als achterlijk moet worden beschouwd, deze wanhoopsoplossing botst met het alternatief dat ik eerst schetste en dat aan belang wint. 

In de mate dat we kunnen werken vanuit de realiteit van onze landen, vanuit de strijd van onze volkeren en trouw blijvend, zoals Ernest terecht zei, aan onszelf, tot elke prijs trouw blijvend aan onze principes, is er nog toekomst. Ik kan ju zeggen dat er in Marokko ook studenten zijn die niet wanhopig zijn, die niet louter achterom kijken hoe het was. De arbeidersklasse durft ook nog de blik richten op de toekomst. Al zijn ze vaag, ze heeft ideeën daaromtrent. En dit is maar een klein voorbeeld tussen de grote voorbeelden van Brazilië en Zuid-Afrika.  

Verder gaan dan de weerstand tegen de dictatuur  

Het spreekt vanzelf dat dit voor de revolutionaire militanten in de Derde Wereld niet volstaat. In Marokko is alleen al het ten allen prijze weerstand bieden aan de tirannie de belangrijkste aantrekkingspool van dit alternatief voor het Marokkaanse volk. Maar we moeten verder gaan. We moeten een maatschappelijk project uitwerken, concreet voor onze samenlevingen, dat geloofwaardig is, dat meteen in werking kan treden als de politieke voorwaarden vervuld zijn, een uitvoerbaar, betrouwbaar project, dat rekening houdt met de mislukkingen van het socialisme in Oost-Europa en met het ineenstorten van wat lange tijd hét model was, namelijk de Sovjet-Unie. We kunnen ook leren van andere mislukkingen, niet alleen van revolutionaire regimes maar ook van vastgelopen revolutionaire ondernemingen en partijen die op het marxisme een beroep deden. God weet hoeveel we er daarvan gekend hebben in de Arabische wereld, communistische partijen die verzandden omdat ze onder de voogdij bleven van de KPSU. Ze konden in Irak de macht grijpen maar hebben er op last van Moskou van afgezien. Ze waren antizionistisch, maar hebben hun antizionisme onder druk van de KPSU afgezwakt. Dit moest verkeerd gaan en dit moest nog een aantal anderen in diskrediet brengen. We moeten oplossingen uitwerken die gebaseerd zijn op onze onafhankelijkheid, op de realiteit in onze landen, die rekening houden met alle mogelijke lessen maar verankerd zijn in onze realiteit en geworteld in onze geschiedenis.  

Verwijzen naar Marx maar niet als naar de bijbel  

We mogen natuurlijk onze principes niet overboord gooien. En deze principes vinden we hoofdzakelijk bij Marx, op voorwaarde dat we hem analyseren, erover nadenken en hem niet lezen als een bijbel. Daarentegen moeten we ook een keuze maken uit wat de grote meesters genoemd worden van het marxisme-leninisme uit de 20ste eeuw. Natuurlijk spreek ik niet over Stalin. Ik wil trouwens een hulde brengen aan de internationale trotskistische beweging, aan zij die vanaf de jaren '20 het stalinisme aan de kaak hebben gesteld. Maar we moeten verder gaan. Ik vind persoonlijk dat Lenin voor alle revolutionairen ter wereld een van de meesters blijft. Maar geen meester die integraal moet nagevolgd worden. We moeten begrijpen hoe hij de politieke conjunctuur in Rusland en vooral de dialectiek wist te beheersen. Dat moeten wij ook leren, willen wij een revolutie voeren. Het marxisme is voor mij vooral, zoniet uitsluitend, een methodologie van sociale dynamiek. Geen dogma, dat weten alle echte marxisten. En Marx zelf heeft het natuurlijk al gezegd, dat hij geen marxist was. 

Het is niet alleen geen dogma, maar zelfs geen verzameling recepten. Er bestaat geen revolutionairmodel. Elke revolutie moet zijn eigen proces ontwikkelen. We moeten de sociale dynamiek leren beheersen en gelukkig leren we dat nooit helemaal want de sociale dynamiek is altijd veel rijker dan datgene dat we kunnen voorzien. We moeten ons op zijn minst leren oriënteren, weten hoe te reageren, hoe de sociale dynamiek aan te moedigen of preciezer te ontwikkelen.  

En wat dit betreft moeten we terugkomen op een fundamenteel probleem voor de internationale marxistische beweging: dat van de revolutionaire partij. Van de modelpartij uit "Wat te doen?" van Lenin weten we dat hij zelf later zei dat het niet dé weg is om een revolutionaire partij op te bouwen. Maar toch blijft er iets van overeind. Dit model werkte om de oktoberrevolutie te voeren. De toenmalige bolsjewistische partij was niet bureaucratisch. anders had deze revolutie nooit kunnen slagen.  

Gelukkig is de wereld ondertussen geëvolueerd. De arbeidersklasse in jullie landen is veel ontwikkelder, de arbeidersklasse in de ruime zin. volgens Marx' definitie van al zij die bijdragen tot het creëren van meerwaarde. de ingenieurs op de research-afdeling en de computertechnici inbegrepen. en niet alleen de handarbeider van vroeger. Ten opzichte van deze arbeidersklasse als geheel moet elk in zijn land een maatschappijproject uitwerken. Maar in ons land. terwijl velen van ons nog analfabeet zijn, terwijl de arbeiders en de jongeren Marx niet hebben gelezen. is de cultuur wel veranderd. Ik heb jongeren gekend die zich marxist noemden alleen omdat Marx de klassenstrijd heeft gepredikt. Zo circuleren een aantal dingen, worden ze verspreid. Er bestaat dus een cultuur die de arbeiders van vorige eeuw niet kenden. De lessen van voorgaande revoluties, hun mislukkingen raken verspreid. Ook het ontluisteren van de mythes hoort daaronder, zoals de mislukking van het integrisme in Iran. Zelfs als zou morgen het integrisme in een of ander Arabisch land de overhand halen, dan weten wij dat het zijn beperkingen heeft en dat de revolutionairen uiteraard hun alternatief moeten naar voor schuiven.  

Momenteel is een ontwikkeling bezig van de actie van de massa’s  

Dat zien we in Marokko, maar ook bijvoorbeeld in andere landen. Het Braziliaanse voorbeeld is in dit verband zeer belangrijk. We kunnen niet meer zoals vroeger beweren dat het marxisme van buiten uit, via de intellectuelen, de kennis in de arbeidersbeweging binnenbrengt. Dit was verkeerd (zelfs toen was het niet Lenins opvatting, maar hij heeft het beroemde citaat van Kautsky overgenomen), maar de illusie bleef lang overeind. Het was verkeerd, nu is het bovendien onzin: er bestaat geen kennis voor altijd, er kan er geen bestaan. En als de massa's zich bewust zijn van de noodzaak om strijd te voeren - dat zal natuurlijk niet vanzelf gaan- dan komt een hele dynamiek op gang, een dialectiek, tussen de massa's en de revolutionaire kernen. Ik spreek van revolutionaire kernen en niet per se van DE Partij met een hoofdletter P. Ten onrechte zei men ons binnen de communistische partijen: "De Partij heeft gezegd..." en het enige mogelijke ~ antwoord was "naam sidi", ofwel we buigen het hoofd en berusten. Gelukkig is deze situatie nu verleden tijd.  

In de landen van de Derde Wereld waar dictatoriale en onderdrukkende regimes bestaan, kan men geen gestructureerde partij uitbouwen met een Centraal Comité dat regelmatig vergadert, dat een absoluut heilige politieke lijn uittekent, enz. Dat is niet mogelijk. Er kunnen daarentegen wel revolutionaire kernen bestaan die maar kunnen overleven als ze zich weten vrij te maken van alle beperkingen van de communistische partijen van het oud model die de massaorganisaties controleren, die hun basis de te volgen politieke lijn dicteren..Men moet in tegendeel de massa's zichzelf laten organiseren, studenten, arbeiders en waar men kan de boeren hun weg van bevrijding laten bewandelen, hetgeen in een Derde-Wereldland niet makkelijk is. Men moet de weg openen voor de bevrijding via de ideeën, via projecten, via een programma en allerlei soorten taboes ontheiligen. Op dat moment zijn de massa's vrijer om zich te organiseren, er zijn militanten, georganiseerd of niet, maar die via allerhande kanalen verbonden zijn met de revolutionaire ideeën.  

De revolutionaire waarheid komt tot stand via stapsgewijze benadering  

De zelforganisatie van de massa's ontwikkelt zich dan verder. En de dialectische verhouding tussen deze revolutionaire kernen en de zelforganisatie van de massa is niet langer eenrichtingsverkeer. Dat kan ze ook nooit zijn. Maar men dacht dat men er toe zou komen binnen het Centraal Comité de revolutionaire waarheid uit te werken door het democratisch centralisme binnen de Partij en tussen Partij en massa, waarbij de Partij de beweging synthetiseert. Dat is niet zo. De revolutionaire waarheid komt geleidelijk tot stand, door stapsgewijze benadering, door een permanente dialectiek tussen kernen en massa's. Niet een partij die in haar eentje alles domineert, maar revolutionaire kernen, waarvan de ene duidelijker marxistisch kan zijn, de andere eerder getekend door het leninisme, nog een ander neigend naar wat men in de Arabische wereld het Arabisch socialisme noemt, enz. In de mate dat we globale doelstellingen weten uit te werken rekening houdend met de historische situatie, in de mate dat we onze sectarismes weten te overstijgen omdat we beseffen dat we de waarheid nu eenmaal niet in pacht hebben, kunnen de krachten gebundeld worden, voortgestuwd en verrijkt door beweging van de massa's, hun ervaringen en hun strijd.  

Die gebundelde krachten zullen de beweging van de massa' s op hun beurt verrijken met hun overwegingen en ideeën en zo zal de revolutionaire dynamiek zich ontwikkelen. Ik ga nog verder. De mislukkingen zijn niet alleen de revolutionaire mislukkingen maar ook de postrevolutionaire. We weten allemaal welke impact het ineenstorten van de Sovjet-Unie heeft gehad. Voor ons. Marokkaanse marxisten, die reeds sinds de jaren '60 dit model in vraag begonnen te stellen was die impact minder groot. Maar toch blijft het een project dat daadwerkelijk ten onder gegaan is.  

De macht grijpen en dan de impasse

Ook grepen revolutionairen de macht om daarna in een impasse te belanden. Bekijken we het voorbeeld van dé revolutie bij uitstek voor de Derde Wereld, de Sandinistische revolutie in Nicaragua. Deze is niet alleen gestrand. min of meer mislukt zelfs, omwille van het Amerikaanse imperialistische complot, maar ook omwille van de verhouding tussen het Frente en de massa's. Eerst was er een formidabele dialectiek tussen beide. de massaorganisaties waren aanvankelijk autonoom en onafhankelijk, maar na de machtsovername zijn de krachtsverhoudingen snel veranderd in dominantie van het Frente over de massa-organisaties. Ook na een eventuele machtsovername moet de onafhankelijkheid van de massaorganisaties, de levendige dialectiek, de zelforganisatie van de massa's en de revolutionaire kernen behouden blijven. De zelforganisatie van de massa's moet zich onmiddellijk opwerpen als een tegenmacht. Macht corrumpeert, ook de socialistische macht, zoals we helaas hebben gezien. Om die corruptie te vermijden is een tegenmacht noodzakelijk. Zodra de machtsovername een feit is moet de staat worden afgebroken en dat kan slechts door de zelforganisatie van de massa's in de plaats te stellen van de staat.  

Er vallen dus heel wat ideeën te ontwikkelen en uit te diepen maar daarvoor moeten we eerst in onze hoofden een aantal taboes doorbreken. Zowel in onze huidige als toekomstige acties. In dit verband blijf ik er heilig van overtuigd dat het socialisme, het socialisme zoals Marx het in zijn werk ontworpen heeft, het enig mogelijke antwoord blijft op het kapitalistische barbarendom.  

Er is geen ander antwoord. En dit socialisme moet zich verrijken door de bijdragen van alle progressieve organisaties en alle revolutionairen over de hele wereld.  

Ik heb een boek geschreven dat binnenkort verschijnt en waarin ik stel dat Marx' ideologische overwinning op Bakoenin misschien te absoluut was. Misschien had er meer van het anarchisme moeten geïntegreerd worden, precies wat betreft de zelforganisatie van de massa's. Ook moeten we Rosa Luxemburgs opvattingen over Lenin en de Partij erin integreren, enz...  

Over al deze punten moeten we nadenken. Ook over de bijdrage van de ecologisten, van de vrouwenemancipatiebeweging. God weet hoe de arbeidersbeweging die pioniersters, die opkwamen voor de bevrijding van de vrouw, heeft misprezen en onderschat.

Het enige antwoord van het kapitalisme is nog meer werkloosheid 

Ik zeg altijd aan studenten dat er in het Noorden krachten aan het werk zijn, uiteraard, ze worden gedragen door mensen, maar fundamenteel op het niveau van de technologie is de informatica de drijvende kracht. Door de informatica zullen we kunnen doorstoten naar een wereld waar geen slavenarbeid meer zal bestaan. En daarop weet alleen het marxisme, het communisme een antwoord. De fundamentele, structurele impasse van het kapitalisme is dat het op deze mutatie geen antwoord weet, tenzij nog meer werkloosheid. Het is aan ons, revolutionairen om een antwoord te geven, om te laten zien hoe we kunnen aan boord leggen dat elk menselijk wezen creatief bezig kan zijn. 

Het belang van de vrouwenemancipatie

Mannen, vrouwen, kinderen zijn allemaal menselijke wezens. Het begint al bij de kinderen. Hoe kan een kind creatief zijn als zijn moeder onvrij is?

Wie zoals ik uit een land als Marokko komt kan alleen verwonderd zijn over die buitengewone evolutie die vrouwen, ondanks de hinderpalen die er nog zijn, in deze landen afgelegd hebben. Al die vrije vrouwen die over straat wandelen, dat is toch fantastisch. Zij dragen de toekomst van de mensheid in zich en ik hoop dat ook in onze landende vrouwen ooit vrij zullen zijn.  

Ecologie

Ik kom terug op de ecologie en meer bepaald opeen denkstroming bij enkele van ons, een minderheid helaas, maar die aan belang wint. Onze landen ontwikkelen zich op basis van onze eigen, concrete realiteit, onze identiteit en niet een of andere mythische identiteit. Religie is een onderdeel van onze identiteit maar ze valt er niet mee samen. Fundamenteel wordt onze identiteit gevonden door de eeuwenoude relatie van een collectiviteit van mensen met hun omgeving. Die omgeving moet daarom in stand gehouden worden, zelfs gerestaureerd. De collectiviteit van mensen moet dus weer meester worden over haar eigen omgeving en de ontwikkeling op basis van de spitstechnologie in de hand houden. En dat kan. De kinderen van het Rif die nu met hun bootjes de dood tegemoet roeien zouden in een vrij land, met behulp van de technologie hun vallei kunnen omvormen tot een paradijs en er hun landbouw uitbouwen. Dit in tegenstelling tot de verlaten woestijn die het kapitalisme ervan gemaakt heeft. Dit wordt allemaal mogelijk. Maar dan moeten we die op leefruimte gebaseerde identiteit respecteren. Op dat punt hebben de ecologisten het bij het rechte eind. En dat geldt uiteraard voor de wereld in zijn geheel.

Tot daar enkele ideeën, enkele bakens om aan te duiden dat het socialisme inderdaad de toekomst van de mensheid is.  

Het communisme is de jeugd van de toekomst  

Toen ik een jonge militant was, heb ik dit zeer juiste zinnetje geleerd: "Het communisme is de jeugd van de wereld". Inderdaad. En jullie, jongeren zijn de jeugd van de wereld. Nog niet de communistische samenleving, maar jullie zijn het die voor de ommezwaai moeten zorgen vanuit het dal waarin we ons nu bevinden. Over tien, vijftien of twintig jaar als jullie aan het roer staan zal het communisme werkelijk de jeugd van de wereld geworden zijn."  

Eric Toussaint: "Ik herinner er nog eens aan dat deze het resultaat is van een samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties. We staan immers achter de co-organisatie als werkvorm omdat hierdoor meteen het sectarisme waartegen beide sprekers van leer trokken vermeden wordt. Ik wil het hierbij laten en het woord aan de zaal geven.”  

Didier Brissa (SJW): "Ik had graag geweten hoe u tegen de socialistische partijen in West-Europa aankijkt. Hier in België bijvoorbeeld drijven deze partijen de sociale huurprijzen omhoog, ze privatiseren openbare diensten… Is dat socialisme? Kunnen we die partijen socialistisch noemen?  

Andere vraag: Ik maak deel uit van de antiracistische beweging hier en ik betreur dat we met onze acties vaak zo weinig jongeren uit Maghreb-landen, en meer bepaald Marokkanen bereiken, omdat die hier in Luik toch een belangrijke gemeenschap vormen. Ik denk dat dit voor het Westen een belangrijke strijd is: doen inzien dat kleur en cultuur er niet toe doen, dat  het probleem er een is van sociale klasse. Als zij hier uitgesloten worden heeft dat veeleer met hun sociale klasse te maken dan met hun origine.  

De enige manier om dat te bestrijden is samen. De Europese werkende mensen en zij met ons. Over de vraag van het internationalisme. Is dit tot op vandaag geen zwakke vertoning? De indruk ontstaat, zeker tijdens de beide wereldoorlogen dat de socialisten van verschillende stromingen nog eerder op elkaar schieten dan dat ze samen de strijd tegen de oorlog zelf aangaan. Laatste vraag: welke boodschap hebben jullie, die toch prototypes zijn van de politieke actievoerder, voor ons, jonge militanten en voor hen die pas beginnen te militeren?”  

Hans Kramish (PvdA) "Een eerste vraag voor Abraham. Ik las dat het Marokkaanse volk in de jaren '50 zijn bevrijding van Frankrijk duur moest betalen. Er wordt gesproken over 35 tot 50.000 slachtoffers. In '56 had in de Sovjet-Unie het 20ste congres van de KP plaats waarop Chroetsjov het concept vreedzame coëxistentie met de V.S. lanceerde, waarbij hij ervan uitging dat het imperialisme voortaan vreedzaam zou zijn en dat een goede verstandhouding mogelijk was. In één adem gaf hij de Europese Communisten de raad de revolutie via parlementaire weg na te streven en praatte hij de vrijheidsbewegingen in de Derde Wereld een pacifistische koers aan.  

Op datzelfde congres kondigde hij ook aan dat de Sovjet-Unie de Staat van het hele volk was. Hij vervangt dus wat voorheen de Dictatuur van het Proletariaat genoemd werd, het feit dat het volk diegenen die het socialisme willen omvergooien kan terugfluiten. Mijn vraag is of deze koerswijziging u op dat ogenblik geïnspireerd heeft. U zei dat u het niet over Stalin wou hebben, maar wat waren uw indrukken op dat ogenblik?  

De tweede vraag is gericht aan Ernest Mandel. Hij heeft destijds gezegd en ik citeer: "Momenteel vertegenwoordigt Boris Jeltsin een tendens die het enorme bureaucratische apparaat wil reduceren. Hij treedt daarmee in de voetsporen van Trotski." Hij zei dit in een interview met de Financieel Economische Tijd, in een dossier van 23 maart 1990. Ik had graag gehad dat Ernest ons uitlegde wat hij daarmee bedoeld heeft. "  

Leo (SAP): "Ernest zei dat er nog tientallen jaren nodig zijn om de mensen voor het socialisme terug te winnen. Ik denk dat hij daarmee voor een keer te pessimistisch is. Wanneer zich zoiets voordoet als in de Sovjet-Unie, als het inderdaad aan ons is om het socialisme uit te leggen, te verklaren waarom het regime in elkaar gestort is, enz., als wij, minder briljant natuurlijk, diezelfde lezing moeten houden die Ernest vanavond hield, dan denk ik inderdaad dat het niet veel sneller zal kunnen dan wat hij ons voorhoudt.  

Maar ik geloof dat het kapitalisme zover is dat het meer en meer produceert met minder en minder mensen. Dat lijkt voordelig, een kapitalisme dat steeds beter werkt. Het probleem is dat we al de rommel gewoon niet kwijtraken die we zo goed en zo snel maken in onze toch zo technologische fabrieken. Bij Cockerill werkt maar half zo veel personeel als 10 jaar geleden en men produceert evenveel ton. Die andere helft die daar niet meer werkt, loopt op straat, letterlijk, ze lopen, want een auto kan er niet af. Daarom gaat Cockerill erop achteruit. De' auto-industrie heeft minder en minder van hun staal nodig.  

Daarenboven wisten en weten de syndicale verantwoordelijken, de PS en de Jean Gandois (Franse crisismanager die voor de overheid het staalbedrijf Cockerill Sambre heeft geleid) en de huidige managers, hoe onderlegd ze ook zijn niets meer te bedenken dan brugpensioen, deeltijds werken, opleiding... Alles wat de pil kon vergulden hebben ze' gedaan. En nu is de werkgelegenheid weer bedreigd. Ik weet niet wat ze nu weer gaan verzinnen. Het voorbeeld van Cockerill kan gerust uitgebreid worden naar andere sectoren, over heel Luik, heel België, heel Europa.  

Heeft de arbeidende klasse met al haar potentiële macht, wanneer zich een ernstige crisis van het kapitalisme voordoet, wanneer dit kapitalisme explodeert of implodeert zoals in '29 op Wall Street, een andere keuze dan socialisme of barbarendom? Mensen die elkaar te lijf gaan met ijzeren staven om een job te krijgen en de andere te beletten die in te pikkel1... Is dit nog aanvaardbaar? Dit is kannibalisme! Moeten de mensen dan niet vanzelf bij het socialisme terechtkomen? Ben je niet wat pessimistisch als je stelt dat wij de boer moeten opgaan om tientallen jaren lang te prediken dat het socialisme beter is dan de rest'! Ik denk dat het in de politiek wel wat sneller kan dan in de fysica."  

Abraham: "Pas op... of je zal de schepper uit zijn hoek lokken!"  

Bert (PvdA): Abraham heeft Lenin willen redden omtrent de opbouw van de Partij. Ik begrijp niet hoe een revolutionair uit de Derde Wereld die een balans wil opmaken van de communistische beweging de communistische partijen kan beschrijven als verlamd door de bemoeienissen van de Sovjet-Unie. Een revolutionair uit de Derde Wereld zou toch moeten toegeven dat er twee periodes geweest zijn en dat tijdens de eerste periode, die van de Communistische Internationale, de invloed van de KPSU, meer bepaald op de Franse KP en op andere partijen in landen met kolonies eerder positief geweest is en hen aanzette tot een correcte houding, tijdens de Rif-oorlog bijvoorbeeld en tegenover de strijdbewegingen in de Derde Wereld. Dat onderscheid met de latere periode, die van het verval van de KPSU, moet toch gemaakt worden.  

Ernest: "Verval vanaf welke datum?"  

Bert: "De Communistische Internationale is ontbonden in '43, Stalin sterft in '53. Het verval begint grosso modo vanaf 1960. De breuk wordt mijns inziens duidelijk wanneer men de houding van de KPSU bestudeert ten aanzien van de revolutionairen in de Derde Wereld. Daar ligt de sleutel.  

Met zijn analyse van de postrevolutionaire mislukkingen ontgoochelt Abraham mij. Het lijkt mij te gemakkelijk een balans te willen maken van het socialisme en het communisme en ongeveer van bij het begin al datgene te verwerpen wat gedaan werd om te proberen het socialisme en het communisme uit te bouwen.  

Over de ervaringen in de Sovjet-Unie kunnen we nog discussiëren, maar om het Sandinistische experiment te bekijken en te zeggen dat ze de massa de rug hebben toegekeerd, vind ik overdreven. Hét verwijt dat men de Sandinisten moet maken is dat ze laf geweest zijn, te laks tegenover de contra die in het binnenland ongestoord haar overwinning kon voorbereiden."  

Jean Peltier (Socialisme International): , 'Anders dan de stalinistische kameraad die mij voorafging denk ik dat de kritiek die Abraham Serfaty maakte van een bepaalde traditie van marxisme-leninisme, eigenlijk het pure stalinisme, dat lange tijd de arbeidersbeweging heeft gedomineerd, dat die kritiek wel gegrond is. Wat ik wil zeggen is dat deze kritiek lang niet voor iedereen nieuw is. Ik ben blij die iemand als hij die kritiek formuleert. Maar de meeste kritieken komen toch van mensen die met Trotski en na hem tegen het stalinisme in de revolutionaire beweging gestreden hebben, m.a.w. zij die vanafl940 gedurende tientallen jaren en onder allerlei vormen de trotskistische beweging gevormd hebben. Ik zeg dit omdat men, vooraleer definitieve evaluaties te maken als revolutionair om te beginnen de eigen geschiedenis moet herinneren en het feit dat zij nooit bezweken zijn aan dat stalinisme met al zijn monsterachtige uitwassen in naam van het marxisme.  

En ik ga direct verder met een kritische aanvulling op de uiteenzetting van Ernest Mandel. Ik vind dat hij een aantaljuiste dingen gezegd heeft maar zijn vaststellingen zijn al bij al zeer pessimistisch. Een uiterst belangrijk aspect vind ik er niet in terug, namelijk de val van het stalinisme in het Oostblok. Dat is in de eerste plaats het resultaat geweest van een beweging gedragen door de massa van de bevolking in de Oost-Europese landen, een weigering van die bevolking om deze regimes verder te blijven ondergaan. Voor ons is dit een formidabele aanmoediging. Het toont aan dat de massa's niet altijd onderworpen zijn maar in staat om dictaturen omver te werpen. Dit is belangrijk maar belangrijker is dat in de ogen van heel links en de arbeiders het stalinisme een compleet fiasco is gebleken. Het is niet in de eerste plaats verslagen door het imperialisme maar door de mobilisering van de bevolking. Dit biedt een enorme opening voor diegenen die vandaag de socialistisch-revolutionaire ideeën blijven verdedigen.  

Daar moeten we volgens mij twee lessen uit trekken. De eerste is dat we ons geen illusies meer moeten maken of beter dat we er nooit hadden moeten hebben omtrent China, de Sovjet-Unie sinds Stalin, of Nicaragua, die zogezegd socialistische landen die voorgesteld worden als min of meer bureaucratisch gedegenereerde of gedeformeerde arbeidersstaten. Allen die illusies gekoesterd hebben aangaande dit zogenaamd reëel bestaande socialisme delen nu in de verwarring. Een gedeelte van de trotskistische beweging verkeert volgens mij in dit geval.  

Een laatste punt houdt in dat we niet mogen terugvallen in de fouten van het verleden. Ik lees nog steeds artikels in Rood of andere publicaties van de IVde Internationale, waarin een aantal Derde Wereldlanden opgehemeld worden. De Sandinistische beweging bijvoorbeeld. zij het sinds hun nederlaag een ietsje in mineur, of nu opnieuw de Braziliaanse PT... 

Wat betreft Brazilië 

Ernest Mandel: "Eerst een kort antwoord op de laatste spreker. Onze kameraden in Brazilië zijn tegenstanders van de klassensamenwerking, tegenstanders van de deelname van leden van de PT aan welke regering met de burgerij dan ook. Ze zijn trouw aan hun principes. Het enige verwijt dat je hen kan maken is er één dat in het geval van Rosa Luxemburg reeds door de geschiedenis is ontkracht. En dat is dat ze niet uit een partij stappen met 600.000 leden waar ze totaal vrij zijn om hun ideeën te verdedigen om een kleine secte te vormen van 500, 1000, 2000 of 3000. Als dat is wat je hen verwijt, dan ben ik het niet met jou, maar met hen eens. Wat de principes betreft doen ze geen enkele toegeving. Ze verdedigen hun ideeën en niet die van de rechterzijde van de PT. 

De PT is een partij die men grosso modo kan vergelijken met de socialistische of sociaal-democratische partijen rond 1908-1910. Een partij die een linker-, een rechter- en een centristische vleugel omvat. En om verder te gaan met onze analyse. Onze kameraden zijn met een kleine kern tot die partij toegetreden. ik herhaal het, een partij met 600.000 leden waarbinnen ze op het laatste congres met een ultra-principieel eisenplatform 12% van de stemmen hebben gehaald. Ik zie niet in wat ik daar kan op tegen hebben. Dit is volledig correct. En als diegenen die Rosa Luxemburg gevolgd zijn in de Duitse sociaal-democratische partij dezelfde tactiek hadden toegepast waren de kansen op een revolutionaire overwinning in 1919, '20, '21, '22 of '23 oneindig veel groter geweest dan met de voortijdige afscheuring van enkele duizenden communisten van een massa van honderdduizenden arbeiders die naar links evolueren en niet naar rechts. 

Wat betreft het voormalige Oostblok 

Je eerste opmerking is inderdaad niet compleet naast de kwestie. Het zijn inderdaad de massa's die in het Oosten de dictaturen hebben omvergegooid, maar om ze te vervangen door wat? Hebben ze die vervangen door een regime van arbeidersraden? Door een staat die is gebaseerd op de zelforganisatie van de massa's. Nee! Ze gingen ermee akkoord dat de dictatuur vervangen werd door een regering of een staat die zich openlijk beriep op een herstel van het kapitalisme. 

Natuurlijk kan de vraag zinloos lijken voor hen die, zoals jij, zeggen dat het kapitalisme er al bestond, maar ik kan je verzekeren dat voor de arbeiders en arbeidsters in de voormalige Sovjet- Unie de zaak niet zo simpel ligt. De inzet is laat ons zeggen 35 tot 40 miljoen werklozen en een daling van de levensstandaard in de grote orde van 50%. Kunnen we terzake dan werkelijk neutraal blijven? Zijn we dan maar voor privatisering omdat dit nauwelijks verschilt van de bureaucratische staatskapitalistische eigendom? Nee! We zijn niet neutraal, we zijn tegen herprivatisering, en ik kan je verzekeren dat miljoenen arbeiders zullen opstaan tegen die privatiseringen, de mobilisering is al bezig. En op dat punt staan jullie machteloos. Voor jullie is er onder het kapitalisme geen herstel van het kapitalisme mogelijk. 

Wij zeggen: "Vroeger was er geen kapitalisme. Er was bureaucratische dictatuur, maar sociaal verschilde het regime van het kapitalisme - laten we niet zeuren over de precieze definitie - maar het was verschillend. En het herstel van het kapitalisme, als het lukt, hetgeen ik ten zeerste betwijfel, maar dat is een andere zaak, zou voor de massa ex-Sovjetburgers een verschrikkelijke sociale en economische achteruitgang betekenen. 

De massa in de ex-Sovjetunie moet zich op twee fronten tegelijk verdedigen: namelijk tegen de privatisering en voorde democratische vrijheden. En die strijd zullen ze aangaan.  

Over de dictatuur van het proletariaat 

De kameraden die de vraag over het revisionisme stelden hebben op zijn minst een vreemde opvatting over geschiedenis. Marx was voor de dictatuur van het proletariaat, zoveel is duidelijk. De hele vraag ligt in de definitie. Laat me één, één enkel citaat zien waarin Marx zegt dat de dictatuur van het proletariaat uitgeoefend wordt door de revolutionaire partij. Onmogelijk! Marx zegt: hét voorbeeld van dictatuur van het proletariaat is de Commune van Parijs. En die Commune is verkozen door middel van algemene verkiezingen met een meerpartijenstelsel. Meerpartijenstelsel! Jullie zijn de revisionisten, niet ik! Ik ben voor de definitie van Marx.  

Wat betreft de zogenaamde bocht van de communistische partijen vanaf 1960 

Je zegt dat de communisten en de communistische partijen in de Derde Wereld vanaf 1960 onder invloed van het revisionisme kwamen.  

In welke wereld leven jullie? Ik kan als je wilt documenten tonen: toen het Laval-Stalin pact ondertekend werd, een pakt dat later bekrachtigd werd door het 7de congres van de Communistische Internationale, kregen alle Communistische partijen, alle Communistische partijen van de Franse en Engelse kolonies de instructie de strijd voor nationale onafhankelijkheid op te geven, op te geven!! En de richtlijn werd met bloedige repressiemaatregelen afgedwongen. Wanneer het Franse kolonialisme in Algerije niet eens een nationale oproer maar gewoon enkele acties van de massa's brutaal onderdrukte, het is schandalig, met tienduizenden doden voor gevolg, toen heeft de Franse KP met Maurice Thorez als ondervoorzitter van de Raad deze repressie over de hele lijn goedgekeurd.  

In India, bij het begin van de volksopstand in '43 heeft men leiders van de KP uit de gevangenis vrijgelaten om hen toe te laten de Indische massa's om te praten om niet in opstand te komen tegen het Britse kolonialisme. En ik zou zo nog een tijd kunnen doorgaan. De feiten zijn bij iedereen bekend. Dit is geen trotskistische uitvinding. Er bestaan documenten die dit bewijzen.  

Een coalitieregering met de bourgeoisie? Rechtse politiek? Maar mijn beste kameraden, er is iets mis met jullie geheugen! Welke regering had Frankrijk na 1944? Was dat geen coalitieregering van De Gaulle met de KP? De Italiaanse regering na de oorlog, ook dat is voor de dood van Stalin, ook dat was een coalitieregering. Zei Thorez niet in 1944 op bevel van Stalin: "In Frankrijk is slechts plaats voor één staat, één leger, één politie'”? De staat, het leger en de politie van de burgerij, wel te verstaan.  

Was dat dan niet revisionistisch? Heb je dat bij Lenin gevonden? Of bij Marx? En dat is nog maar het topje van de ijsberg, een klein topje.  

Stalin heeft in de USSR een miljoen communisten afgeslacht 

Waar jullie al helemaal overheen stappen in jullie opvatting over de geschiedenis van de communistische beweging is dat Stalin een miljoen communisten vermoord heeft, fysiek geliquideerd. Kan je je dat voorstellen? Een miljoen communisten, bijna alle leden van het Centraal Comité uit de tijd van Lenin, bijna alle staatshoofden en leiders van de federale republieken uit de tijd van Lenin. Is dat verwaarloosbaar, soms? Is dat een detail van de geschiedenis, zoals de onsterfelijke woorden van Deng Xiao Ping over de moordenaar Pol Pot: "Een miljoen politieke moorden in Cambodja... Wat heeft men toch tegen die kameraad? Hij heeft enkele fouten gemaakt!" Een miljoen mensen vermoord, is dat een kleine fout?  

We moeten ons toch bewust zijn van die desastreuze balans van het stalinisme. "Vreedzame coëxistentie" is een term van Stalin! Die begint niet bij Chroetsjov! Moet ik u de bronnen opsommen?  

In een interview uit '35 stelt een Amerikaanse journalist Stalin de vraag: "Maar toch, de KPSU is lid van de Communistische Internationale en de Communistische Internationale is toch voorstander van de wereldrevolutie"! En Stalin proest het uit: "Oh, dat is een misverstand. Wat hebben wij met de wereldrevolutie te maken? Dat is een tragikomische misvatting"! Stalin zegt dat, hé. niet Trotski!  

Eerlijk, doen voorkomen alsof het revisionisme pas vanaf 1960 is begonnen getuigt van een volkomen verkeerd begrip van de geschiedenis.  

Wat betreft Jeltsin  

en ik wil eindigen met dit punt... Dat gedoe met Jeltsin. Dat is pure nonsens, wat men mij in dat interview doet beweren! Ik heb een boek geschreven over de USSR, "Ou va I'URSS de Gorbachev". Ik heb mijn mening uiteengezet. Iedereen weet dat je niet zowel voor als tegen iets kan zijn. Jullie hebben ons even goed verweten dat we voor een revolutie waren, van onderuit tegen Gorbatsjov, tegen Jeltsin en tegen de hele bende corrupte bureaucraten en onderdrukkers. En dan geloven dat ik Jeltsin met Trotski vergeleken heb, dat is absurd.  

Het enige wat men kan zeggen, dat is waar, is dat hij strijd heeft geleverd tegen de bureaucratische privileges, maar dan op een hypocriete manier, want hij kan de huik naar de wind hangen, beter dan wie ook in de hele geschiedenis. Hij heeft daarmee in het land een zekere populariteit verworven, omdat de mensen die bureaucratische privileges verfoeien. Goed. En diezelfde Jeltsin, want men moet zijn biografie kennen, heeft op het laatste congres van de Oost-Duitse communistische partij de lof gezongen van Honecker en Thaelmann, die grote internationalisten, nietwaar... diezelfde Jeltsin! Vier keer heeft hij zijn kazak gedraaid... Goed, laten we het er niet meer over hebben. "  

Abraham Serfaty: "Wij proberen denk ik, samen, tegenover een zelfde vijand, het kapitalisme, te zien hoe we een socialistisch project kunnen realiseren. Via de polemiek zullen we er volgens mij niet komen. Ik zeg dat eerlijk, ik denk dat niemand ter wereld, geen enkele revolutionaire politieke militant, geen enkele revolutionaire leider ter wereld mag beweren nooit in zijn leven een fout gemaakt te hebben... Ik denk dat de kameraden ongelijk hebben die elkaars woorden erop zitten na te vlooien om dan voor de dag te komen met hij heeft dat of dat geschreven en achteraf is het omgekeerde gebleken.  

Het gaat om het bouwen aan de toekomst. Ik wil daarmee niet zeggen dat we geen lessen moeten trekken uit onze fouten, natuurlijk moeten we dat. Maar dan als broeders onder elkaar, asjeblieft. Ik kom dadelijk terug op de twee precieze vragen die me bij het begin gesteld werden, maar ik wil eerst iets kwijt over de achtergrond van de vragen die ik voorgeschoteld kreeg.  

Het Chroetsjov-rapport  

Om te beginnen preciseer ik. Toen Marokko in '56 onafhankelijk werd viel dat op een maand na samen met de publicatie van het Chroetsjov-rapport aan het 20ste congres. Ik kan jullie zeggen dat als ik het las, ik wel andere dingen aan mijn hoofd had. Dit gezegd zijnde kennen we de gevolgen van het rapport, niet op iedereen van ons, want de Marokkaanse KP was inderdaad blijven vaststeken, niet alleen in haar afhankelijkheid maar in een regelrechte sclerose die het gevolg was van die afl1ankelijkheid. Hoe wil je dat iemand nadenkt als hij afl1ankelijk is'? Maar ondanks alles waren er nog enkelen, waaronder mezelf, die nadachten.  

De eerste vier jaren dachten we dat we het land konden opbouwen. Dat idee was verkeerd maar ook weer niet helemaal. Er was een zeker enthousiasme om het land op te bouwen, binnen een context die trouwens zeer vijandig was.  

Vanaf 1960, na het mislukken van die eerste fase van opbouw van het land hebben we ons moeten bezinnen. Ik vooral. In een periode dat Marokko geen enkel perspectief te bieden had en het internationale niveau al niet veel meer. Over de lessen uit dat alles, kan ik zeggen dat ik toen ben beginnen nadenken, niet alleen over wat we gedaan hadden en over de fouten die we in Marokko gemaakt hadden, maar ook over wat zich op het internationale terrein afspeelde. 

De bijdrage van de 25 stellingen van de Chinese KP in 1963 

Toevallig kwam op dat moment de bijdrage van de Chinese KP tot het internationale debat, de 25 punten als ik me niet vergis. Ik blijf ervan overtuigd dat een aantal essentiële punten daaruit voor de Derde Wereld en voor de revolutionairen in de derde wereld tot op vandaag valabele stellingen blijven. Ik denk dat de essentie van wat deze stellingen hebben bijgedragen ons geholpen heeft - wat Chroetsjov zei had ons natuurlijk al de wenkbrauwen doen fronsen - maar de stellingen hielpen ons om ons te bevrijden van een aantal paradigma's en kant-en-klare modellen die op ons wogen. Afgezien nog van het feit dat we ons bewust waren, maar dat was in Marokko niet echt moeilijk van het feit dat de Marokkaanse KP niet echt een modelpartij was. Dat wisten we al enkele jaren omdat ik en andere jongere kameraden later ook de Chroetsjov leer volledig hebben verworpen hebben we een organisatie kunnen uitbouwen die zich marxistisch-leninistisch noemde. Omdat we geen congres hebben kunnen houden - waarom niet is genoegzaam bekend - is de benaming niet officieel veranderd, maar in de praktijk spraken we van Marokkaanse Organisatie" Ilal El Amam" (Vooruit) voor de arbeider. We beriepen ons op het marxisme en de leer van Lenin, wat niet hetzelfde is als marxisme-leninisme en al helemaal niet met dat koppelteken. 

De bijdrage van het Maoïsme 

Terloops, het is waar dat het maoïsme - de leer van Mao Tse Tung, niet zoals het zich in Frankrijk en naar ik begrepen heb ook in België heeft ontwikkeld - dat die leer een correctie inhield op de opvatting van Lenin over de partij. Deze correctie hield een eerste aanzet in tot dialectiek tussen de partij en de massa's, hetgeen in de teksten van Lenin zeker niet duidelijk naar voor 1 komt, en al helemaal niet in "Que faire". 

Ik kan zeggen dat onze organisatie inderdaad doordrongen was van die leer. Ik denk niet dat wij dat betreurden, in de mate waarin de organisatie bleef openstaan voor een denkpiste die in de richting ging van een grotere openheid tegenover het concept van zelforganisatie van de massa's, een concept dat voorbijging aan de autoritaire trekjes binnen de organisatie en in haar omgang met de massa en met andere partijen, enz... Dit is voor ons effectief de erfenis geweest van wat men het maoïsme kan noemen, of het del1kwerk van Mao Tse Tung. En ik verloochen daar niets van.  

In dit verband zeg ik trouwens dat wij, revolutionairen van de Derde Wereld uit het Chinese experiment enorm nuttige lessen kunnen trekken voor onze opvatting over socialisme voor ons gedeelte van de wereld, positieve en negatieve lessen. Positieve vooral in de zin van de openheid momenteel op het Chinese platteland en ook elders, en als voorbeeld van hoe je met de boeren op weg kan gaan richting socialisme. Bij mijn weten is dit op de wereld het enige experiment dat in zijn revolutionair proces en in zijn proces van opbouw van het socialisme met de boerenstand van een Derde Wereld land zo ver is gegaan. En god kan weten in welke mate het platteland daar achter is op Europa. Het enige experiment dat zo ver is gegaan in de aanbreng van iets nieuws is het Chinese.  

De fundamentele verklaring voor de bloei van de Chinese economie ligt niet in die of die sector die voor het internationaal kapitalisme werd ontsloten, maar wel in het feit dat de Chinese boeren door het proces van decennia van revolutie bevrijd werden van eeuwenoude onderdrukkende systemen die op hen wogen. Die bevrijding liet hen toe hun land op te bouwen, hun landbouw, hun fabrieken, in de zin die ik zopas vermeldde.  

Voor mij blijft dit een zeer belangrijke les voor het socialistisch project in de Derde Wereld. Ik keur de uitwassen van de Culturele Revolutie niet goed. Ik keur zeker de repressie van 4 juni 1989 niet goed. Ik ga niet akkoord met de werking van de Chinese KP, die nog altijd dirigistisch is. Ik ga niets pikken bij de kameraden van de IV de Internationale of bij wat Ernest Mandel zegt, maar hun benadering van die landen is nogal wat opener dan de stelling van het staatskapitalisme. De bijdrage van de IVde Internationale houdt in dat in China een sociale orde bestaat die verschilt van het kapitalisme.  

Maar, ik zou verder willen gaan. Als daar een andere sociale orde bestaat dan onder het kapitalisme, ontstaat er een andere dialectiek tussen de massa's en de macht. Ik zal niet zeggen dat die macht revolutionair is, maar er zullen ongetwijfeld revolutionairen bij te vinden zijn. Een feit is dat de massa's omdat ze onder een andere sociale orde leven, op de macht een andere invloed uitoefenen.  

Toen de IVde Internationale trouwens het thema van Lenin van de bureaucratische arbeidersmacht overnam, was dat in China geen echte arbeidersmacht, maar toch een macht, een structuur met een klasse die de maatschappij overheerst en die niet dezelfde is als onder het kapitalisme. Een structuur die gewijzigd, vervormd, gebroken is door de bureaucratie maar geen klasse staatsbourgeoisie.

Dit vergt enig denkwerk. Het leven is complex en zeker het leven van een samenleving en het leven van een overgangssamenleving nog meer. Een dergelijke overgangsmaatschappij kan nog best terugkeren naar het kapitalisme, zoals de jongste jaren de sovjetsamenleving, maar ze kan zich ook loswerken uit de situatie waarin ze geblokkeerd zit en doorgroeien naar een nieuw socialisme.  

Ik hoop dat China die weg kan opgaan. Hoe China zal evolueren is niet te voorspellen. Ik weet het niet. Maar toch, als we het hebben over hoeveel tientallen jaren nodig zullen zijn om het socialistische alternatief weer aantrekkelijk te maken, moeten we ook rekening houden met de Chinese factor. Waar zal China staan over 10 jaar? Daar moeten we toch ook over nadenken. 

Eén les die we van Mao in elk geval onthouden hebben is dat we "op onze eigen krachten moeten rekenen". Het gaat er voor ons revolutionairen van de Derde Wereld niet om. en ik spreek over de Marokkaanse revolutionairen. te wachten tot het Chinese socialisme overwint, om te zeggen "dat is het socialisme, dat gaan wij in Marokko ook doen". Absoluut niet! Wij bouwen aan de revolutie in Marokko met onze eigen krachten en aan een Marokkaans socialistisch project in Marokko. 

In dit verband wil ik antwoorden op het concept van dictatuur van het proletariaat. Ernest Mandel heeft zopas duidelijk herhaald wat dat bij Marx betekent. Laten we dat niet vergeten. Gelukkig gaat de politieke wetenschap vooruit en is er in de loop van de 20ste eeuw heel wat gebeurd rond dit concept. Het is het concept van de hegemonie dat van Gramsci komt, dus niet de eerste de beste. Ik durf beweren dat de juiste formulering van wat Marx bedoelde met dictatuur van het proletariaat de hegemonie van het proletariaat is. Dat is waaraan we moeten bouwen. 

Voor onze Derde- Wereldlanden is dit eenvoudig te begrijpen. In Marokko zijn er drie financiële groepen, waarvan er twee in handen zijn van volksmoordenaars: die kan men onteigenen zonder schadeloosstelling. De derde zou men eventueel kunnen vergoeden, maar dat is zeker niet de grootste. 

Als men zover is heeft men een volksmacht, niet alleen de hegemonie van het proletariaat maar de overheersing van de werkenden als geheel. Op de manier kunnen we de weg van het socialisme opgaan, ook als we honderden, duizenden privé-kapitalisten nodig hebben, hadden of zullen hebben, maar het zullen niet meer de compradores zijn en niet meer de grootgrondbezitters. Die laag moeten we elimineren, al bedoel ik dat dan niet fysiek. Ze hebben kastelen in Frankrijk. We kunnen ze daarheen laten vertrekken. Frankrijk moet maar zien wat het er mee aanvangt.  

Zover gekomen zijn we de weg op van het socialisme en dat is mogelijk. In Marokko zijn de voorwaarden aanwezig. Dit heet de weg naar het socialisme, die leidt naar de overheersing van de werkenden op het geheel van de samenleving. Dan zitten we op de weg van het socialisme. Dat is het. Dat is de definitie die ik in het begin heb gegeven van socialisme.  

Over de communistische internationale onder Stalin 

Een laatste woord over de Communistische Internationale onder leiding van Stalin. Ernest Mandel heeft het voornaamste al gezegd, maar als Arabier wil ik toch nog iets in herinnering brengen. 1947 heeft voor de Arabieren een bijzondere betekenis. In dat jaar werd het opdelingsplan voor Palestina goedgekeurd, met de volle medewerking van Gromyko, minister van Buitenlandse Zaken van de Sovjet-Unie bij de Verenigde Naties. En dat is in 1947! Alstublieft. Dat is nog lang niet in 1960. We mogen een aantal dingen toch niet zomaar over het hoofd zien!  

Internationalisme houdt ook het recht op zelfbeschikking in voor het volk van de westelijke Sahara 

Een laatste woord over het internationalisme. Dat is een van de belangrijkste pijlers van het socialisme en van het marxisme. Voor onze organisatie Ilal El Amam in Marokko mag ik zeggen dat het internationalisme ons toegelaten heeft moeilijkheden te overstijgen die ons hadden kunnen doen stranden op de kaap van het reformisme. Maar we hebben gezegd dat we onvoorwaardelijk achter het recht op zelfbeschikking stonden van het Saharoui- volk. En daardoor konden we elke mogelijke reformistische verleiding overwinnen. Het internationalisme is de essentie van de internationale arbeidersbeweging en voor de beweging voor het socialisme.

Internationalisme in beide richtingen 

Voor het werk met Marokkanen hier in België denk ik het volgende: als jullie, progressieve militanten, Belgische revolutionairen, de arbeiders en de Marokkaanse militanten vragen om mee te strijden tegen het racisme, dan moet ook het omgekeerde waar zijn. Misschien krijgen jullie dan meer respons.  

Over de socialistische partijen in Europa 

Ik zeg Europa omdat ik de Belgische socialistische partijen onvoldoende ken. Ik denk, en ik baseer me daarbij op wat ik zie bij de Franse PS, dat we niet alles wat zich daar afspeelt moeten verwerpen. De Chevènement -stroming bijvoorbeeld beschouw ik persoonlijk als een onderdeel van de radicale krachten die kunnen bijdragen tot een herstel van links. Niet in hun eentje, natuurlijk, maar bijdragen, en niet noodzakelijk via hun leiders, tot een maatschappijproject voor Frankrijk dat het socialisme herstelt. Waarschijnlijk liggen de zaken hier voor een aantal revolutionaire militanten, een aantal kaders en leiders of een aantal stromingen binnen de socialistische partijen niet anders. Toen ik vorig jaar ook in Luik was, op vraag van Marokkaanse kameraden en van de socialistische vakbond heb ik zelf vastgesteld dat binnen die vakbond militanten en kaders te vinden zijn die werkelijk tot de internationale socialistische beweging behoren.

De socialistische partijen beheren de crisis

Ernest Mandel: "Ik wil in herinnering brengen, wat de socialistische partijen betreft, dat begin de jaren '80 in Frankrijk 65'10 van de leden van de Volksvertegenwoordiging, ik zeg wel 65%, de lijn van het socialisme van de hervormingen vertegenwoordigde. Hadden ze dan onvoldoende stemmen? Waarom hebben ze dat socialisme van de hervormingen niet gerealiseerd? Waarom bleef de werkloosheid in Frankrijk stijgen') Waarom werd de economische en financiële macht van de burgerij op geen enkel punt, maar dan ook op geen enkel punt aangevallen! 

Ik constateer dat het debat niet gaat tussen reformistische socialisten en revolutionaire socialisten, maar tussen diegenen die het socialisme laten samenvallen met het kapitalisme, zij die het kapitalisme beheren. Dat is wat onze SP in België doet. Ze beheert het kapitalisme in plaats van stap voor stap het socialisme in te voeren. Ze doen zelfs niet alsof. Ondervraag hun leiders. Vraag of ze in België het socialisme willen invoeren via de weg van de hervormingen. Ze zullen antwoorden "NEE! NEE! Het kapitalisme moet produceren (dit wil zeggen overheersen) en wij zullen wel herverdelen". Voor mij staat dat gelijk met behoud van het kapitalisme door het socialisme. Voor mij is dat geen socialisme, geen zachter socialisme, geen minder gewelddadig socialisme.         

In de definitie die ik geef van betaalde arbeid, en die situeert zich in het verlengde van Marx, Lenin, Plechanov, Rosa Luxemburg en vele anderen, omvat die betaalde arbeid vandaag in de Westerse landen tussen 85 en 90% van de actieve bevolking... Wie heeft er behoefte aan om geweld te gebruiken als hij de steun heeft van die massa? Niemand. Kijk trouwens maar naar de intelligentste bourgeois, ze weten het maar al te goed. Wat heeft De Gaulle gedaan in de tijd van de algemene staking en de fabrieksbezettingen in '68 in Frankrijk? Heeft hij het leger op de arbeiders laten schieten? Absoluut niet.  

Hij sloot het leger op in de kazernes. Want hij had schrik. Terechte schrik dat de grote meerderheid van de soldaten de kant zou kiezen van hun vaders, hun broers, hun vrouwen, hun vrienden, hun zonen... Hoe zouden ze anders gedood hebben?  

In den beginne was de daad, niet het woord

Er bestaan strijdbare stromingen binnen de arbeidersbeweging: revolutionaire socialisten, socialisten van links. De terminologie doet er niet toe, ik ben geen voorstander van wat sommigen zuivere principes noemen, van de aanhangers van het Evangelie volgens Johannes: "in den beginne was het woord..." 

Nee, nee, nee, in den beginne was de daad, de praktijk. En tussen de revolutionaire praktijk en de principes is er natuurlijk interactie. Ik ben het daar 100% eens met Abraham. Maak de balans van de laatste honderd jaar: niemand heeft het monopolie van het weten, van de wijsheid, van de door god ingefluisterde kennis. Niemand die nooit een fout maakte. Probeer de theorie uit in de praktijk en corrigeer zo nodig. Rosa Luxemburg heeft op dit punt het laatste woord. Ze had volkomen gelijk, er bestaat geen vooraf ontworpen project voor de opbouw van het socialisme. Indien die wel zo was, dan waren papegaaien die het project uit het hoofd hadden geleerd de beste socialisten...  

De opbouw van het socialisme door stapsgewijze benadering

De opbouw van het socialisme is een enorm laboratorium vol experimenten, gedeeltelijke successen, gedeeltelijke mislukkingen, nieuwe vooruitgang... Stappen zetten zoals Abral1éun zei, ik ben het volledig eens met de formulering "stapsgewijze benadering". We komen er, we komen er. De volgende experimenten zullen rijper zijn, ik zeg niet voor I 00%, maar toch doordachter dan het Russische, het Chinese, het Cubaanse of het Nicaraguaanse experiment.  

Over het maoïsme van het China van vandaag  

Ik denk dat Abraham illusies koestert, en dat is te betreuren, over wat zich in het China onder Mao heeft afgespeeld en over wat er vandaag gebeurt. Als de geschiedenis zou aantonen dat ik ongelijk heb, goed, dan zal ik dat graag toegeven, maar ik vrees dat dit niet het geval zal zijn.  

Eerst over het denken van Mao. Het klopt dat in de gebruikte formuleringen over de lijn van de massa enkele openingen voorkomen die men kan beschouwen als gericht tegen de bureaucratie, als minder verticalistisch en bureaucratisch dan in het marxisme-leninisme à la Stalin. Maar dat was toch niet echt moeilijk, dat was toch het absolute minimum.  

Wie dat leest, en ik heb dat met veel aandacht gedaan botst op contradicties. Mao zegt het volgende, in een boutade, maar sinds Freud zijn ook boutades met zin beladen: "Men kan de plicht van een revolutionair samenvatten in een zin: hij heeft gelijk van te revolteren". Maar vier paragrafen verder voegt hij daar aan toe “behalve tegen het gedachtegoed van Mao Tse Tung." Dit zijn twee onverenigbare uitspraken. Als de revolte gerechtvaardigd is, is de revolte onvoorwaardelijk gerechtvaardigd. Als je zegt dat de ideeën van Mao taboe zijn is dat een aantasting van het voorgaande. Tegen alle taboes behalve één. En wat voor één!  

Over het China van vandaag, in de grote steden als Shangai, Peking, Canton: De rijke bureaucraten, de rijke handelaars, enkele industriëlen ook, Chinezen, ik heb het niet over de buitenlanders, besteden er voor één maaltijd het hele jaarloon van een arbeider. Dat is de realiteit, dat zijn de feiten. En je kan zeggen dat het niet klopt, maar we zullen zien...  

De slogan van Deng Xiao Ping is: "Verrijk je". Wie dit zegt bevordert natuurlijk de sociale verschillen. Niet iedereen kan zich in een arm land als China verrijken. Dat is slechts voor een kleine minderheid weggelegd.  

Tenslotte een antwoord op de vraag: "wat is de les die een oude militant als jij, ons jongeren van vandaag kan geven?"  

Drie boodschappen aan de studenten

Ik zou zeggen: de eerste boodschap, les is niet het juiste woord, is politiek engagement. Een menselijk wezen die naam waardig kan in deze vreselijke wereldniet leven, met al de fenomenen die ik heb opgesomd en ik kan nog tientallen voorbeelden geven: elke vier jaar sterven in de Derde Wereld 60 miljoen kinderen van honger en aan perfect geneesbare ziektes. Dat is evenveel doden als tijdens de tweede wereldoorlog, Auschwitz, Hiroshima of de hongersnood in Bangladesh, om maar de twee grootste slachtpartijen te nemen. Dat is het monsterachtige gezicht van onze samenleving: om de vier jaar een wereldoorlog tegen de kinderen.  

Politiek engagement, politieke strijd tegen die misdaden, vechten voor een wereld waarin de kinderen over de hele wereld kunnen lachen, dat is de enige houding die een mens, man of vrouw kan aannemen. Politiek engagement. En dat politiek engagement is niet mogelijk zonder dat men zich organiseert, maar daarover zal ik niet uitweiden. Dat zou ons te ver leiden.  

Tweede boodschap: Mijn tweede boodschap is moeilijker, het is een boodschap van wetenschappelijk realisme. Studeer HUMANE WETENSCHAPPEN. Geen dikke boeken. Het heeft geen zin dat iedereen de drie boekdelen van Das Kapital doorworstelt. Voor mijn part mag het, maar het is te veel gevraagd. Maar probeer je de grote krachtlijnen eigen te maken van een wetenschappelijke interpretatie van de geschiedenis, van de opeenvolging van sociale en politieke regimes, andere fenomenen van culturele, etnische of welke aard dan ook. Maar doe het in een wetenschappelijke geest, in de geest van Marx die zei 'twijfel aan alles', en doe het op een constructieve manier. Dit wil zeggen dat je er voorlopig kan van uitgaan dat een aantal zaken voor waar mogen aangenomen worden, als je maar de mogelijkheid open laat dat nieuwe feiten die waarheden weer gedeeltelijk in vraag kunnen gaan stellen.  

Stel die waarheden ook niet te lichtzinnig terug in vraag, niet zonder bewijzen. De geschiedenis toont onbetwistbaar aan dat zich, sinds het begin van de industriële productie voor de wereldmarkt, sinds de jaren '20 van vorige eeuw dus, 23 opeenvolgende overproductiecrisissen hebben voorgedaan, volgens een cyclus van gemiddeld 7 en een halfjaar. Zeggen dat hetgeen Marx geschreven heeft, zijn theorie over de overproductiecrisissen, niet deugt, dat zou onwetenschappelijk zijn. De theorie deugt omdat ze door de feiten bewezen is. Volg deze lijn, niet om het plezier van het weten, niet om het weten op zich, maar omdat een individu, een groep, een partij, een organisatie, een klasse die de realiteit begrijpt beter in staat is die te veranderen in de richting die ik aangeduid heb.  

Derde boodschap: De derde boodschap is de belangrijkste. Het gaat om wat Marx, en dat is weinig bekend, een morele regel genoemd heeft, een categorische strijdimperatief, overal en altijd en onvoorwaardelijk, tegen alle vormen van vervreemding, onderdrukking, repressie en uitbuiting. Het schitterende aan die morele zekerheid is dat hier geen twijfel toegestaan is. Dit is een absolute zekerheid.  

Multatuli, de grote Nederlandse schrijver formuleerde het anders. Door zijn contacten met de Indonesische boeren kwam hij ertoe te stellen dat het een plicht is. Ik wil zeggen de plicht van het verzet, de plicht van het verzet tegen de gevestigde orde, de plicht van de weigering van onrechtvaardigheid. Dit is een moreel engagement zonder beperkingen. Voor mij heeft dat iets schitterend.  

In het diepste van de nacht van deze eeuw, toen Hitler en Stalin het voor het zeggen hadden, wanneer alle hoop nagenoeg verdwenen was, zei Trotski iets waar hij later wel is op teruggekomen. De formulering was uiteraard veel tekort. In zijn Testament gaat hij uit van tientallen jaren om over de kwestie te discussiëren, wat veel realistischer is, veel wetenschappelijker en veel beter overeenkomt met wat zich effectief heeft voorgedaan. Trotski zei dat als de oorlog niet eindigt met een zege maar met de ineenstorting van het proletariaat, het definitieve verval,  dat men dan onmiddellijk een programma moet uitwerken ter verdediging van de belangen van de slaven tegen de totalitaire samenleving die dan zal ontstaan zijn. Dat was in een polemisch artikel.  

Dat is schitterend. Dat is in de lijn van Marx. Altijd tegen het establishment, altijd tegen de onrechtvaardigheid, hoe de zaken ook liggen, of er hoop is of niet, ongeacht de formules, de timing, altijd! Dit moreel engagement, ik kan u garanderen, ik baseer mij op mijn eigen ervaring van 55 jaar militantisme, als men zich aan dat moreel engagement houdt is dat ook een bron van individueel geluk.  

Geen gewetensproblemen, het schuldcomplexen, een vergissing is mogelijk, iedereen kan zich vergissen. Maar men vergist zich te goeder trouw, voor de goede zaak. Men zet zich niet cynisch in voor een verkeerde zaak, voor folteraars, moordenaars, uitbuiters. Dat onder geen enkele voorwaarde! Jullie zullen gelukkiger zijn, ik verzeker het als je dat morele engagement aanvaardt."  

Abraham Serfaty: "Vooraleer een grondig antwoord te geven op de verschillende vragen, wil ik nog even terugkomen op de kwestie China. Wij revolutionairen militeren voor het socialisme. Ik zeg niet dat Ernest Mandel de problemen niet bestudeert. Iedereen, en niet alleen in België, weet dat Ernest Mandel een wetenschapper van een uitzonderlijk niveau is. Maar de kennis holt, zoals we allen weten, nog altijd achter op de buitengewone rijkdom van de realiteit.  

Dit geldt nog veel meer voor een land met I miljard inwoners dat op 45 jaar tijd onvoorstelbare veranderingen ondergaan heeft. Deze realiteit kan niet anders dan zeer complex zijn. Een unilaterale definitie ervan is volgens mij onmogelijk. Ik zei al dat ik het nog steeds voor mogelijk houdt dat China terugkeert naar het kapitalisme. Ik weet dat er, zoals Ernest zei, rijken zijn in Shangai die met geld smijten. Maar is de situatie globaal gezien vergelijkbaar met het Indische platteland? We moeten geen appelen met citroenen vergelijken. Het gaat om twee subcontinenten van vergelijkbaar belang die rond dezelfde tijd, India in '47 en China in '49 een radicale  politieke verandering ondergingen. Welke van die veranderingen heeft resultaten opgeleverd en welke niet?  Ik wil over het China van vandaag geen absoluut waardeoordeel uitspreken. Persoonlijk denk ik dat de bronnen complex zijn en elkaar tegenspreken, dat zij in het Frans trouwens heel wat minder talrijk beschikbaar zijn dan in het Engels waarin men over heel wat meer materiaal beschikt dat deze complexe realiteit weerspiegelt. Daar wil ik: het bij laten. Het belangrijkste bij dit alles is voor mij niet te discussiëren over of de Sovjet-Unie in '35 nu een staatskapitalisme of een bureaucratie was, persoonlijk heb ik lak aan dat soort problemen. Ik wil de revolutie in mijn eigen land voeren om ertoe bij te dragen dat ze zich in de hele wereld voltrekt! Het spijt me aan de kameraden die met de exegese rond de Sovjet-Unie bezig zijn te moeten vragen welke hun project is voor de revolutie in België? Welk is jullie maatschappijproject voor België?  

Een revolutionair project definiëren voor de geïndustrialiseerde landen  

Ik dacht dat ik hier tussenkomsten gehoord zou hebben over het revolutionaire maatschappijproject voor België. Ik heb niets van die aard gehoord, tenzij dan de kameraad die het had over acties aan de poorten van de fabrieken die sluiten. Maar een maatschappijproject? Ik zeg dit niet alleen in België, maar ook in Frankrijk en tegen links overal in het westen waar ik wat thuis ben. Ik zeg dat niet tegen de revolutionaire kameraden hier, maar grosso modo tegen de kameraden van links die revolutionaire elementen in zich dragen, die revolutionaire militanten zijn. Over het algemeen is men bezorgd over hoe men het bij de volgende verkiezingen zal doen, terwijl die volgende verkiezingen hoe dan ook toch zullen gewonnen worden door de burgerij. Het probleem is van een geloofwaardig maatschappijproject uit te werken dat zal toelaten over 10 of 15 jaar, ik ben optimistischer dan Ernest, die 90 tot 95% van de loontrekkenden voor je te winnen. En dat is mogelijk. Wij in de Derde Wereld hebben dat trouwens nodig, die revolutie van jullie, in jullie landen. Er zijn polen van vooruitgang nodig over de hele wereld. Laat ons het kapitalisme in zijn hart zelf raken!  

We dachten vroeger dat de Sovjet-Unie zo'n pool was, dat ze aan onze kant stond in de strijd voor Palestina, dat ze ons zou helpen om het zionisme te verslaan, enz... Ik weet dat niet iedereen daarin geloofde, maar goed. Dat waren illusies. In elk geval, onze job is revolutie voeren in onze landen, maatschappijprojecten uitwerken voor onze landen, vertrekkende vanuit de positieve en negatieve lessen van deze eeuw, alle pogingen om het socialisme op te bouwen en een revolutie te voeren inbegrepen. We moeten ze stuk voor stuk zo objectief en wetenschappelijk mogelijk analyseren en daar sluit ik mij aan bij de aanpak van Ernest. Ik ga een eenvoudig voorbeeld geven. Het spijt me het te moeten zeggen, maar in mijn klas in Parijs heb ik een aantal studenten van Noord-Afrikaanse origine gehad die zoals velen onder hen, hoewel niet allemaal, min of meer verbonden waren met militante organisaties en in de debatten over de Arabische wereld de waarheid volgens die organisaties naar voor brachten. Welnu, dat was allesbehalve de wetenschappelijke waarheid, hooguit een stukje eenzijdige waarheid. Ze zwaaien met de slogans van hun organisaties en denken dat het de absolute waarheid is. Zo kunnen we nooit een revolutie voeren, nooit! We moeten effectief Marx' werkwijze volgen en hier sluit ik weer aan bij Ernest, gebaseerd op een ethische basis.  

In mijn gevangeniscel was ik oneindig veel gelukkiger, ik sliep oneindig veel rustiger dan toen ik directeur was van de fosfaatmijnen en in een knappe villa woonde.  

De waarheid is trouwens niet op ieder moment in iemands leven dezelfde. Dat kan niet. Op de zwartste momenten in iemands leven, in ogenblikken van politieke ontreddering, maar ook van persoonlijke verwarring, enz. want het leven is complex, en zeker dat van een militant, welnu op al die momenten blijft er één lichtpunt en ik heb het hier niet over een of andere zin van Marx, dat is het niet, maar over de ethische diepgang van de mens: vechten voor menselijke waardigheid. En ik kan u zeggen dat ik in mijn gevangeniscel oneindig veel gelukkiger was, ik sliep oneindig veel rustiger dan toen ik directeur was van de fosfaatmijnen en in een knappe villa woonde. Want ik wist in de gevangenis dat ik op zijn minst niet dubbelzinnig was. Ik stond aan de kant van het volk, in zijn strijd voor rechtvaardigheid.  

Het klopt dat het in een bepaald opzicht in onze landen makke I ijker is. Vechten tegen een tiran is moeilijk, maar begrijpen wie de tegenstander is, is dan weer helemaal moeilijk. Het is de tiran die moet verslagen worden. Jullie tiran hier is complexer, vager, maar daarom juist moeten jullie een maatschappij project uitwerken.  

Socialisme kan enkel revolutionair zijn  

Ik wil hier nog eens terugkomen op de laatste twee vragen. Voor mij bestaat er alleen revolutionair socialisme. Het gaat erom het kapitalisme te bestrijden en hoe moet het dan wel verslagen worden, zoals Ernest zich ook afvroeg. Niet door eraan mee te werken, door het te beheren. Dat is onmogelijk!  

Hoeft dat een bloedbad te betekenen? We hebben toch onze lessen getrokken uit het verleden. Een verantwoordelijke revolutionaire militant vindt hier rond bij Marx en Lenin heel wat ideeën, maar die moeten vertaald worden naar onze realiteit.  

In de Derde Wereld moeten we natuurlijk rekening houden met de internationale realiteit, maar ook die van ons land en ons volk. En ik kom terug op een vraag die gesteld werd in verband met de Arbeiderspartij in Brazilië of met Nicaragua.  

Het gaat erom zoveel mogelijk onderdrukten te verenigen om door opeenvolgende scheuren in de structuren van de tirannie, de onderdrukking en vervreemding die op ons volk drukken die structuren te vernietigen. We moeten die krachten verenigen. Op dit ogenblik is het in Marokko bijvoorbeeld de middenklasse, of men wil of niet, die het voortouw neemt in de politieke strijd. De werkende klasse vormt op de achtergrond het diepere draagvlak maar op het voorplan vinden we de middenklasse.  

Wat gaan we vervolgens met het sectarisme doen? Die middenklasse bevindt zich op de eerste lijn en wij zouden zeggen: "we moeten hen niet”. Dat is puur en principieel, maar een theorie die nergens toe leidt. We moeten er integendeel onze lessen uit trekken.  

Er zullen hier kameraden zijn die me verwijten een reformist te zijn. Ik doe mijn werk! Op het terrein, het spijt me, op het terrein, niet in het luchtledige. Ik zeg dat het via die opeenvolgende scheuren moet. Op voorwaarde dan dat we altijd de toekomst van de revolutie voor ogen houden en bijvoorbeeld nooit zeggen: "Wij zijn voor de monarchie in Marokko", punt. Wij zijn voor de republiek, via de revolutie van het volk, maar in de huidige stand van zaken bundelen we onze krachten met diegenen die strijden om die tirannieke structuur van de monarchie te ontwrichten, omdat we redeneren dat de monarchie zich niet van die tirannieke structuur zal ontdoen. En het is maar dankzij de transcendentie, de verhevenheid van die strijd dat we verder komen, dat we zoals wij zeggen. dit stadium 'ontgroeien'.

Concreet, in de onmiddellijke toekomst bundelen we onze krachten met andere krachten die reformistisch kunnen lijken, die het in hun binnenste misschien ook zijn, maar altijd om vooruit te komen, om het volk in zijn geheel te organiseren tegen de tÏt1Umie. Zelfs indien het nog niet meteen duidelijk is dat de werkelijke doelstelling de republiek is, de republiek van de volksraden el1niet de bourgeois-republiek.

We komen als marxisten vooruit in dit proces. Dat is het eerste wat we moeten leren: hoe vooruitgaan doorheen zo'n proces. De verschillende fases, ik zeg fases en niet etappes, de verschillende fases niet te verwarren met de einddoelstelling. Ook op dat punt zijn de studie van Marx en van de wetenschap in het algemeen belangrijk. Ik dank u."


Abraham Serfaty  

werd in 1944 lid van de Marokkaanse Jong-Communisten. In Frankrijk treedt bij toe tot de Franse KP (1945) en bij zijn terugkeer in Marokko in '49 sluit bij zich aan bij de Marokkaanse KP. In 1950 wordt hij aangehouden en tot 2 maanden cel veroordeeld. Bij een volgende arrestatie in '52 wordt hij naar Frankrijk verbannen en krijgt huisarrest tot aan zijn terugkeer, na de onafhankelijkheid van Marokko.  

Van '56 tot '60 zet hij zich volledig in bij de opbouw van het onafhankelijke Marokko. Tussen '60 en '67 neemt hij deel aan denk- en studiegroepen en intellectuele debatten over de te volgen weg in die jaren. In juni 1967 klaagt hij de Israëlische agressie aan en roept hij op tot een Joods-Islamitische bondgenootschap in Marokko.  

Begin 1968 versterkt hij de ploeg van het tijdschrift 'Souffles', waarvan hij tot 1972 een van de voortrekkers wordt. Hij breekt met de Marokkaanse KP in augustus 1970 om mee te werken aan de oprichting van de Marokkaanse organisatie Ilal El Amam (Vooruit).  

In 1972 wordt hij opnieuw gearresteerd en gefolterd. Hij wordt een maand later vrijgelaten onder druk van studenten- en scholierenprotest in heel Marokko. Hij duikt onder tot aan zijn aanhouding in november 1974 waarna bij opnieuw vreselijk gefolterd wordt. Op het proces van Casablanca in februari 1977 wordt hij tot levenslang veroordeeld. Samen met Nelson Mandela is hij op het Afrikaanse continent de politiek gevangene met de langste opsluiting. Onder druk van de internationale publieke opinie wordt bij op 13 september 1991 vrijgelaten en onmiddellijk verbannen naar Frankrijk, waar hij sindsdien verblijft.  

Als hoofdredacteur van het tweemaandelijks tijdschrift Ilal El Amam, dat sinds april 1992 in Parijs verschijnt, blijft hij de dictatuur van Hassan II bestrijden en meer algemeen mee bouwen aan een revolutionair alternatief, ook in de eerste wereld.  

Ernest Mandel

werd revolutionair trotskistisch militant op zijn 16, aan de vooravond van de tweede wereldoorlog. Al snel (1941) wordt hij lid van het Centraal Comité van de Belgische afdeling van de IVde Internationale. Onder de bezetting wordt hij 2 keer gevangen genomen. Twee keer slaagt hij erin te ontsnappen (de tweede keer uit het kamp van Wesseling in Duitsland). Hij neemt deel aan de clandestiene Europese Conferentie van de IV de Internationale in februari 1944, maar hij wordt een maand later door de nazi's aangehouden, veroordeeld en gedeporteerd.  

Ernest Mandel is lid van het verenigd secretariaat van de IV de Internationale sinds 1946. Hij was militant van de Belgische arbeidersbeweging en werkte onder andere mee. tussen '54 en '63 in de economische commissie van het ABVV. Aan de zijde van André Renard gooit hij zich voluit in het Belgische strijdsyndicalisme. Hij is één van de bezielers van de linkse fractie bij de PS, waar hij in december 1964, met andere leden van 'La Gauche' en de 'Mouvement Populaire Wallon' aan de deur gezet wordt.  

Als economist met internationale reputatie doceert hij sinds 1970 aan de VUB. Hij kreeg in 1972 een leerstoel sociale economie aan de Universiteit van Berlijn, maar het sociaal-democratisch stadsbestuur belette hem er les te geven. Daarentegen vroeg de Faculteit Economische en Politieke Wetenschappen van de  universiteit van Cambridge hem in 1978 de openingszitting te geven. Na mei' 68 wordt hem de toegang tot het Franse grondgebied ontzegd na zijn toespraken voor de Franse studenten. Ook de VS komt hij niet meer in. Na internationaal protest worden de beide maatregelen opgeheven. Als militant van het internationalisme reisde bij de wereld af om zijn actieve steun te betuigen aan revoluties in de Derde wereld en aan de antibureaucratische (en nu meer en meer anti-restaurationistische) strijd in het (voormalig) Oostblok.  

Socialisme Zonder Grenzen geeft een bijna integrale versie uit van het debat tussen beide revolutionaire socialistische militanten en internationalisten dat plaats had op 4 februari 1993 in Luik. Ook de vaak boeiende polemiek naar aanleiding van de tussenkomsten uit het publiek hebben we zoveel mogelijk willen weergeven door middel van lange uittreksels uit deze levendige discussies.  

De conferentie werd georganiseerd door de Cercle Débat, Culture et Action plurielle, in samenwerking met Socialisme Zonder Grenzen, het Léon Lesoilfonds, de Jongcommunisten, Solidarité Arabe, de Cercle Interculturel Carlo Levi, SJW en SAP.  

We zijn er immers van overtuigd dat door de theoretische en praktische dialoog tussen linkse militanten en stromingen van verschillende origine en methode opnieuw een revolutionaire linkse aantrekkingspool kan ontstaan, na het ineenstorten van het stalinisme en na de schijnbare, en volgens ons voorlopige overwinning van het kapitalisme en de vrije markt.

 

 

Contact webmaster

Avec le soutien de la Formation Leon Lesoil, 20, rue Plantin, 1070 Bruxelles, Belgique