Portaal

Biografie
Werken
Over het leven en het werk van Mandel...
Debatten, interviews, ...
Multimedia
Contact
Mailinglist

Nu voor 12 euro!

Dubbele DVD:

Links
Castellano
Deutsch
English
Français

“Meer inspiratie bij Ernest dan bij de leiders van de organisaties waarin ik  militeerde”
Ernest Mandel - Internet-archief
Jacques Yerna (*)

Afdrukken

Rood, speciaal nummer rond Ernest Mandel, jaargang 28, nr. 15-16, 1 september 1995

Ik geef toe dat ik bang was toen men me vroeg deze laatste hulde aan Ernest te brengen. Dat was overigens altijd het geval wanneer ik tijdens mijn militant leven de gelegenheid kreeg aan zijn zijde te spreken. Net als vandaag, vreesde ik toen niet te beantwoorden aan het beeld dat ik wenste dat hij van mij zou hebben en, eenmaal onze wegen zich scheidden, het beeld dat hij van mij zou behouden. 

Zo was mijn reactie toen ik met hem kennis maakte na het buitengewoon ABVV-kongres van 1954. We wilden de analyse uitdiepen over thema's als economische democratie en de greep van de “holdings” op de economie. 

Ik moest Ernest Mandel vragen of hij hieraan wilde deelnemen. Hij gaf me meteen een echte les in doctrine, omwille van alle dubbelzinnigheden die vervat lagen in het sociaal-democratisch programma van structuurhervormingen, een programma dat in het verlengde lag van het “plan van de arbeid” van de BWP van tussen de twee wereldoorlogen. 

De ideeën waarrond het nieuwe programma van structuurhervormingen zich in 1954 ontwikkelde waren zeker verdedigbaar: economische planning, democratisering van de ondernemingen, overdracht van de eigendommen van de holdings naar de natie. Nochtans waren deze ideeën niet nieuw en evenmin voorbijgestreefd. 

Het was toen belangrijk na te denken over de redenen waarom de arbeidersbeweging ze nog niet verwezenlijkt had. En, voor Ernest, waren er hiervoor meerdere redenen. De massa van loontrekkenden, toen zo'n 70 procent van de actieve bevolking, was er nog niet in geslaagd zich bewust te worden van de gemeenschappelijkheid van haar belangen, onder andere omwille van de filosofische verschillen, handig in stand gehouden door een kapitalistisch systeem dat over alle vormingsinstrumenten van de publieke opinie beschikte. 

Men moest toen ook rekening houden met de vergissingen die door de leiders van de arbeidersbeweging begaan werden. Die leiders waren al te vaak geïntegreerd in het kapitalistisch stelsel. Men moest zich toen vragen stellen bij hun gebrek aan standvastigheid en dynamisme in de inspanningen om de kaders en de massa van de militanten te scholen. 

Zwakten in de traditie van de arbeidersbeweging moesten, volgens Ernest, ook in rekening gebracht worden. Want als het syndicalisme noodzakelijkerwijs moet gecombineerd worden met politieke actie, leidde in het verleden de verbinding van beide vaak tot verlamming van het ene ten opzichte van het andere. 

Door zijn denken en zijn werken drukte Ernest Mandel ontegensprekelijk zijn stempel op de Studiecommissie van het ABVV , maar ook op het denkwerk in de groep rond André Renard. Dit stelde André Renard in staat in 1958 een brochure te publiceren die grote weerklank in de arbeidersbeweging zou hebben: “Vers le socialisme par l’action” Onder de thema's die in deze brochure behandeld worden, ontlokten die over directe actie en bureaucratisering een discussie waarin Ernest een grote rol speelde. Beide thema’s zouden nog vaak een centrale plaats bekleden in de debatten waaraan Ernest deelnam. 

Met kracht beklemtoonde hij dat, wanneer men het principe van directe actie verdedigde, men daarmee niet afzag van de parlementaire democratie. Maar het komt er op neer de arbeiders er voortdurend aan te herinneren dat parlementaire democratie slechts mogelijk is door directe actie. Overigens hangt het overleven van de parlementaire democratie of van de bekwaamheid van de arbeidersklasse om haar te verdedigen. Want de geschiedenis toont dat - eenmaal het universeel stemrecht de arbeidersklasse naar de macht dreigt te leiden - de burgerij nooit aarzelt die democratie of te schaffen. De voorbeelden van Duitsland, Italië, Oostenrijk, Hongarije, Spanje en sindsdien vele andere landen tonen dat ruimschoots aan. De strijd tegen de bureaucratisering van de organisaties van de arbeidersbeweging weerhield in die periode in het bijzonder de aandacht van Ernest. Vele militanten waren er zich van bewust dat zo'n strijd de actieve deelname vergt van een zo groot mogelijk aantal. Bij de lancering van La Gauche zullen rondom Ernest vele militanten binnen de BSP hiervoor actie voeren en na vele wedervaardigheden zal dat uitmonden in de erkenning van het tendensrecht. 

En waarom niet - al was het maar anekdotisch - een aantal momenten uit het dagelijkse leven van de ploeg van La Gauche aanhalen? Ik herinner me gepassioneerde vergaderingen in een lokaal in St. Joost dat we van Guy Cudell ter beschikking kregen. Ook Guy Cudell wou vandaag, op dit ultiem eerbetoon, aanwezig zijn. We zijn hem er dankbaar voor. 

Een prettige herinnering die me bijblijft is de manier waarop Ernest de editorialen van La Gauche schreef. In die tijd gebeurde dat bij La Wallonie in Luik, waar Ernest vanuit Brussel om tien uur aankwam. Ik was daar om zijn richtlijnen over de bladopmaak te ontvangen. Ook de typografen waren aanwezig. Hoe ongelooflijk het ook lijkt, Ernest gaf ons zijn instructies terwijl hij zijn editoriaal verder bleef “typen” op zijn schrijfmachine... 

Dan zijn er de pijnlijke gebeurtenissen na de staking van 60-61, die het kader waarbinnen we werkten verstoorden. Als gevolg van een staking gericht tegen soberheidsmaatregelen van de regering, het ontwerp van eenheidswet, kwam bij de Waalse arbeiders de eis van het federalisme naar voor als middel om de structuurhervormingen te realiseren. Die eis, die zich intertijd combineerde met het herlanceren van de eis van autonomie door de Vlaamse gemeenschap, zal het politiek kader doen wankelen en verontrustende nationalistische spanningen uitlokken. 

Het is de periode waarin ik, meer geamuseerd dan verward, tot mijn grote verrassing, beschuldigd wordt van 'trotskisme'. En op het ogenblik dat André Renard overlijdt en de arbeidersbeweging meer dan ooit verscheurd is, komt Ernest me opzoeken om me te bevestigen wat in sommige middens verteld werd over de actieve aanwezigheid van de Vierde Internationale binnen de ploeg van La Gauche... 

Ik heb het Ernest niet kwalijk genomen dat hij mij en anderen van La Gauche de strategie verzwegen had die de zijne en die van zijn kameraden was. Ik nam hem slechts een zaak kwalijk en dat heb ik hem eenvoudigweg gezegd: als hij me daarover in 1956 had ingelicht, had dat helemaal niets veranderd aan mijn engagement ten opzichte van La Gauche, noch aan de diepe achting die ik voor hem koesterde. Wat ik spijtig vond was dat hij daaraan getwijfeld had. 

Het klopt dat onze wegen toen uit elkaar zijn gegaan, maar dat kwam door de omwentelingen ten gevolge van de staking 60-61. We hebben elk binnen een ander kader gemiliteerd. Als lid van de Mouvement Populaire Wallon (MPW) nam ik actief deel aan de strijd die in 1970 zou uitmonden in het relatieve institutionele compromis over gewesten en gemeenschappen en over de eerste maatregelen ter decentralisering van de economie. Ik wens, op dit ogenblik, Ernest de hulde te brengen die mijns inziens de belangrijkste is. Al wat hij in mij achterliet na een lange en gepassioneerde samenwerking heeft me weggehouden van elke nationalistische verleiding. 

Ik heb hem trouwens altijd verdedigd, zelfs politiek. In die mate dat - tijdens een vergadering van de Jongsocialisten te Seraing in aanwezigheid van verschillende PS-leiders - ik in alle eenvoud verklaard heb dat indien sommigen in hem ik weet niet welke gevaarlijke tegenstander zien, hij voor mij een maître à penser bleef waarvan het voorbeeld me meer inspireerde dan dat van de verantwoordelijken van de organisaties waarin ik militeerde. 

Ik heb dit alles in herinnering willen brengen, ook al was het soms op een anekdotische manier, naar aanleiding van dit huldebetoon, zonder me teveel of te vragen of het wel gepast is. Voor mij was het essentieel te benadrukken dat, op het einde van een voorbeeldig militant leven, Ernest Mandel 'niet helemaal dood' is en dat hij zeer veel van zichzelf heeft gelaten bij al wie hij overtuigde van zijn geloof in het socialisme en in de actie van de massa van de arbeiders.


(*) Jacques Yerna was medeoprichter van 'La Gauche' en later voorzitter van het ABVV- Luik-Hoei-Borgworm. Deze tekst is zijn toespraak op de plechtigheid te Antwerpen op 26 juli  1995.

 

Contact webmaster

Avec le soutien de la Formation Leon Lesoil, 20, rue Plantin, 1070 Bruxelles, Belgique