Portaal

Biografie
Werken
Over het leven en het werk van Mandel...
Debatten, interviews, ...
Multimedia
Contact
Mailinglist

Nu voor 12 euro!

Dubbele DVD:

Links
Castellano
Deutsch
English
Français

Mandel en de bureaucratie
Ernest Mandel - Internet-archief
Nicolas Latteur

Afdrukken

In: Rood, nr. 14-15, 18 augustus 2000, p. 26-27


Onder andere in 'Power en Money' zet Ernest Mandel de analyse van de bureaucratie in de arbeidersorganisaties verder die door Trotski en Rosa Luxemburg ontwikkeld werd. Hij reikt een machtig marxistisch alternatief aan voor de burgerlijke theorieën en legt de krijtlijnen vast voor een onverzoenlijk gevecht tegen de bureaucratische pest.

Mandel betwist de theorieën die stellen dat de opkomst van een laag bureaucraten (een groep fulltimers die de macht naar zich toe trekken) onvermijdelijk is in de massaorganisaties van de arbeidersbeweging. Volgens die theorieën is de democratische organisatie van de arbeidersstrijd en van de arbeidersmacht in de moderne wereld niet mogelijk. Voor Mandel is de bureaucratie het gevolg van specifieke, historisch bepaalde verhoudingen tussen mensen onderling en tussen mensen en de natuurlijke wereld. 

Haar opkomst onder het kapitalisme en in de postkapitalistische maatschappijen wortelt in de reproductie van de sociale arbeidsdeling en in de opdeling tussen handenarbeid en intellectuele arbeid. Deze opdeling doet een groep vrijgestelden ontstaan die voltijds de massapartijen en -vakbonden, of het postkapitalistische staatsapparaat runnen. In de meeste gevallen verschilt de evolutie van die laag, gezien ze elk hun eigen materiële belangen, hun eigen politiek en hun eigen ideologie hebben. Het komt de efficiëntie van de massaorganisaties van de werkende klasse niet ten goede. Integendeel, het monopolie van de bureaucratie ondermijnt de mogelijkheid van de arbeidersklasse om haar meest onmiddellijke belangen onder het kapitalisme te verdedigen en om een leefbaar alternatief voor dat kapitalisme op te bouwen. 

Ontstaan van de kritiek 

De marxistische kritiek van de bureaucratie begint bij de analyse van het reformisme voor de Eerste Wereldoorlog. Mandel put uit de geschriften van Rosa Luxemburg een marxistische kritiek van de bureaucratie. Volgens haar vormde de opkomst en ontwikkeling van een laag functionarissen in vakbond en partij de sleutel van het toenemend conservatisme in de Duitse sociaal-democratie. Ze besluit dat de hegemonie van vrijgestelden van vakbond en partij, gekoppeld aan de invloed van intellectuelen uit de middenklasse, aan de basis ligt van de weigering van heel de leiding om andere activiteiten te voeren dan verkiezingscampagnes en routinematige collectieve onderhandelingen. 

Oorsprong 

Mandel situeert "de oorsprong van de arbeidersbureaucratie in de alternatieve en discontinue aard van de klassenstrijd onder het kapitalisme. Voor Mandel is de noodzakelijke voorwaarde voor de ontwikkeling van een klassenbewustzijn de autonome activiteit en de zelforganisatie van de arbeiders zelf"[1]. De arbeidersklasse kan niet, in haar totaliteit, permanent actief zijn in de klassenstrijd. Ze engageert zich slechts massaal in buitengewone revolutionaire of prerevolutionaire situaties, die - omwille van de structurele positie van de loonarbeid onder het kapitalisme - van korte duur moeten zijn. Na succesvolle strijd (overwinning) blijft enkel een minderheid van de arbeiders systematisch actief. Die minderheid behoudt in grote mate de tradities van de massastrijd op de werkvloer of in de gemeenschap en geeft die door aan nieuwe arbeiders. Maar een minderheid van deze 'militante minderheid', samen met intellectuelen van de middenklasse die toegang hebben tot culturele vaardigheden waarvan de meerderheid van de arbeidersklasse uitgesloten is, zal het beheer op zich nemen van de partijen en vakbonden die uit de periodieke opgang van strijd ontstaan.

Ook al zijn voor massaorganisaties een apparaat en vrijgestelden een noodzaak, toch kan de specialisering van de functies een toenemend monopolie van kennis en dus van macht in de hand werken. En als dat niet onderhevig is aan controle, betekent dit een echte verdeling tussen nieuwe leiders en de massa's. Het is tijdens de onvermijdelijke bestanden in de klassenstrijd - wanneer de meerderheid van de arbeidersklasse passief is - dat het potentieel van bureaucratisering zich in werkelijkheid omzet. In het bijzonder tijdens de lange expansieve golven, wanneer de levensstandaard verbetert zonder tumultueuze strijd. Dan kan het apparaat zich afscheiden van de rest van de arbeidersklasse. De arbeiders die vrijgestelde zijn geworden, ervaren de totaal verschillende arbeidsomstandigheden. Ze voelen zich bevrijd van de dagelijkse vernederingen in het kapitalistische productieproces. Ze kunnen zelf hun uren bepalen, hun activiteiten plannen en gaan vervolgens op zoek naar een manier om deze privileges veilig te stellen en er nieuwe te bemachtigen. Ze azen bijvoorbeeld op hogere inkomens dan die van de arbeiders, die zij nochtans geacht worden te vertegenwoordigen. Om hun privileges veilig te stellen zullen ze trachten om de basismilitanten in hun vakbond of partij elke reële beslissingsmacht te ontzeggen. Eens de bureaucratie zich heeft kunnen consolideren als afgescheiden sociale laag ontstaan er heel nieuwe politieke praktijken. De bureaucratie krijgt een eigen kijk op de wereld. De bescherming van het apparaat van de partij of de vakbond wordt de belangrijkste doelstelling. De bureaucraten trachten de activiteiten van de militanten zo te richten dat die op geen enkele manier een bedreiging kunnen vormen voor de instellingen die aan de basis liggen van de specifieke levenswijze van de permanenten. Welnu, de mogelijkheid dat radicale arbeidersstrijd evengoed zou kunnen uitlopen op de vernietiging van de massaorganisaties van de arbeidersklasse maakt dat de arbeidersbureaucratie steeds opteert voor electorale campagnes, het uitoefenen van politieke druk (lobbying) om zo politieke hervormingen te bekomen. Ze kiest steeds voor strikt gecontroleerde collectieve onderhandelingen om de lonen te verhogen en de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Elke discussie daarover moet in de kiem gesmoord worden, elke vorm van zelforganisatie van de arbeiders en de onderdrukten wordt van de hand gewezen. [2]

De bureaucraten eisen van de militanten een blinde gehoorzaamheid aan de leiders. De vervanging van de massastrijd door electorale politiek en door koehandel met de burgerij is catastrofaal. Het is een utopische politiek, in de meest negatieve betekenis van het woord. Het is onmogelijk om de verhoudingen tussen arbeid en kapitaal gradueel te wijzigen. Dat wordt uitermate duidelijk op het moment dat het kapitalisme te maken krijgt met een onvermijdelijke rentabiliteitscrisis en hevige klassenstrijd voortbrengt. Op die momenten tracht de bureaucratie nog steeds de arbeidersstrijd te beperken tot een strijd binnen het kader van de kapitalistische democratie, waardoor de repressieve en dictatoriale krachten van de kapitalistische staat het een stuk makkelijker zullen krijgen. De bureaucratie stippelt dus de weg voor de arbeidersklasse uit (substitutionisme). Dit alles heeft geleid tot een desorganisatie en een verregaande passiviteit in de rangen van de Westerse arbeidersbewegingen sinds de tweede wereldoorlog. Doordat ze afstand doet van het militantisme en de directe actie van de arbeiders, kan de bureaucratie niet anders dan grote toegevingen doen aan het patronaat en mee de autoriteit van de kapitalistische staat promoten. 

Onvermijdelijk? 

Volgens Mandel zal het reformisme in de arbeidersbeweging aanwezig blijven - en dus een probleem blijven - tot het moment dat het kapitalisme wereldwijd omver geworpen is. Maar Mandel maakt een onderscheid tussen sociale tegengewichten tegen het reformisme en preventieve maatregelen. Als doorheen de klassenstrijd een context wordt geschapen waarin de bureaucratie kan groeien, dan kan die context evenzeer de basis vormen voor de opbouw van een revolutionaire massapartij. Als revolutionaire socialisten erin kunnen slagen de meest actieve en radicale arbeiders te organiseren om er samen een partij mee uit te bouwen, kan er een mogelijk tegengewicht tegen de bureaucratie worden geboden. De zelfactiviteit van de arbeidersklasse en de solide inplanting van de partij in de arbeidersbeweging kan verhinderen dat de strijd gestroomlijnd wordt binnen een kapitalistisch kader. Maar waarom hebben we dan in Europa tot op vandaag geen revolutionaire massapartijen zien ontstaan? Mandel wijst op de recessie van ‘74-‘75 die zorgde voor een enorme groei van de werkloosheid, waardoor heel het ideologisch klimaat wijzigde en waardoor de antikapitalistische traditie verdween. De KP's waren al lang geen plaats meer waar basismilitanten de broek droegen. Ze begonnen steeds meer te lijken op rekruteringsvijvers voor vakbonds- en partijfunctionarissen. 

Een kostbare bijdrage 

De bijdrage van Mandel over de bureaucratie zowel in kapitalistische landen als in postkapitalistische landen blijkt nog steeds van uiterst groot belang. In plaats van antikapitalisten te rekruteren in gebureaucratiseerde organisaties komt het er eerder op aan de arbeidersvoorhoede te hergroeperen via een reorganisatie van de diverse sociale en emancipatorische bewegingen op internationale schaal.


[1] Charles Post, "Ernest Mandel and the Marxian Theory of Bureaucracy" in "The Legacy of Ernest Mandel", Verso, 1999.

[2] Charles Post, idem. 

 

Contact webmaster

Avec le soutien de la Formation Leon Lesoil, 20, rue Plantin, 1070 Bruxelles, Belgique