Portaal

Biografie
Werken
Over het leven en het werk van Mandel...
Debatten, interviews, ...
Multimedia
Contact
Mailinglist

Nu voor 12 euro!

Dubbele DVD:

Links
Castellano
Deutsch
English
Français

Kort overzicht van een immens oeuvre
Ernest Mandel - Internet-archief
Salah Jaber

Afdrukken

Rood, speciaal nummer rond Ernest Mandel, jaargang 28, nr. 15-16, 1 september 1995

Een uitgebreide bibliografie van Ernest Mandel zou het onderwerp moeten uitmaken van een doctoraatsthesis. Uit zijn immens oeuvre halen we hier slechts de voornaamste werken aan.  

In mei 1960 voltooit Ernest zijn eerste groot werk, waarmee hij zijn autoriteit als marxistisch econoom vestigt. Het boek verschijnt in 1962, Traité d'économie marxiste en zal in vele talen vertaald worden. De scholastieke titel verbergt een gigantische inspanning (tien jaar werk en vijftig pagina's geconsulteerde titels) om een van de belangrijkste wetenschappelijke bijdragen van Marx opnieuw tot leven te brengen. Die bijdrage was immers vervormd door de stalinisten. 

Van de Traite... 

Na de voltooiing van dit werk is Ernest blijkbaar ontevreden over de toch wel ondanks alles traditionele analyse van wat hij toen nog “het tijdperk van het verval van het kapitalismenoemt. Op het moment dat de lange naoorlogse expansieve kapitalistische golf nagenoeg alle marxisten voor een raadsel plaatst, buigt Ernest zich over de theorie van duurzame bewegingen van het kapitalisme en komt hij tot de overtuiging dat deze productiewijze, sinds de tweede wereldoorlog, in een nieuwe en derde historische fase is getreden (na de klassieke en de imperialistische fase). De grote lijnen van wat hij toen het ‘neo-kapitalisme’ noemt, beschrijft hij in 1964 in een artikel dat als bijlage wordt gepubliceerd in de latere edities van de Traité, zowel als in een van zijn meest gekende pedagogische brochures, Initiation à la théorie économique marxiste. 

In 1967 schrijft Ernest zijn meest 'filosofisch' werk: 'La formation de la pensée économique de Karl Marx'. Hij mengt zich hiermee in het toen modieuze debat over de band tussen de jonge en de rijpe Marx, terwijl hij ook ingaat op andere in zwang zijnde debatten zoals de Aziatische productiewijze, de theorie van de vervreemding, de industriële samenleving (hij aanvaardde nimmer het begrip postindustriële samenleving). Dit werk zal later vervolledigd worden door de inleidingen van de nieuwe Engelse uitgave van de drie delen van Het Kapitaal, die achtereenvolgens in London verschenen: 1976, 1978 en 1981. Deze drie inleidingen zullen later in het Spaans in één volume samengebracht worden: El Capital: Cien años de controversias en torno a la obra de Karl Marx. 

In 1968 verschijnt in het Duits Die EWG and die Konkurrenz Europa-Amerika. Het boek handelt over de interimperialistische tegenstellingen tussen de USA en het Europa van de Gemeenschappelijke Markt, hun monetaire verhoudingen en het perspectief van Europese integratie. Hoewel het werk vandaag verouderd is, blijft het interessant door de actualiteit van de problemen die het opwerpt en door de scherpzinnige voorspelling over de neiging tot protectionistische terugplooi van de Europese staten tijdens de veralgemeende recessie die hij aankondigt. 

In de eerste jaren na de grote bewegingen van 1968 worden een hele reeks theoretische teksten van Ernest in vele talen gepubliceerd. Dat is meer bepaald het geval voor zijn lessen over de bureaucratie, teksten over het fascisme en de leninistische organisatietheorie. Ook worden tal van polemische geschriften uitgegeven, zoals deze van het debat rond de theorie van het staatskapitalisme in de USSR. In 1970 publiceert hij een bloemlezing over een thema dat deze revolutionair en ex-syndicaal militant nauw aan het hart ligt: Controle ouvrier, conseils ouvrier, autogestion”. 

... naar het laatkapitalisme 

In 1972 verschijnt eindelijk, in het Duits, Ernest Mandels werk over de derde fase van het kapitalisme, dat hij als zijn meesterwerk beschouwt en waarover hij - terecht - het meest trots is: 'Der Spatkapitalismus'. Dat werk is in menig opzicht vernieuwend - meer bepaald door zijn actualisering en verfijning van de theorie van de ‘lange golven’ (door de koppeling ervan aan de tendentiële daling van de winstvoet), zijn theorie van de crisissen, zijn analyse over de band tussen derde technologische revolutie, neiging tot permanente innovatie en wapenwedloop enerzijds en structurele hervormingen van het kapitalisme anderzijds. 

De ambitie van het werk was dus - vooral voor een man - aanzienlijk. Hiermee bewees Ernest - tot groot ongenoegen van geïrriteerde burgerlijke en soms andere economisten - dat hij de meest vruchtbare en meest universele marxistische denker van zijn periode was. 

In de vanaf 1975 voor Inprécor geschreven artikelenreeks over De Krisis tracht Ernest aan te tonen dat de veralgemeende recessie van 1974-75 de door hem voorspelde ommekeer van de lange golf bevestigt. Het ging niet om een 'ongelukje' (de 'petroleumcrisis' bijvoorbeeld), de crisis was het gevolg van de onvermijdelijke tegenstellingen eigen aan het kapitalisme en van hun cumulatieve verscherping op lange termijn. Sindsdien bevestigde de globale evolutie van de kapitalistische wereldeconomie deze 'mandeliaanse' diagnostiek. Vandaag heerst er wereldwijde belangstelling voor de 'lange golventheorie', die Ernest toen in eer herstelde. 

In 1978 wordt Ernest uitgenodigd om een reeks conferenties over de 'lange golven' te verzorgen in het kader van de Alfred Marshall Lectures, een jaarlijkse organisatie van de Cambridge-universiteit. Een bewerkte versie van deze uiteenzettingen zag het licht in 1980: ‘Long Waves of Capitalist Development: The Marxist Interpretation’. Naast de stellingen van het Laatkapitalisme, tracht Ernest er een band te leggen tussen 'lange golven' en 'cycli van klassenstrijd'. Voor het eerst ontkent hij in dat werk dat er een cyclische opeenvolging van lange golven zou bestaan. De neerwaartse ommekeer vloeit voort uit de inherente tegenstellingen, legt hij uit, terwijl er geen enkel automatisme bestaat voor een opwaartse ommekeer; want dat vergt de noodzakelijke tussenkomst van externe factoren.

Politieke geschriften 

Ook op andere terreinen is Mandel actief. Op basis van artikels in Inprecor en van onuitgegeven hoofdstukken, ontstaat Critique de l'eurocommunisme (1978), gevolgd door Réponse à Louis Althusser et Jean Elleinstein (1979). Eveneens in 1979 verschijnt te London Revolutionary Marxism Today, een reeks interviews met Ernest Mandel waarin hij zich uitspreekt over een hele reeks historische, theoretische en actuele vraagstukken. Eveneens in 1979 publiceert Mandel, in het Engels, Trotsky: a Study in the Dynamic of his Thought, een voornamelijk didactisch werk, gewijd aan de vorming van Trotski's denken. 

In 1984 verschijnt, in het engels, zijn werk over de politieroman, Delightful Murder: A Social History of the Crime Story, waar hij voor het eerst een schets maakt van de verhouding tussen kapitalisme en misdaad. Dit was ook het onderwerp van een werk dat hij, door zijn te snelle dood, niet kon voltooien. 

In 1986 verschijnt, nog steeds in het engels, The Meaning of the Second World War niet alleen een marxistische interpretatie van de oorlog, maar ook een stevige aanval op de hypocrisie van het kapitalisme met een 'menselijk gelaat'. 

Zijn werk als pedagoog aan het IIRF te Amsterdam (Internationaal Instituut voor Onderzoek en Vorming) leidt, in 1986, tot La place du marxisme dans 1’histoire, een didactische presentatie van de historische en intellectuele totstandkoming van het marxisme. 

Eveneens in 1986 kruist Mandel in New Left Review de degens met Alec Nove. Thema: de verhouding planmarkt in de postkapitalistische economie. Mandel gaat in tegen de stellingen van het zogenaamde ‘marktsocialisme' en verdedigt er het democratisch-socialistisch project in de revolutionairmarxistische traditie. De tegenstanders in dat debat zijn kenmerkend voor de periode van 'gorbatsjevisme'. 

1989: hoop en ontgoocheling 

Mandel komt de verdienste toe geen enkele illusie gekoesterd te hebben ten aanzien van Michael Gorbatsjov en dit in tegenstelling tot de vele bewonderaars van deze leerling-tovenaar van de bureaucratische hervorming (hetzelfde gebeurde indertijd ten aanzien van Chroestsjov). 

Maar, gedreven door zijn optimisme, onderschatte hij de weerslag van decennia stalinistische dictatuur op het bewustzijn van de Sovjetarbeidersklasse. Hij overschatte haar weerstandsvermogen, net als dat van de bureaucratie ten aanzien van het kapitalistisch herstel. Die verdiensten en vergissingen leest men duidelijk in het in 1989 verschenen werk Où va l’URSS de Gorbatchev? 

Net als wij allen was hij ontgoocheld in de reactionaire wending die de gebeurtenissen in het Oosten vanaf 1990 namen. Rustig voltooide hij zijn theoretisch werk over de bureaucratie Power and Money, dat in London verschijnt (1992). De actualiteit gebood hem de wortels te analyseren van het kapitalistisch herstel en de rol daarin van de stalinistische bureaucratieën. Terloops maakt hij een zelfkritiek van zijn eerdere foutieve inschattingen. 

Datzelfde jaar publiceert hij een werk (in de reeks Cahiers van het IIRF) tegen het toenemend aantal aanvallen op de Oktoberrevolutie als wortel van alle kwaad in de USSR, Octobre 1917: Coup d’Etat ou révolution sociale?. Op vraag van de uitgeverij van de Duitse PDS volgt een derde pleidooi, ten gunste van Trotski. In Trotski als Alternative verdedigt Ernest met passie - zij het kritisch - het historisch bilan van Leon Trotski en zijn strijd.

Hoewel verzwakt na een eerste hartaanval in december 1993, vindt Ernest in april '94 toch de energie om de nieuwe uitgave van zijn werk over de lange golven te herzien. Dat werk verschijnt net voor zijn dood, aangevuld met twee hoofdstukken waarin Ernest inpikt op de massa's literatuur die intussen over het onderwerp verschenen. Hij herhaalt er zijn overtuiging dat de voorwaarden voor een opwaartse ommekeer van de lange depressieve golf van de afgelopen 25 jaar nog niet vervuld zijn

 

Contact webmaster

Avec le soutien de la Formation Leon Lesoil, 20, rue Plantin, 1070 Bruxelles, Belgique